6

e-health | tekst • Wilma Schreiber De opbrengst van het tweede Citrienfonds e-health-programma Telemonitoring weer een stap dichterbij December 2022 eindigt het tweede e-healthprogramma van het Citrienfonds. De afgelopen acht jaar hebben umc’s in nauwe samenwerking met andere partijen een scala aan e-health-oplossingen onderzocht. In het tweede programma wordt een drietal daarvan landelijk geïmplementeerd. Dat zijn alle telemonitoringprogramma’s: vitale functies, hartklachten en zwangeren met een hoog risico op hypertensie. Hospital Fit O verkoepelend thema van het eerste Citrienfondsprogramma was evidence-based e-health, waarbij initiatieven uit de verschillende umc’s rond e-health werden geïnventariseerd. “In 2014 was iedereen nog een beetje aan het pionieren, de eerste grote EPD’s werden geïntegreerd of vernieuwd, en veel ziekenhuizen begonnen met digitale zorgtransitie, ook in onderzoek. Als umc’s hebben we toen besloten te onderzoeken wat die oplossingen ons nu daadwerkelijk bieden, of ze valide zijn en bijdragen en hoe we ze goed voor het voetlicht kunnen brengen”, vertelt prof. dr. Marlies Schijven, programmaleider van het Citrienfonds E-health-programma. “Dit resulteerde naast alle activiteiten in een door alle umc’s ondertekend visiedocument rond e-health, dat aan de minister is aangeboden.” Inmiddels heeft het programma geresulteerd in een hele reeks wetenschappelijke publicaties, brede toepassing van e-health-oplossingen in verschillende omgevingen en samenwerkingsverbanden en in een stevig netwerk. De hete hangijzers voor het verder brengen van thuismetingen liggen vooral op het terrein van afspraken over verantwoordelijkheid en privacy alsook financiering. Transitie Het tweede Citrienfondsprogramma staat in het teken van het adopteren van andermans ‘best practices’ op het terrein van e-health, afkomstig uit het eerste Citrienfonds e-health-programma. Zo worden in het Amsterdam UMC oplossingen van de andere umc’s geïntegreerd en 6 FMT | mei 2022 andersom. Uiteindelijk mondde dit uit in het implementeren van drie landelijke telemonitoringprogramma’s met als thema’s vitale functies, hartklachten en zwangeren met een hoog risico op hypertensie. “Daarnaast is een aantal partnerprojecten opgestart. Deze zijn niet landelijk, maar worden wel gedragen door minimaal twee umc’s en ook vaak door ziekenhuizen daaromheen”, zegt Schijven. Monitoring – continu data aanleveren van buiten het ziekenhuis naar het ziekenhuis-EPD, deze op een goede manier verwerken en er dan ook nog de juiste beslissingen op nemen – is momenteel nog dé grote uitdaging. “Bij veel projecten betreft het nu nog geen daadwerkelijke monitoring, maar het aanleveren van thuismetingen, waarbij de patiënt zelf gegevens meet en deze ook zelf in het dossier zet. Daarbij worden natuurlijk wel afspraken gemaakt over wanneer deze data worden uitgelezen, door wie, hoe en met welke opvolging”, schetst Schijven. “Die ervaring met registratie van thuismetingen nu is nodig om daadwerkelijke telemonitoring in de toekomst door te voeren. We moeten naar een situatie waarbij daadwerkelijk 24/7 realtime data naar zorginstellingen of door hen gecontracteerde partijen kunnen worden verzonden, uitgelezen door een algoritme dat past bij de situatie en de individuele patiënt. Dat vereist een goed gebouwd en ethisch kloppend algoritme, dat ook een alarmering naar de op dat moment verantwoordelijke in het behandelteam kan genereren als er bij de patiënt significante en relevante afwijkingen zijn.” Een mooi voorbeeld hiervan is Hartwacht. Dit project is gestart met het aanbieden van zorg voor bepaalde categorieën cardiologische patiënten op afstand, verder doorgegroeid naar het aanleveren van meerdere

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication