40

facilitair | tekst • Mirjam Hommes | Beeld • UMCG Twee meetmethoden ondervoeding vergeleken Ondervoeding in het ziekenhuis vaak niet herkend Ondervoeding staat niet altijd gelijk aan een laag gewicht. In rijke landen is ziekte-gerelateerde ondervoeding een groot probleem, dat kan leiden tot slechtere uitkomsten bij ziekenhuisopname. Promovenda Iris van Vliet pleit ervoor ondervoeding te signaleren door het meten van meerdere risicofactoren en niet alleen BMI en gewicht in ogenschouw te nemen. Ze vergeleek twee meetmethoden. Proefschrift dr. I.M.Y. (Iris) van Vliet Iris van Vliet promoveerde op 22 juni j.l. aan de Rijksuniversiteit Groningen op het in dit artikel beschreven onderzoek. Promotor: prof.dr. G.J. (Gerjan) Navis Titel proefschrift: Hidden hunger in the hospital? Recognition of malnutrition and malnutrition risk in complex hospital care Het proefschrift van Iris van Vliet is te downloaden via de RUG-website. I ris van Vliet is onderzoeker in het UMCG, met het specialisme voeding en diëtetiek, klinische voeding en ondervoeding in het ziekenhuis. Zij stelt dat de behandeling van ondervoeding dagelijkse kost is voor ziekenhuisdiëtisten. “Het is geen nieuw probleem, we weten al langer dat ondervoeding veel voorkomt en verstrekkende negatieve gevolgen heeft voor patiënten. Om die reden worden mensen bij opname in het ziekenhuis sinds 2006 gescreend op ondervoeding. Inmiddels is de samenleving behoorlijk veranderd. Overgewicht komt steeds vaker voor en kan het vaststellen van ondervoeding bemoeilijken. Je ziet ondervoeding dan niet altijd aan de buitenkant.” Met andere woorden: Ook mensen met overgewicht of obesitas kunnen ondervoed zijn. BMI of niet? Van Vliet vergeleek twee meetmethoden om ondervoeding op te sporen: de gebruikelijke MUST-instrumenten en het uitgebreidere PG-SGA (SF) screeningsmethode. In de MUST-checklist worden drie vragen gesteld over BMI, ongewenste gewichtsafname en voedselopname in de laatste vijf dagen voor ziekenhuisopname. Van Vliet: “Een patiënt met overgewicht scoort per definitie niet op BMI en moet veel gewicht verliezen voordat MUST aangeeft dat er sprake is van een verhoogd risico op ondervoeding. De BMI van de patiënt wordt bij de PG-SGA (SF) screeningsmethode juist niet meegenomen. Dit instrument gaat na of er sprake is van verminderde voedselinname, klachten die het eten en drinken bemoeilijken (misselijkheid of slikproblemen bijvoorbeeld) en verminderde activiteit of functioneren. Dit zijn allemaal risicofactoren voor ondervoeding. Als deze lang genoeg aanwezig zijn, heeft de patiënt grote kans om ondervoed te raken.” Grote verschillen De promovenda zag aanmerkelijke verschillen tussen de twee screeningsmethodes. De PG-SGA (SF) methode ontdekte 2,5 keer zoveel risico 40 FMT | november 2022

41 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication