0

NUMMER 6 NOVEMBER 2022 WWW.FMTGEZONDHEIDSZORG.NL 2022 6 Aanpak ICT-storing in het MUMC+ Cybersecuritytest legt k wetsbaarheden bloot Verpleeghuis Zierik7 Privacy én sociaal contact Goede beveiliging faciliteert vrijheid GEZONDHEIDSZORG

Normec Fire Safety & Security Betrouwbare en onafhankelijke brandveiligheidsinspecties Wat u kunt verwachten van Normec Fire Safety & Security (FSS): Wij inspecteren voor u: Maximale brandveiligheid in uw zorglocatie  Brandmeldinstallaties  Watermistinstallaties  Ontruimingsalarminstallaties  Rookbeheersingsinstallaties  Sprinklerinstallaties Integrale aanpak van inspecties Scherpe prijs Korte doorlooptijden Altijd een inspecteur bij u in de buurt Wilt u meer weten? We denken graag met u mee! +31 (0)73 303 9050 | normecfss.nl Improve Quality. Reduce Risk.

| editorial ‘DIGITAAL ALS HET KAN, FYSIEK ALS HET MOET’ Passende zorg vindt digitaal plaats als het kan en fysiek als het moet. Deze zin staat letterlijk in het Integraal Zorgakkoord (IZA), dat na enige tegenstand door vrijwel de gehele zorgsector in september ondertekend is, op de huisartsen na. Digitaal als het kan en fysiek als het moet. Misschien dat jongere generaties dit volstrekt logisch vinden. Maar voor mij als 50-plusser is het een heftige boodschap die een vertrouwd beeld van de zorg behoorlijk op zijn kop zet. Een ontmoeting met een arts in levende lijve wordt veel minder vanzelfsprekend. Terwijl dat in mijn beleving toch heel anders is dan contact via een beeldscherm. We ontkomen er niet aan: ICT rules the world. Dat zorgt er wel voor dat een ICT-storing de boel fl ink in de war gooit. In het MUMC+ kunnen ze erover meepraten. Op 8 september waren in één klap alle applicaties onbereikbaar en viel ook de telefonie uit. Dankzij noodscenario’s en goed samenwerken werd de storing knap opgevangen (zie p. 6). De overheid heeft heldere ambities. In 2025 moet de zorg voorgoed afscheid nemen van de fax… En in datzelfde jaar moeten alle inwoners van Nederland beschikking hebben over hun medische gegevens via hun Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). ‘Zij kunnen zo desgewenst meer eigen regie nemen op hun gezondheid en invulling geven aan het samen beslissen met hun zorgverlener’, aldus het IZA. Maak uw borst maar nat, zorgverleners... Elektronische gegevensuitwisseling kan helpen om de werkdruk van die zorgverleners te verlichten, áls het naar behoren werkt. Met de aanname van de Wegiz door de Tweede Kamer is de invoering van deze wet een fl inke stap dichterbij (zie p. 18). Dat lijkt een vooruitgang, want wie ergert zich niet aan het tweemaal invullen van dezelfde vragenlijst. Met die toenemende uitwisseling van gegevens neemt echter ook het risico op lekken en hacken toe. Gelukkig is daar wel aandacht voor, bijvoorbeeld bij Z-Cert, de stichting die met een nieuwe test goed kan nagaan of een zorginstelling bestand is tegen cybercrime (zie p. 12). Dat het inbouwen van veilig heid niet alleen een must is maar ook, paradoxaal genoeg, voor vrij heid kan zorgen, blijkt uit het verhaal over Zierik7, een zorgcentrum waar de bewoners dankzij domotica meer bewegingsvrijheid hebben (zie p. 32). Hierop inhakend zou mijn motto zijn: fysiek als het kan, digitaal als het moet. Elsie Schoorel Hoofdredacteur 'Het inbouwen van veiligheid zorgt voor vrijheid' 3

UW PARTNER IN MEDISCH MEUBILAIR Samen zorgen we voor de meest optimale inrichting OPSLAG EN DISTRIBUTIE VAN MEDICATIE INRICHTING DAGBEHANDELKAMER VERPLEEG- EN ZIEKENHUISBEDDEN PERSOONLIJK ADVIES OP MAAT MEDIFIX B.V. Nijverheidsweg 8 5071 NK Udenhout T: +31 13 511 11 11 E:  W: 

In deze uitgave november | 2022 26 Wees voorbereid! De belangrijkste les uit de ICT-storing bij het MUMC+ 06 Kop Kop Plat ZORRO TEST CYBERVEILIGHEID ZORGINSTELLINGEN Z-CERT-test legt voor elke organisatie de kwetsbaarheden bloot 12 Nieuwbouw Zierik7 Samen-leven in zoveel mogelijk vrijheid 32 5 09 Veiligheid voor zorgkwaliteit De balans tussen veiligheid en vrijheid 15 Kwetsbaarheden voor hacking 20 Digitale pathologie 22 FMT Totaal OK Van luchtkwaliteit tot ergonomie 28 Smartphone vervangt PZI-pager 31 Whitepaper Brandveiligheid 36 NVTG Najaarscollege 42 ToekomstProef Voedingsbeleid in de zorg langs de meetlat WEGIZ Wet aangescherpt door de Tweede Kamer 18 Brandveiligheid economisch bekeken Prof.dr.ir. Genserik Reniers Hoogleraar Veiligheid en gevaarlijke stoff en, TU Delft 40 Ondervoeding in het ziekenhuis Dr. Iris van Vliet Onderzoeker Voeding en Diëtetiek RUG

crisismanagement | tekst • Wilma Schreiber | foto's • MUMC+ Belangrijkste les ICT-storing MUMC+: wees voorbereid! Op 8 september dit jaar deed zich in het MUMC+ in Maastricht een grote ICTstoring voor. Hierdoor werden niet alleen alle applicaties onbereikbaar, maar viel ook de telefonie uit, waarbij alle afdelingen in het ziekenhuis in één keer geraakt werden. Leden van het crisisbeleidsteam zaten binnen een kwartier met elkaar om tafel en toen na twintig minuten de ICT-frontdesk het probleem nog niet achterhaald had, werd opgeschaald naar een volledige crisis. Gevraagd: een staaltje creatief samenvoegen van noodprocedures. MUMC+ woordvoerder Dick Nagelhout communiceert namens het ziekenhuis via de regionale omroep L1 met het Limburgse publiek dat niet-acute poli-afspraken geannuleerd moeten worden. D avid Hoogerwerf is binnen het MUMC+ stafadviseur crisisbeheersing en crisiscoördinator en in die functie lid van het crisisbeleidsteam (CBT). Ook Karin Faber, neuroloog, hoogleraar neuromusculaire aandoeningen en directeur patiëntenzorg, is vanuit die laatste rol betrokken bij het CBT. Op die bewuste donderdagochtend in september staan beiden rond 8.30 uur in het kantoor van Faber, als Hoogerwerf ineens de telefoons ziet uitvallen. Een moment later lopen ook de computers vast. “Eerst dachten we nog dat de systeemstoring wellicht alleen ons gebouwdeel op dit deel van de campus had getroffen. Dat er kabels geraakt waren bij de werkzaamheden die op dat moment plaatsvonden”, zegt hij. “Toen belde de SEH mij als crisiscoördinator met exact hetzelfde probleem. Daardoor wisten we al heel snel dat de storing de hele organisatie betrof.” Nadat Hoogerwerf in zijn eigen kantoor tevergeefs zijn telefoon probeerde, zocht hij met de noodtelefoon contact met de ICT-frontdesk om te melden dat er een ziekenhuisbreed probleem was. 6 FMT | november 2022 95% van de IT-systemen plat En dat was er: 95% van alle IT-systemen lag plat. Het EPD lag eruit, artsen en verplegend personeel konden niet meer bij de patiëntgegevens en niet meer zien wie een afspraak had bij de poli, gegevens van patiënten op de afdelingen waren niet langer inzichtelijk. “Ook het doen van een bloedaanvraag op de eerste hulp of het aanvragen van ander onderzoek – wat normaal gesproken via een digibelsysteem verloopt – was niet meer mogelijk”, schetst Faber. “We konden niet bellen, niet meer inloggen op de computer, niet op intranet en dus ook het personeel niet waarschuwen wat er aan de hand was. Bellen was alleen mogelijk met je privételefoon. Je bent er wel op voorbereid dat bijvoorbeeld het EPD het een keer niet doet of dat bepaalde systemen niet werken, maar dat tegelijkertijd nu ook alle communicatiemiddelen uitvielen, maakte het extra ingewikkeld.” Noodprocedures Doordat de website van het MUMC+ extern gehost wordt, kon daar wel een bericht geplaatst worden om patiënten te informeren. Via social media liet het ziekenhuis ook meteen bericht uitgaan en ook de regionale media werden direct geïnformeerd, zodat het bericht ook snel digitaal verspreid werd. “Maar dan blijkt dat het bij heel veel mensen niet aankomt. Dat is ook logisch, je kijkt niet op regionale media op het moment dat je klaarstaat om naar het ziekenhuis te gaan”, aldus Hoogerwerf, die na het ontdekken van de storing via het portofoonnetwerk de beveiliging inlichtte, het calamiteitenteam en de BHV-organisatie liet oproepen en ervoor zorgde dat iedereen de noodprocedures opstartte. “Daarnaast is een klantentelefoonnetwerk opgezet via het nationaal noodnet. Dit voor contact met de ambulancedienst, de meldkamer

Integraal crisisplan Het integraal crisisplan van het MUMC+ omvat scenario’s voor uiteenlopende noodsituaties. Daarin staat omschreven wanneer het ziekenhuis opschaalt, welk crisisteam in actie komt, afhankelijk van het type incident, wie bij elkaar komen, wie in welk team zit en wie leidend is. Het CBT neemt de leiding over in het ziekenhuis en wordt aangestuurd door de voorzitter: een lid van de RvB of een gedelegeerde namens de RvB. De samenstelling van het CBT verschilt per scenario. Het ziekenhuis bleef bereikbaar voor spoedstromen. “Als IT uitvalt, heb ik andere mensen aan tafel dan in geval van brand, personeelstekort of een infectieziekte”, verklaart Hoogerwerf. van de brandweer en de noodlijn om helikopterlandingen mogelijk te maken.” De BHV-organisatie regelde dat het reanimatienetwerk zo snel mogelijk via portofoons bereikbaar was. In die eerste twintig minuten deed ICT zijn uiterste best om de oorzaak te achterhalen. “Toen dat niet lukte, hebben we het operationeel crisisteam (OCT) en CBT opgeschaald naar volledige crisis en bekeken wat we verder moesten doen in het huis.” Noodzakelijke zorg liep door Bij alle beslissingen gold: de patiëntveiligheid moet gegarandeerd kunnen worden en er moet effectief gewerkt kunnen worden. Allereerst werden dan ook de niet-spoedeisende opnames stilgelegd of geannuleerd. Verder stonden er bij de ingang van het ziekenhuis teams klaar om polipatiënten, van wie velen al onderweg en onbereikbaar waren, op te vangen. Hoogerwerf: “Zij kregen de vraag of hun bezoek spoed had. Zo niet, dan verzochten we hen weer naar huis te gaan.” De spoedstroom aan patiënten ging ondertussen wel gewoon door. “Het IC-systeem werkte, net als de CT-scan, alleen was het niet mogelijk om De patiëntveiligheid moet gegarandeerd kunnen worden 7 “Train de noodprocedures en kijk of ze passen bij het meest kritische scenario”, adviseert stafadviseur crisisbeheersing en crisiscoördinator David Hoogerwerf.

'Doorbellen, doorbellen en nog eens doorbellen' “Dat allerlei systemen en communicatiemiddelen tegelijkertijd uitvielen, maakte het extra ingewikkeld”, aldus Karin Faber, directeur patiëntenzorg. beelden naar het EPD te sturen. Hetzelfde gold voor bloeduitslagen. Omdat in dit unieke geval zowel communicatienetwerk, computers als telefonie uitviel, was het creatief samenvoegen van noodprocedures noodzakelijk”, stelt Hoogerwerf. “Het intern distributiecentrum heeft samen met de operateur gekeken wat er nodig was voor de spoedoperaties. Normaal verloopt dit digitaal, nu was het handwerk. Zo hebben we uiteindelijk een aantal operaties toch kunnen opstarten.” Alles wat nodig was, kon gedaan worden, beaamt Faber. “Iedereen heeft zich de benen uit het lijf gelopen, want het was natuurlijk onhandig en omslachtig, maar het lukte. Uiteraard was er ook ongemak: medewerkers op de poli die niets kunnen doen, patiënten die voor niets kwamen. Maar als het echt nodig was, zijn ze gewoon gezien.” Ook bij de SEH en het traumacentrum slaagde het MUMC+ erin de strikt noodzakelijke zorg te leveren. Hoogerwerf: “De CT-scan werkte, bloed kon worden beoordeeld en labuitslagen konden worden doorgegeven. Alleen was het ook hier handwerk: doorbellen, doorbellen en nog eens doorbellen.” Daarnaast werden afspraken gemaakt met ziekenhuizen in de regio en de ambulancedienst om patiënten die stabiel genoeg waren naar een ander ziekenhuis te vervoeren, tenzij het veiliger was om een ingreep in het MUMC+ uit te voeren. Faber: “Ook andere behandelingen voor bijvoorbeeld herseninfarcten, die alleen hier kunnen en wij voor de hele regio doen, zijn gewoon hier uitgevoerd.” Back-up gewenst In de loop van de dag kwam de oorzaak van de ICT-storing aan het licht: een eerdere update zorgde voor een storing tijdens reguliere beheerwerkzaamheden, waarna het beheersysteem niet meer toegankelijk was. In de loop van de middag werd toegang verkregen en kon de fout 8 FMT | november 2022 worden hersteld. Van een hack bleek geen sprake. Op dit moment loopt een brede evaluatie van het incident. Wat is op voorhand nu de belangrijkste les? “Omdat alles uitviel, konden we aanvankelijk niet bij alle noodprocedures. Daar moeten we goed naar kijken. Daarnaast is een back-up van het communicatiesysteem gewenst, voor het geval telefonie en intranet niet beschikbaar zijn. Denk aan een aparte WhatsApp-groep om de communicatie te borgen.” Volgens Hoogerwerf is er nog winst te behalen met het oefenen van noodprocedures op afdelingsniveau. “Sommigen mensen wisten wel wat de noodprocedure was, maar die voelde voor hen toch als nieuw. Zeker omdat we allerlei noodprocedures moesten combineren, kunnen we daar nog lessen uit trekken.” Dat is meteen ook wat beide CBT-leden willen meegeven aan andere ziekenhuizen: “Train de noodprocedures en kijk of ze passen bij het meest kritische scenario. Wees voorbereid in het geval het echt gebeurt!”  De ICT-storing trof alle afdelingen van het MUMC in één keer.

partnercontent • Deerns | veiligheid 'Open waar het kan, gesloten waar het moet' Peter Bouma, unit Director Gezondheidszorg Deerns Beveiliging draait om het beschermen van ‘de kroonjuwelen’ van een organisatie. Een ziekenhuis heeft veel kroonjuwelen, zoals kostbare apparatuur en voorraden medicatie. Daarnaast is continuïteit van de dienstverlening voor een ziekenhuis van het grootste belang. Strenge maatregelen als een slimme gebouwindeling en toegangscontrole kunnen risico’s beperken. Aan de andere kant kennen deze maatregelen ook belemmeringen. Te veel beperkingen kunnen voor weerstand zorgen en het ziekenhuis minder open en toegankelijk maken. De openheid van het gebouw maakt een ziekenhuis juist ook aantrekkelijk en toegankelijk voor ongewenste personen. Het is daarom zoeken naar de juiste balans tussen veiligheid en vrijheid onder het motto: Open waar het kan, gesloten waar het moet. D e zorgkwaliteit in ziekenhuizen is sterk afhankelijk van het creëren van een veilige omgeving. Patiënten, hun bezoekers en medewerkers moeten zich beschermd voelen. Beveiligingsmaatregelen zijn daarom onmisbaar, zowel voor hun fysieke als emotionele veiligheid. Vanwege de toename van agressie en geweldsdelicten in de samenleving heeft zorgpersoneel bijna dagelijks te maken met intimidatie, agressief gedrag of misbruik. Daarnaast is er de dreiging van insluipers met diefstal als doel. Hoe wordt de ideale beveiliging vastgesteld? Eerst worden aan de hand van een risicoanalyse de risico’s in het gebouw en de directe omgeving in kaart gebracht. Met behulp van een visuele weergave (vlekkenplan) van risicogebieden in en rond het ziekenhuis wordt per gebied een integraal pakket aan maatregelen vastgesteld. Integraal houdt in dat de organisatorische, bouwkundige en elektronische (O-B-E) beveiligingsmaatregelen op elkaar zijn afgestemd. De hal van het OLVG in Amsterdam | Beeld: rgb foto en filmproducties Toegangscontrole Belangrijke beveiligingsinstrumenten zijn toegangsbeveiliging en (camera)toezicht. Toegangsbeveiliging mag niet ten koste gaan van de toegankelijkheid van het gebouw. Om deze reden wordt rekening gehouden met de openheid van entreegebieden door het toepassen van glas, grote doorgangen en het creëren van ruimtelijkheid. In de avondsituatie moeten deze gebieden beperkt afgesloten kunnen worden en wordt er een ander beveiligingsregime gevraagd. Met al deze risicomomenten moet rekening worden gehouden bij het ontwerpen van een gastvrije en veilige ontvangstruimte. 9

biometrische handscan Elk ziekenhuis heeft afgeschermde gebieden zoals OK-complexen, radiologie en laboratoria. Voor deze afgeschermde gebieden worden aanvullende (beveiligings)maatregelen toegepast. Dat geldt ook voor zogeheten CBRN-locaties waar chemische, biologische, radiologische en nucleaire stoffen worden bewaard en gebruikt. Deze ruimten vragen om zwaardere beveiligingsmaatregelen. Niet alleen om mensen te beschermen tegen besmettingen, maar ook omdat dit soort stoffen interessant zijn voor criminelen. Deze risicovolle locaties vragen om een verhoogd beveiligingsniveau. Daartoe hoort bijvoorbeeld meer cameratoezicht, het eventueel screenen van medewerkers, strengere autorisaties, eenpersoons-toegangsluizen aangevuld met biometrie en risicobewustzijnstrainingen binnen dit specifieke deel van de afdeling/ organisatie. Beveiliging draagt bij aan openheid en gastvrijheid 10 FMT | november 2022 Camerabewaking Cameratoezicht is een essentieel hulpmiddel om overzicht te krijgen van de gebeurtenissen in en rondom het gebouw ten behoeve van de veiligheid en beveiliging. In een beveiligingsmaatregelenplan wordt vastgelegd wat het doel is van een camera en hoe deze gepresenteerd wordt binnen een meldkamerom geving. Camerabeelden zijn ondersteunend aan verschillende typen alarmen/meldingen die binnenkomen in een security management systeem. Naast vaste camera’s zijn er camera’s die bedienbaar zijn. Met vooraf ingestelde parameters worden de camera’s geprogrammeerd om bij specifieke situaties zelf naar een gewenste positie te bewegen. Bij bijvoorbeeld een deur geforceerd-melding, een inbraakmelding of een

| veiligheid Efficiënte toegangscontrole is de vrucht van heel wat denkwerk en ontwerpkeuzes Ook in het zorgproces hebben camera’s een belangrijke rol, zelfs levensreddend. Patiënten op intensieve zorg, intensieve neonatologie (te vroeg geboren kinderen) en in de beroerte-eenheid worden gefilmd om de gezondheidstoestand te volgen. Als een patiënt onverwacht achteruitgaat kan de arts beelden terugkijken en controleren wat er zich daarvoor precies heeft afgespeeld. Camerabewaking moet voldoen aan actuele wet- regelgeving, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). intercom oproep reageert de camera automatisch. De meldkamer kan dan afhankelijk van de gebeurtenis passende vervolgacties uitzetten. Proactief beveiligingstoezicht Een innovatief camerasysteem draait op slimme software om specifieke waarnemingen te monitoren. De camera wordt getriggerd op basis van activiteiten in het camerabeeld. Dit kunnen personen zijn met bepaalde kenmerken, zoals de kleur van de kleding of een bril. In sommige systemen is Artificial Intelligence (AI) gebruikt om bijvoorbeeld een persoon te herkennen waar dreiging van uitgaat. Ook kunnen objecten bewaakt worden. Wanneer een persoon het object te dicht nadert, kan het camerabeeld gepresenteerd worden in de meldkamer. BIO Safety Grotere medische instellingen als academische ziekenhuizen kunnen bio safety level laboratoria hebben. Het biosafety level (afgekort BSL) is het niveau van voorzorgsmaatregelen in ruimtes waar gewerkt wordt met biologische stoffen. Er zijn vier niveaus. Bij het laagste niveau wordt gewerkt met micro-organismen (virussen, schimmels, bacteriën, etc.). Op het hoogste niveau met stoffen waar (nog) geen remedie voor is. Denk bijvoorbeeld aan ebola. Deze labs hebben een hoog beveiligingsniveau. Hierbij is het van belang dat het biologisch materiaal binnen het lab in een geconditioneerd en gecontroleerd gebied blijft, om te voorkomen dat mensen besmet worden. Ook moet het risico op inbraak en diefstal (moedwillige handelingen) van deze dodelijke stoffen voorkomen worden. Voor de hand liggende maatregelen zijn compartimentering creëren, zwaardere toegangscontrolemiddelen en -systemen, mogelijk een eigen meldkamer en een eenpersoonsdoorgang met biometrische autorisatie. Wat we kunnen verwachten Er is veel vooruitgang op het gebied van veiligheid voor medische instellingen. Allereerst biometrie: identificatie op basis van biologische kenmerken. Dit wordt nu al gebruikt voor toegang tot risicovolle gebieden. Vaak in combinatie met fysieke beveiliging zoals eenpersoonstoegangsdeuren, sluizen en tourniquets. Voorbeelden van toegangscontrole met biometrie zijn de irisscan, vingeren handafdruk, gezichtsherkenning en op basis van hand veins (aderpatroon). Vroeger kende elke techniek zijn eigen leesapparatuur, tegenwoordig zijn er zijn meerdere technieken in één leesapparaat ondergebracht, met de mogelijkheid om deze te variëren. Een veelbelovende ontwikkeling ten behoeve van gebruikersgemak en gastvrijheid is het gebruik van NFC: near field communication. NFC draait op smartphones. Een patiënt kan zich met een app en QR code aanmelden en toegang krijgen. NFC kan ingezet worden als aanvulling op andere vormen van toegang. Bijkomend voordeel is dat er met smartphones multifactoriële authenticatie mogelijk is; gebruik van e-mail en wachtwoord in combinatie met een code of biometrie op de smartphone. De verwachting is dat door technologische ontwikkeling de beveiligingsmaatregelen steeds meer worden ingezet voor niet-primaire beveiligingsdoeleinden en meer gericht zijn op service, ontvangst en het beheersen van zorgprocessen. Een punt van aandacht dat blijft is dat de voorwaarden van toegankelijkheid in het ziekenhuis fluctueren op de momenten van de dag. Zeker is dat een efficiënte toegangscontrole de vrucht is van heel wat denkwerk en ontwerpkeuzes. Veel beveiligingsmaatregelen leveren, mits juist afgewogen, een enorme bijdrage aan de openheid en gastvrijheid van ziekenhuizen.  Meer informatie www.deerns.nl 11

cybersecurity | tekst • Mirjam Hommes Realistische aanvalsscenario’s voor zorginstellingen ZORRO test cyberveiligheid met maatwerk Kwetsbaarheden in de digitale zorg-infrastructuur kunnen leiden tot bijvoorbeeld ‘ransomware aanvallen’ waardoor hele ziekenhuizen op slot gaan of datadiefstal waarbij onderzoeks- of patiëntengegevens op straat komen te liggen. Stichting Z-CERT rolt momenteel ZORRO-tests uit bij een aantal grotere ziekenhuizen. Daarmee worden op maat voor elke organisatie de kwetsbaarheden blootgelegd. Z ORRO staat voor ‘ZOrg Redteaming Resilience Oefeningen’ een methodiek waarin een extern ‘red team’ een onaangekondigde maatwerk-aanval uitvoert binnen een zorgorganisatie. De eerste test is eind 2021 afgerond in het Antoni van Leeuwenhoek (AVL). Sinds begin 2022 is de ZORRO-methodiek breed beschikbaar gemaakt voor de deelnemers van Z-CERT. Naar verwachting hebben eind 2023 zo’n vijf à tien grote zorgorganisaties het hele testtraject doorlopen. Scenario vanuit dreigingsanalyse Marcel Tegelaar van Z-CERT: “ZORRO is afgeleid van TIBER, een beproefde manier van testen in de financiële sector. ZORRO is aangepast aan de zorgsector, waar de budgetten en security teams vaak kleiner zijn. We gebruiken zorg-specifieke scenario’s en kijken per organisatie welke dreigingen te verwachten zijn om zo een echte aanval te kunnen simuleren. Z-CERT maakt een dreigingsanalyse waarin uitgezocht wordt wat het aanvalsoppervlak van de organisatie is, hoe een reële aanvaller binnen kan komen en welke route hij zou volgen binnen de digitale ‘De instelling is eigenaar van de test en van de testresultaten’ 12 FMT | november 2022 Marcel Tegelaar (Beeld: Z-Cert) infrastructuur. Daarbij kijken we welke bedreigingen en aanvalsgroepen actueel zijn voor dit type organisatie. Wat zijn de doelen van deze aanvaller? Hoe geavanceerd is deze groep? En wat is hun werkwijze? Naast cybercrimegroepen die zich richten op afpersing met ransomware, zijn statelijke actoren (door staten aangestuurde personen, groepen of organisaties) actief die de dienstverlening willen verstoren. Ook onderzoeksonderdelen kunnen doelwit zijn.” Nadat de analyse is gemaakt, werkt Z-CERT een scenario uit voor het begin van de aanval. Daarin staat wat er in de test aangevallen wordt en hoe. Het kan bijvoorbeeld beginnen met een phishing mail. Dit scenario gaat naar het externe red team, dat vervolgens de verdere aanvalsroute uitstippelt en de aanval uitvoert.

Geheim ZORRO-testen blijven voor het grootste gedeelte van een organisatie geheim, totdat ze zijn afgerond. Vrijwel niemand wordt geïnformeerd over de gesimuleerde aanval, behalve een klein kernteam binnen de organisatie. Ook het securityteam of Security Operations Center (SOC) zijn niet op de hoogte. Dat geeft een realistisch beeld van de detectieen verdedigingscapaciteit van de zorginstelling. Tegelaar: “De instelling is eigenaar van de test en van de testresultaten. Een ziekenhuis bepaalt dus zelf wat ze daarover naar buiten brengen en delen met andere zorginstellingen. Wij gaan daarnaast een ZORRO-community opbouwen, waarbinnen deelnemers kennis en ervaringen uit de ZORRO-testen kunnen uitwisselen. Uiteindelijk maken we hiermee de gehele sector veiliger. En wanneer een generieke kwetsbaarheid in software wordt gedetecteerd tijdens een test, dan delen we dat, in overleg met de ZORRO-deelnemer, met de hele sector én met de leverancier.” Patiëntveiligheid gewaarborgd Tijdens een ZORRO-test is patiëntveiligheid essentieel. “Dat is het allerbelangrijkste” zegt Tegelaar. “Binnen de organisatie is een kernteam, het ‘white team’, op de hoogte van de test-aanval. In dat team zitten een bestuurder, een security officer en een ICT-expert, maar ook een of meerdere clinici. Zij worden dagelijks door het red team op de hoogte gehouden over de stand van zaken. Bij elke stap die het red team in de aanval zet, voert het white team het risicomanagement uit. Op elk moment kunnen zij de test pauzeren of stoppen, bijvoorbeeld als er simultaan een echte aanval plaatsvindt.” Het white team geeft ook aan welke apparatuur en systemen essentieel zijn voor de patiëntveiligheid. Waarheidsgetrouw De aanval door het ingehuurde red team is zo realistisch mogelijk. Tegelaar: “Zij krijgen de dreigingsanalyse van ons, maar hebben in principe geen ingang in de organisatie die de aanval in gang zet door bijvoorbeeld een phishingmail aan te klikken. Het gaat er in de ZORROtest echt om dat organisaties, die in principe een geavanceerd detectieen responsesysteem hebben, kunnen testen of het allemaal goed werkt. Zijn de processen voor opvolging goed geregeld? Worden de juiste handelingen uitgevoerd en kun je de aanval stoppen? Bij een volledige red team oefening wordt een verborgen infrastructuur opgezet, zodat de verdediging van de zorginstelling - het blue team genoemd - niet zomaar kan herleiden dat het een aanval is. Geavanceerde cybercriminelen doen dat namelijk ook zo.” Aan het einde van een ZORRO-test komen aanvallers en verdedigers (red en blue team) bij elkaar. De teams spelen delen van de aanval na ‘Sluitend verhaal’ Joost Boele, CISO van het AVL over de ZORRO-test: “Zo krijg je inzichten die je met losse testen nooit zou kunnen krijgen. Bovendien heb je als instelling een sluitend verhaal, gebaseerd op een realistische dreiging, om het informatiebeveiligingsbewustzijn van zorgverleners, onderzoekers, technici en managers mee te vergroten.” 13

Tijdens een ZORROtest is patiëntveiligheid essentieel Beeld: Z-Cert en het red team laat zien hoe de aanval is uitgevoerd. De teams vergelijken hun aantekeningen en er worden ook alternatieve aanvalsroutes besproken. Tegelaar: “Het red team laat bijvoorbeeld zien waar ze een andere route hadden kunnen kiezen en vraagt dan aan het blue team of ze de aanval in dat geval ook gedetecteerd hadden. Dat levert vaak nog heel veel extra informatie op, die direct aangeeft waar je de cyberveiligheid verder kunt verstevigen.” Lessons learned De eerste resultaten van de ZORRO-testen zijn positief. “Een ZORRO-test geeft een goed beeld van de weerbaarheid van de organisatie. Dat is ook aangetoond bij de test in 2021 bij het AVL, het heeft echt meerwaarde en levert op wat we ervan verwachten. Het uiteindelijke doel van de ZORRO-testen is het verhogen van de cyberweerbaarheid van de gehele zorgsector. We zitten allemaal in ketens en door goed en realistisch te testen verbeter je de respons en veiligheid van de hele sector” aldus Tegelaar. Naar aanleiding van een rondgang door de sector, is er inmiddels ook een beperktere versie van de test voor wat minder geavanceerde of kleinere organisaties. “In deze light-versie van ZORRO zijn een aantal stappen vereenvoudigd of overgeslagen” vertelt Tegelaar. “In sommige gevallen wordt de aanval dan bijvoorbeeld wel ingezet doordat iemand bewust op een linkje klikt. Ook is er geen verborgen infrastructuur, waardoor de kans bestaat dat het verdedigende team de server van de aanvallers ontdekt. Deze versie van ZORRO is meer gericht op de technische beveiliging en detectiemogelijkheden en minder op de processen.” ZORRO-test inzetten? Een (volledige) ZORRO-test is met name geschikt voor (middel)grote zorginstellingen. Geïnteresseerde organisaties kunnen zich melden bij 14 FMT | november 2022 Z-CERT. De stichting helpt bij het vinden van een goede commerciële partner die een red team kan leveren en de toepassing van de ZORROmethodiek. De instelling heeft de regie in handen, het ZORRO Cyber Team begeleidt de organisatie bij het traject . Het gehele traject duurt ongeveer zes maanden, waarbij de test zelf zo’n acht à tien weken in beslag neemt.  Wat is Z-CERT? Z-CERT is het expertisecentrum voor cybersecurity in de zorg. De stichting heeft geen winstoogmerk en is opgericht op initiatief van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), de Nederlandse GGZ (GGZ) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Z-CERT brengt – onder meer - jaarlijks een rapport uit met het cyber-dreigingsbeeld voor de zorg. Z-CERT begeleidt en coördineert de ZORRO testen en levert per organisatie de ‘Targeted Threat Intelligence’ aan op basis waarvan een door de instelling ingehuurd red team de maatwerk-test voorbereidt en ontwerpt. Meer informatie www.z-cert.nl

partnercontent • Dräger | cyberveiligheid Veilige en beveiligde connectiviteit Kwetsbaarheden en mogelijke aanvalspunten voor hackers minimaliseren Interview met Hannes Molsen, Product Security Manager en Developer bij Dräger De digitalisering binnen de gezondheidszorg blijft doorgaan. De industrie streeft ernaar om leveranciersonafhankelijke interoperabiliteit tussen verschillende apparaten en systemen te bieden. Tegelijkertijd komen er steeds meer meldingen van cyberaanvallen op ziekenhuizen. Hoe kijkt u tegen deze ontwikkelingen aan? “Er bestaat geen twijfel dat uitgebreid netwerkgebruik systemen kwetsbaarder maakt. De segmentatie van netwerken in ziekenhuizen die momenteel al wordt toegepast, zorgt voor veiligheid en moet ook in de toekomst in stand worden gehouden. De uitdaging is om ervoor te zorgen dat het niet langer nodig is dat elke fabrikant van medische technologie een apart netwerk nodig heeft. Om dit te bereiken, maken veel van deze leveranciers, waaronder Dräger, in hun apparaten en systemen gebruik van communicatieprotocollen die op geharmoniseerde standaarden zijn gebaseerd. Als belangrijke eerste stap is in januari 2019 het nieuwe communicatieprotocol SDC gepubliceerd, als onderdeel van de IEEE 11073-standaardserie. In deze context is een nieuwe manier van controle op de toegang tot netwerken van belang, waarbij authenticatie - bijvoorbeeld door middel van digitale beveiligingscertificaten - vanuit het netwerk zelf of vanuit het eindapparaat vereist is. Wat betreft de alom bekende aanvallen op ziekenhuizen die de laatste tijd hebben plaatsgevonden: dit lijken meestal niet zozeer gerichte acties te zijn geweest als wel de gevolgen van malware die op het internet circuleert. Ziekenhuizen zijn vaak bijzonder hard getroffen omdat hun software in veel gevallen verouderd is.” 15

Brengt leveranciersonafhankelijke connectiviteit niet het risico op een snellere verspreiding van malware in het gehele systeem met zich mee? “Grotere netwerkconnectiviteit gaat altijd gepaard met hogere risico’s. We pakken dit risico aan door rekening te houden met de beveiliging van elk afzonderlijk apparaat en niet alleen met de beveiliging op netwerkniveau*. Zelfs in het geval van een aanval moet de kernfunctionaliteit van de apparatuur behouden blijven. Met name voor medische technologie die relevant is voor de directe (kritieke) zorgverlening geldt dat we ons moeten houden aan de stelregel dat het netwerk altijd slechts een aanvullende functie van dergelijke apparaten dient te vervullen. Mocht deze aanvullende functionaliteit uitvallen, dan moet de therapeutische kernfunctie intact blijven. Alleen op deze basis kan de veiligheid van de patiënten te allen tijde worden gewaarborgd.” Welke rol speelt het hardenen van softwarecomponenten voor de cybersecurity van zorgrelevante medische hulpmiddelen bij het verminderen van de algehele kwetsbaarheid? “Het is van belang dat van buitenaf toegankelijke softwarecomponenten alleen in medische apparaten worden geïntegreerd wanneer deze echt noodzakelijk zijn voor het functioneren van het apparaat. Onnodige onderdelen moeten niet aanwezig zijn. Simpel gezegd: een beademingsapparaat dat op een *Niet van toepassing op alle oudere producten. 16 FMT | november 2022 Windows-besturingssysteem is gebaseerd, hoeft niet over dezelfde functies te beschikken als een computer in de spreekkamer van een arts, met een e-mailprogramma, tekstverwerker, enz. Hierdoor kan het aantal mogelijke aanvalspunten voor hackers sterk worden verminderd. Deze kunnen nog verder worden teruggebracht door een modulaire opbouw van de besturingssystemen. Kortweg komt het er dus op neer dat hoe minder software in het apparaat van buitenaf zichtbaar is, hoe veiliger de technologie en het apparaat zijn.” Wat is de status van de door deskundigen voorgestelde vereiste voor een technische scheiding van functionele en netwerkcomponenten van therapie-apparaten? “Dat is een onderwerp waar veel over gediscussieerd wordt. Bij een aantal van onze apparaten hebben we deze scheiding al tot stand gebracht. Met betrekking tot de software is een strikte scheiding in alle gevallen noodzakelijk. Tenslotte kan het niet zo zijn dat als component A vastloopt, dit gevolgen heeft voor component B.” In de algemene context van digitalisering en interoperabiliteit in de zorgsector wordt ook de vraag gesteld wat de rol van softwarematige beveiligingsoplossingen (zoals firewalls) is in aanvulling op de al door u genoemde cybersecuritymaatregelen. “Dat is een belangrijke kwestie, waarover de meningen verschillen. Wat in elk geval duidelijk is, is dat firewalls en antivirusprogramma’s essentieel zijn voor consumentencomputers zoals die in spreekkamers en door de ziekenhuisadministratie worden gebruikt. Voor medische apparaten daarentegen hebben dergelijke functies minder zin. Firewalls voorkomen dat bepaalde softwarecomponenten inkomende signalen ontvangen. Dit veronderstelt echter dat deze componenten in het systeem aanwezig zijn. Bij veel medische systemen is dit doorgaans niet het geval. Hier verwijs ik naar het principe van een gehardend ‘Zelfs in het geval van een aanval moet de kernfunctionaliteit van de apparatuur behouden blijven’

| cyberveiligheid De eerste belangrijke stap: standaarden opstellen systeem: het reduceren van het aantal softwareonderdelen tot het absolute minimum dat noodzakelijk is voor de functionaliteit van het apparaat. Antivirusprogramma’s zijn ook meer bedoeld voor dynamische systemen met verschillende applicaties, zoals personal computers. In de toekomst zal het aantal applicaties in medische apparatuur ook toenemen, dus het vereistenprofiel voor geschikte beveiligingssoftware zal dan mogelijk veranderen. Firewalls en antivirussoftware kunnen hier dan van groter belang worden. Een realistisch scenario als voorbeeld: de gegevens verkregen met een therapie-apparaat worden via een netwerk naar de computer in de spreekkamer van de arts gestuurd, daar geanalyseerd en omgezet in een applicatieopdracht (bijvoorbeeld “Medicatie wijzigen”), die vervolgens wordt teruggestuurd naar het therapie-apparaat.” Het lijkt erop dat cybersecurity het meest kan worden verbeterd door vermindering van het aantal mogelijke aanvalspunten. In IT-kringen wordt in dit verband veel gesproken over het belang van interfacebeheer. Hoe speelt dat hier mee? “Fysieke interfaces veranderen voortdurend. Op het gebied van medische technologie bevindt dit onderwerp zich echter nog in een meer voorbereidende fase. Momenteel wordt in de medische wereld tegenover deze ontwikkelingen een zeer conservatieve houding aangenomen, net als in het verleden, en dat zal in de nabije toekomst niet anders zijn. Zo wordt nog steeds vaak de klassieke seriële kabel gebruikt in plaats van een netwerkkabel. De fysieke interfaces zullen waarschijnlijk echter steeds minder belangrijk worden, omdat de uitwisseling van gegevens steeds meer via netwerken plaatsvindt. Toch blijft van kracht dat de kans op aanvallen via interfaces kan worden verkleind door hardening van systemen.” Hoe kan ziekenhuispersoneel dat niet in IT is gespecialiseerd, bij al deze snelle vooruitgang de ontwikkelingen nog bijbenen? “Training is heel belangrijk. In trainingssessies kunnen werknemers leren hoe ze op de juiste manier moeten omgaan met e-mailbijlagen, USB-sticks en koppelingen. Een ander onderwerp dat wordt behandeld, is hoe men zich op openbare internetfora dient te gedragen. Het is ook heel belangrijk om uit te leggen wat er gebeurt wanneer een bepaalde technologie uitvalt en hoe dergelijke storingen te herkennen zijn. Hoe groter en dynamischer netwerken worden, hoe hoger het risico op fouten en storingen wordt. Personeel moet leren hoe bij diverse soorten technische storingen moet worden gehandeld, ook als het gaat om zoiets simpels als iemand die over een kabel struikelt waardoor een verbinding wordt verbroken. Het belangrijkste is dat men niet in paniek raakt. Wanneer er een goed doordacht cybersecurityconcept is met geharde systemen, beveiligde netwerken en goed opgeleid personeel, is er beslist geen paniek nodig.”  Meer informatie www.draeger.com 17

ict | tekst • Elsie Schoorel Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg grote stap dichterbij Tweede Kamer scherpt Wegiz aan De Tweede Kamer heeft op 27 september het wetsvoorstel voor de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) unaniem aangenomen. Alle Kamerleden zijn het erover eens dat het goed is om alle zorgpartijen rondom een cliënt te verplichten gegevens elektronisch uit te wisselen. De Kamer keek zeer grondig naar de wet en scherpte deze aan met enkele amendementen. Nu moet de Eerste Kamer zich nog over de Wegiz uitspreken. A ns van den Bosch, programmamanager Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg, legde in FMT 4 uit dat de nieuwe wet Wegiz met twee sporen werkt: “Bij spoor 1 geldt de verplichting voor het elektronisch uitwisselen, maar niet hoe; dus een pdf sturen mag ook bijvoorbeeld. Bij spoor 2 moeten systemen met elkaar kunnen communiceren; NENnormen bepalen dan hoe er uitgewisseld wordt.” De planning is nu dat er tot 2024 aan spoor 1 gewerkt wordt via algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) en dat vanaf 2024 spoor 2 aan de orde komt. “De eerste AMvB treedt in 2023 in werking en gaat over het digitaal versturen van het recept van de huisarts naar de apotheek. Andere gegevensuitwisselingen volgen vanaf 2024”, aldus Van den Bosch. Open-API-strategie Uiteindelijk draait het om volledige interoperabiliteit van gegevensuitwisseling. Een Open-API-strategie kan daarbij een goed middel zijn. Een API (Application Programming Interface) is een software-interface die het mogelijk maakt dat twee applicaties met elkaar kunnen communiceren. Hierdoor worden leveranciers verplicht om de gegevens in hun systemen zonder toegangsbeperking, maar wel veilig, beschikbaar te maken voor andere zorginformatiesystemen. Aanvankelijk was de Open-Api niet in de Wegiz opgenomen, maar dat gaat nu wel gebeuren dankzij een amendement van CDA-Kamerlid Joba van den Berg. Zij zei daarover in het Wegiz-debat op 14 september: “Het ontbreken van een openbare API-verplichting in de Wegiz is een gemiste kans, want dat gaat ertoe leiden dat iedere leverancier weer zijn eigen stekkerdoos ontwikkelt en daar weer een verdienmodel van maakt.” Zij brak vervolgens ook een lans voor de betaalbaarheid en hekelde de 18 FMT | november 2022 Kamerlid Van den Berg (CDA): “Hoort bij de eis van interoperabiliteit ook niet een eis dat leveranciers tegen redelijke kosten binnen een redelijke termijn horen mee te werken?” machtspositie van enkele softwarebedrijven in de branche. “Een softwarebedrijf dat 60% tot 70% van de ziekenhuismarkt in handen heeft en meer dan 40% winst maakt; ‘vendor lock-in’, noemt men dat: je zit tegen hoge kosten in de houdgreep van een leverancier. Dit moet stoppen.” Haar vraag aan minister Ernst Kuipers van VWS: “Hoort bij de eis van interoperabiliteit ook niet een eis dat leveranciers tegen redelijke kosten binnen een redelijke termijn horen mee te werken?” Kuipers: onderzoek en actieplan Minister Kuipers antwoordde in het debat dat interoperabiliteit in de zorg inderdaad betaalbaar dient te zijn en binnen redelijke termijn gerealiseerd moet worden. “Ik wil Nictiz vragen om de betaalbaarheid van interoperabiliteit mee te nemen in de API-strategie die het momenteel opstelt.” Over de winsten van ICT-leveranciers: “Erg hoge winsten in de zorg-ICT vind ik onwenselijk. Leveranciers hebben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid richting de sector waarin ze werken. Dat gezegd

Minister Ernst Kuipers: “Erg hoge winsten in de zorg-ICT vind ik onwenselijk.” hebbend: het is juridisch complex en raakt aan Europese regelgeving. Daar is aanvullend juridisch onderzoek voor nodig.” Kuipers noemde “verdere versterking van de samenwerking tussen zorgpartijen” als steeds belangrijker element. “De ACM heeft aangegeven dat er wel degelijk ruime mogelijkheden zijn voor zorgaanbieders om in gezamenlijkheid een grotere partij te vormen in hun onderhandelingen met en contractering van ICT-leveranciers. Een overallbeleid werk ik verder uit in een actieplan.” De regering moet ook aan de slag met een aangenomen motie van GroenLinks-Kamerlid Corinne Ellemeet. Hierin verzoekt ze het kabinet om met zorgaanbieders in gesprek te gaan over fi nancieringsmogelijkheden om de Wegiz zo snel mogelijk te implementeren. Ook het opzetten van een systeem om de werking van de Wegiz te monitoren staat op de agenda. “Ik kom daar in het voorjaar van het komend jaar graag op terug”, aldus minister Kuipers. PGO Volgens Actiz-bestuurslid Jef Mol biedt de Wegiz de kans om grote stappen vooruit te zetten. “Het vraagt voor sommige zorgorganisaties of ICT-leveranciers een grotere beweging dan voor anderen. Maar iedereen moet meedoen.” Actiz vestigt in een bericht op de eigen website de aandacht op een amendement rond de Persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO), dat 'Verdere versterking samenwerking tussen zorgpartijen steeds belangrijker' met ruime meerderheid werd aangenomen. Hierin worden zorgaanbieders verplicht om de zorggegevens ook via de PGO beschikbaar te stellen aan de cliënt, indien de PGO’s aan eisen voldoen waardoor dit veilig en betrouwbaar kan. Opt-outsysteem De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) pleitte eerder al samen met de NFU en ZN voor een snelle invoering van het opt-outsysteem voor de acute zorg. Medische gegevens worden daarbij gedeeld tussen zorgverleners van de patiënt, tenzij de patiënt ervoor kiest en aangeeft dit niet te willen. De oproep van de NVZ en anderen krijgt gehoor: de Tweede Kamer steunt deze lijn en verzocht de minister via een motie van de VVD om uiterlijk in het voorjaar van 2023 te komen tot een wettelijke verankering van opt-out voor de acute zorg. De NVZ benoemt op de eigen site ook dat op voordracht van het CDA de Kamer de ziekenhuissector, met het oog op gegevensuitwisseling, als vitale sector wil aanwijzen. Dit geeft de Rijksoverheid de mogelijkheid maatregelen te treff en die het risico op een crisis verkleint.  Nieuwe NEN-norm De NEN-normen zijn essentieel voor de uitvoering van de Wegiz: die bepalen de voorwaarden om de gegevens uit te wisselen en aan welke eisen de producten van ICT-leveranciers moeten voldoen. De meest relevante norm NEN 7512 is herzien in juli 2022. De naam is 7512:2022 Medische informatica – Informatiebeveiliging in de zorg – Vertrouwensbasis voor gegevensuitwisseling. Hierin onder meer aandacht voor de zekerheden die partijen elkaar moeten bieden als voorwaarde voor onderlinge gegevensuitwisseling. Daarvoor worden vijf niveaus gedefi nieerd voor de eisen voor beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid. De norm is beschikbaar via www.nen.nl. 19

