foto • Unica Fire Safety | brandveiligheid De ramp met Grenfell Tower gaf tijdelijk een boost aan de aandacht voor brandveilige gebouwen dat als alternatieve titel zou kunnen hebben ‘Waarom het zo vaak fout gaat’. Wat daarin staat, laat zich voor een belangrijk deel ook vertalen naar de Nederlandse situatie. Dit gegeven leidde tot de vervolgvraag welke acties kunnen worden ondernomen om een soortgelijke ramp als met Grenfell Tower in Nederland te voorkomen. De uitkomst was een rapport met veertig aanbevelingen, dat is aangeboden aan de Tweede Kamer. Daar is gesteld dat die stuk voor stuk moeten worden uitgevoerd.” De regels voor brandveiligheid komen in het Verenigd Koninkrijk en in Nederland voor een belangrijk deel overeen. “In Grenfell Tower zijn een aantal dingen tegelijk fout gegaan”, vertelt Van Mierlo, “en dat is eigenlijk vrijwel altijd wat je ziet gebeuren bij een calamiteit. Het gebouw voldeed niet aan de brandveiligheidseisen: de gevel was bijvoorbeeld veel te brandbaar en de kozijnconstructie was slecht aangebracht. De mensen kregen te lang het advies in het gebouw te blijven. En er was maar één trappenhuis, dat bovendien snel vol rook stond. In theorie kan zoiets ook hier in Nederland gebeuren. Maar het heeft niet zoveel zin om dat te zeggen, want het gaat uiteraard om de kans dat zoiets gebeurt en die kans is in Nederland kleiner. Dit neemt natuurlijk niet weg dat wel lessen kunnen worden getrokken uit wat daar is gebeurd.” I edereen zal zich nog de beelden herinneren van de ramp die zich in 2017 in Londen afspeelde in de Grenfell Tower. De brand kostte tientallen mensen het leven en leidde tot grote publieke verontwaardiging. “Hoe was het mogelijk dat de eisen voor brandveiligheid van het gebouw zo met voeten getreden waren”, klonk het. Die verontwaardiging vormde voor de Britse overheid de reden om een grondig onderzoek in te stellen naar hoe het in Grenfell Tower zo verkeerd kon gaan en wat kon worden gedaan om herhaling te voorkomen. “Een inquiry heeft in de eerste fase – die twee jaar in beslag nam – zo’n 400.000 documenten verzameld”, vertelt Van Mierlo. “Deze inquiry kreeg de bevoegdheid om administraties in beslag te nemen, wat waardevolle inzichten heeft opgeleverd. Ons Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft het Engelse onderzoek afgewacht en heeft op basis daarvan de Adviescommissie Toepassing en Gelijkwaardigheid Bouwvoorschriften de opdracht gegeven om aan te geven hoe de Engelse bevindingen zich verhouden tot de Nederlandse regelgeving en of er aanleiding is tot acties in Nederland.” Overeenkomstige situatie Voor een groot deel blijkt er een duidelijke overeenkomst tussen de Engelse en Nederlandse situatie. Van Mierlo: “In Engeland is voorafgaand aan het advies van de inquiry een rapport verschenen over bouwregelgeving en brandveiligheid, Eisen aan zorggebouwen Specifiek voor zorggebouwen bestaan strengere brandveiligheidseisen in het bouwbesluit dan voor gebouwen met andere bestemmingen. “Die eisen zijn wel vrij globaal omschreven”, zegt Van Mierlo. “Het gaat om zaken als omvang van compartimenten, eisen aan vluchtroutes en toegestane uitzonderingen. Het belangrijkste is de vraag of in het zorggebouw wel of niet sprake is van een bedgebied. Dat is in een verpleeg- of ziekenhuis wel het geval en bijvoorbeeld in een huisartsof tandartspraktijk niet. In een bedgebied moeten mensen niet alleen verticaal maar ook horizontaal in veiligheid kunnen worden gebracht, achter een brandwerende wand bijvoorbeeld. Hiermee samenhangende gebruiksaspecten zijn de vragen of mensen meer of minder valide zijn, of mensen het gebouw kennen, of er al dan niet slapend mensen aanwezig zijn, en hoeveel mensen aanwezig zijn. Allemaal gebruiksaspecten die het risiconiveau mede bepalen.” De vraag of de eisen die op basis hiervan aan zorggebouwen worden gesteld ook voldoende zijn om de brandveiligheid te waarborgen, laat zich moeilijk beantwoorden, stelt Van Mierlo. “'Voldoende' bestaat niet als objectief criterium”, zegt hij. “We gaan uit van wat we accepteren als aantal slachtoffers. Het is een maatschappelijke of politieke keuze of we dat aantal accepteren. Hierbij telt mee dat we in zorggebouwen relatief weinig brandproblemen zien waarbij slachtoffers vallen, zeker grote aantallen. Dit gebeurt meer in woningen. Het is dus zaak dat zorgaanbieders hun beslissingen over brandveiligheid niet disaster driven nemen. Het geld dat ze nodig hebben om de brandveiligheid te verbeteren waar het een keer is fout gegaan, moeten ze afwegen tegen investeringen in andere veiligheidsaspecten. Daarbij moeten ze ermee rekening houden dat een slachtoffer in een publiek gebouw veel minder wordt geaccepteerd dan daarbuiten.” 7
8 Online Touch Home