medische technologie | partnercontent • Eizo Digitale pathologie Momenteel zijn er geen wettelijk bindende normen voor digitale-pathologie-monitoren. En als er geen normen zijn, is het moeilijk om te weten wat de beste oplossing is. Welke monitor biedt de optimale technische specificaties? Hoeveel moet er begroot worden voor een monitor die geschikt is voor de toekomst? Dit artikel is bedoeld om de functies en eigenschappen te beschrijven waar u op moet letten bij het selecteren van een monitor voor pathologische toepassingen. Voordelen van digitale pathologie Het gebruik van digitale pathologie biedt in veel opzichten voordelen. Voorbeelden daarvan zijn: • • geoptimaliseerde workflow zonder kwaliteitsverlies; • verhoogde patiëntveiligheid dankzij ondersteuning voor nauwkeurige beoordeling van histologische glaasjes; • minder risico op verloren dia's; • m akkelijker overleg tussen pathologen en interdisciplinaire uitwisseling; • AI heeft het potentieel om diagnostiek te ondersteunen. Afbeeldingen en video's kunnen snel digitaal worden gedeeld. Op deze manier worden eventuele beperkingen op het gebied van fysieke ruimte en afstanden tussen lokale ziekenhuizen, universiteiten en werkplekken weggenomen. Dit zorgt voor meer flexibiliteit en efficiëntie bij het stellen van een diagnose. Als bonus verliezen digitale afbeeldingen na verloop van tijd geen kwaliteit en kunnen ze tijdens het transport niet worden beschadigd. Daarnaast zijn digitale hulpmiddelen, zoals 20 FMT | november 2022 linialen voor maatvoering, uitermate handig voor het uitvoeren van een diagnose. snellere diagnose en nauwkeurige, gemakkelijk te lezen beelden; Wat is belangrijk bij de keuze van een monitor • Resolutie Hoe hoger de resolutie van de monitor, hoe meer details de gebruiker te zien krijgt. Afbeeldingen zijn minder korrelig, hebben scherpere contouren en er wordt meer inhoud in één scherm weergegeven. Bij het bekijken van een digitaal vastgelegd beeld van bijvoorbeeld een WSI-scanner (whole slide image), wordt een hoge resolutie aanbevolen om een optimaal detailniveau en informatie voor pathologische diagnose te behouden (minimaal 4 MP (2560x1600) met een 27-inch monitor, 6 MP (3280x2048) met een 30-inch monitor en 8 MP (3840x2160) of hoger met een 32-inch monitor. • Formaat monitor De fysieke werkruimte en het gezichtsveld van de gebruiker zijn twee factoren waarmee rekening moet worden gehouden bij het selecteren van de schermgrootte. Voor digitale pathologietoepassingen worden 27-inch tot 32-inch breedbeeldmonitoren aanbevolen om het natuurlijke gezichtsveld van de gebruiker te vullen. Een 24-inch monitor is te klein om het natuurlijke gezichtsveld van de gebruiker te vullen, terwijl een grotere monitor met bijvoorbeeld een 55-inch formaat de gebruiker zou dwingen om constant zijn hoofd te bewegen om het volledige beeld te zien. De beeldverhouding van een monitor is gekoppeld aan de resolutie. Het vertegenwoordigt de evenredige relatie tussen de breedte en de hoogte van een scherm. De beeldverhouding wordt uitgedrukt door twee getallen gescheiden door een dubbele punt (bijvoorbeeld 4:3). In toepassingen voor digitale pathologie levert een beeldverhouding van 16:10 een beeld op dat lijkt op wat u onder een microscoop zou zien. • Contrast Het contrast van een monitor is de verhouding tussen het donkerste zwart en het helderste wit. Een statische contrastverhouding van 1000:1 betekent bijvoorbeeld dat de helderheid van een volledig wit beeld 1000 keer hoger is dan de helderheid van een volledig zwart beeld. Contrast is belangrijk om ervoor te zorgen dat de patholoog details zoals cel

wanden en grenslagen in beelden kan zien. Om een hoge differentiatie in donkere en lichte delen van een beeld te garanderen en de homogeniteit te kunnen controleren, wordt een contrastverhouding van minimaal 1000:1 aanbevolen. • Homogeniteit Homogeniteit verwijst naar de consistentie van helderheid en kleur over het hele scherm. Het is belangrijk dat fluctuaties en onregelmatigheden over het hele monitorgebied worden geëgaliseerd om een uniform beeld over het volledige scherm te creëren. Dit is de enige manier om ervoor te zorgen dat de gebruiker altijd hetzelfde beeld ziet, waar het zich ook op de monitor bevindt. Dankzij de DUE-functionaliteit (Digital Uniformity Equalizer) kunnen medische monitoren uit de EIZO RadiForce-serie verschillen in helderheid en kleur compenseren. • Kalibratie Medische apparatuur moet de juiste kwaliteitscontrole en kalibratie ondergaan voordat deze de fabriek verlaat, maar ook gedurende de hele levensduur. Routinematige kwalit• Duurzaamheid Medische monitoren hebben een veel langere levensduur dan standaard monitoren. Dit betekent dat ze gedurende een lange periode Aandachtspunten bij het selecteren van een monitor voor pathologische toepassingen eitscontrole en kalibraties zorgen ervoor dat pathologische diagnoses consistent en betrouwbaar zijn. Het gebruik van monitoren die gekalibreerd kunnen worden zorgt ervoor dat ook aan toekomstige normen kan worden voldaan. Daarnaast draagt kalibratie bij aan een consistente weergave; beelden worden daardoor, ongeacht het moment, hetzelfde getoond. Kortom, het later opnieuw bekijken en dus tonen van beelden op een gekalibreerde monitor biedt een gelijke weergave. Hiermee voorkomt men verkeerde interpretatie. intensief gebruikt kunnen worden. Ze zijn zo ontworpen omdat het belangrijk is dat ze constant hoge prestaties leveren en omdat de monitoren idealiter worden vervangen op hetzelfde moment dat andere digitale pathologieapparatuur, zoals de WSI-scanner, ook wordt vervangen. EIZO RadiForce monitoren zijn ontworpen voor een lange levensduur, doorgaans ruim buiten de standaard garantieperiode van vijf jaar. In combinatie met de on site vervangingsservice bieden de monitoren van EIZO de hoogst mogelijke investeringszekerheid zonder servicekosten.  Meer informatie www.eizo.nl 21

congres | tekst • Dietske van der Brugge en Elsie Schoorel Foto’s • Rens Groenendijk FMT Totaal OK Van luchtkwaliteit tot ergonomie Na een paar jaar stilstand door corona kon FMT Totaal OK op 15 september eindelijk weer eens plaatsvinden. Ruim 300 bezoekers laafden zich in de Jaarbeurs in Utrecht aan de interessante verhalen van de diverse sprekers, met elk een zeer verschillende invalshoek. Zo ging Stefan van Heumen van TNO in op de vernieuwingen die de nieuwe richtlijn luchtbehandeling met zich meebrengt. En Koen Defoort beschreef het proces naar een nieuwe OK in de Sint Maartenskliniek. I n het ochtendprogramma van FMT otaal OK was er verdiepende aandacht voor de nieuwe richtlijn luchtbehandeling in operatie- en behandelkamers. In vergelijking met de WIP-richtlijn van 2014, die opvolging vindt in de nieuwe SRIrichtlijn, zijn de grote verschillen het loslaten van het voorzorgsbeginsel én minder nadruk op de relatie tussen het aantal deeltjes en kve’s (zie ook FMT 4 van juli, p 28). Luchtkwaliteitsadviseur Johan Laurensse ging in op de meerwaarde van ‘realtime’ partikelmetingen in de OK. Traumachirurg Maarten van der Elst (Reinier de Graaf Gasthuis, Delft) hield een pleidooi voor samenwerkingsverbanden met TU’s voor onderzoeksprojecten naar veiligheid in de OK: Straling, Luchtkwaliteit en Teamwork. Marcel Loomans (TU/e) deed verslag van een in situ-onderzoek naar het thermisch comfort op de OK. Orthopeden Stefan van Heumen, consultant Building Physics & Systems TNO, ging in op de vernieuwingen die de nieuwe richtlijn met zich meebrengt. “De voormalige WIP-richtlijn van 2014 bevatte veel meer technische eisen en deelrichtlijnen.” Professor dr. Paul Jutte, 22 FMT | november 2022 orthopedisch chirurg en afgevaardigde van de beroepsvereniging van orthopeden NOV, had als lid van de expertgroep een belangrijk aandeel in de totstandkoming van de nieuwe richtlijn en de discussies die daarbij hoorden, hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot een separaat standpunt van de NOV om meer invulling te geven aan de richtlijnen voor een klasse 1+ OK. “Ik vind het logisch dat de NOV in de voorste gelederen stond in dit proces vanwege de hoge infectiegevoeligheid van orthopedische operaties”, vertelt Van Heumen na afloop van zijn presentatie. “Daarnaast gebruiken chirurgen bijvoorbeeld technieken als diathermie: een techniek die veel lijkt op elektrisch lassen en die gebruikt wordt om bloedvaatjes dicht te schroeien. Dat is een procedure waarbij carcinogene deeltjes kunnen vrijkomen. Dan moet je dus de beste voorzorgsmaatregelen nemen. Dat geldt ook voor het vanuit arbo-oogpunt verminderen van de concentratie anesthesiegassen. Daarvoor heb je aan een ventilatievoud

'Veel technische eisen en normen uit de WIP-richtlijn zijn geschrapt' Stefan van Heumen: "De nieuwe richtlijn Luchtbehandeling maakt het keurslijf minder dwingend, maar het is ook moeilijker om te bepalen wanneer je nieuwe OK nou voldoet aan de normen. " voor; niet de installateur. De ontwerpende partijen en de adviseurs op het gebied van installatietechniek moeten hun toolkit aanpassen. Maar voordat dit een grote verandering teweeg heeft gebracht in hoe de Nederlandse OK’s eruit zien, ben je echt jaren verder.” van 6 (klasse 2 operatiekamer) veelal niet voldoende. Of neem openhartchirurgie. Een operatie duurt dan bijvoorbeeld 3 uur of langer. Intensiteit x tijdsduur = impact. Kun je dan wel uit de voeten met een circulatievoud van 20? Daar moet je over nadenken; het zijn de medisch specialisten die de gevolgen terugzien in de vorm van postoperatieve wondinfecties als de luchtkwaliteit suboptimaal is.” Er verandert in de praktijk niet zo veel van de ene op de andere dag, gaf Van Heumen toe. “Het zijn vooral de ziekenhuizen en privéklinieken (zelfstandige behandelcentra) die tegen beslissingen over nieuwe faciliteiten aanzitten, die zich op de vernieuwingen moeten instellen. Veel technische eisen en normen uit de WIP-richtlijn zijn geschrapt, zoals de norm voor luchtdichtheid van de OK. Dat maakt het keurslijf minder dwingend, maar het is ook moeilijker om te bepalen wanneer je nieuwe OK nou voldoet aan de normen. Want je bent daar als ziekenhuis uiteindelijk zelf verantwoordelijk Meer ruimte In het middagprogramma kregen de bezoekers van Niek Sperna Weiland, anesthesioloog bij Amsterdam UMC, de harde cijfers te horen over de CO2 -afdruk van OK’s én hoe die afdruk te verminderen (zie ook FMT 5). Vervolgens vertelde Koen Defoort, orthopeed bij de Sint Maartenskliniek in Nijmegen, over het proces naar een nieuwe OK. De foto’s die hij liet zien van de oude situatie spraken boekdelen: met spullen volgestouwd, duidelijk 23

Koen Defoort: “De kans op infecties minimaliseren begint bij de bouw." te klein geworden. “We hadden meer ruimte nodig, ook omdat de casussen steeds complexer zijn geworden en infectiegevoeliger. Los daarvan hebben we meer oog gekregen voor de vitaliteit van het personeel. We hebben de plicht om goed te zorgen voor alle medewerkers.” Ter inspiratie bezochten Defoort en zijn collega’s talrijke OK’s, in binnen- en buitenland. Daarbij viel hem op dat die heel vaak te vol staan met apparatuur, wat zorgt voor minder veiligheid en minder goede werkomstandigheden. “We realiseerden ons: less is more. En het besef kwam dat we niet moeten starten vanuit de vragen ‘wat wil je maken en wat heb je nodig?’, zoals bij een klassiek ontwerpproces, maar met de vraag waaróm je het doet: voor de patiënten én voor de medewerkers.” Veiligheid voorop Veiligheid was een belangrijke factor bij het ontwerp van de nieuwe OK, vertelt Defoort. “De kans op infecties minimaliseren begint bij de bouw. We hebben gekozen voor compleet vlakke wanden zonder naden, die optimaal schoon te houden zijn. Dat geldt ook voor het plafond. Verder werken we met 'Starten met de vraag waaróm je het doet: voor de patiënten én voor de medewerkers' 24 FMT | november 2022 voetschakelaars en no-touchschakelaars. En natuurlijk geen snoeren meer over de vloer en dergelijke. Het luchtbehandelingssysteem Opragon zorgt voor optimale luchtkwaliteit. En er zijn nul deurbewegingen; de deuren gaan elektronisch op slot; bij calamiteiten kunnen ze uiteraard handmatig geopend worden.” Verder draait veiligheid ook om gedrag, namelijk discipline bij de medewerkers, betoogt Defoort. Hij vertelt hoe medewer kers van alle geledingen, van chirurgen en OKassistenten tot schoonmakers, inbreng hadden in het ontwerp. “Elke laag was erbij

| congres betrokken en kon punten aangeven die ze belangrijk vonden. Dat moet ook om mensen duurzaam aan je te binden.” Ergonomie en vitaliteit waren dan ook hoofdrolspelers in het ontwerp. Behalve de prettige grote ruimte betekent dat ook inval van daglicht en plafondverlichting die aansluit bij het moment van de dag. En op de muren kunnen verschillende kleuren geprojecteerd worden. Een grote verbetering is ook dat we de digitale gegevens op een groot scherm in de wand voor ons zien. Ik hoef dus niet meer naar een klein schermpje te turen.” Er zijn er nog geen harde cijfers die laten zien dat er bijvoorbeeld minder ziekteverzuim is dankzij de nieuwe operatiekamer, zegt Defoort desgevraagd. “Maar ik merk dat de medewer kers er blij mee zijn.” Te veel OK’s Nicole Bouvy, hoogleraar Innovatieve Chirurgische Technieken aan Maastricht UMC+, gooide aan het begin van haar verhaal meteen een knuppel in het hoenderhok met de uitspraak “We hebben te veel OK’s.” Ze ging in op de risico’s van operaties en pleitte voor meer preventie, inzetten op vroege detectie en minimaal invasief ingrijpen. Haar hoofdboodschap ‘Van ziekenhuis naar preventie huis’ leek zeker een voedingsbodem te hebben bij het aandachtig luisterende publiek. Dat werd in de slotpresentatie van professor Maarten Steinbuch van TU Eindhoven meegenomen in een onemanshow, waarin hij niet schroomde om de relativerende woorden van Bouvy over de rol van robots in de OK met nadruk en humor tegen te spreken, soms met robotknuffeldier in de hand. “Gezien de exponentiële curve van de technologie de komende tijd gaan robots op vele gebieden een grote rol spelen, ook in de OK”, aldus de toekomstvisie van Steinbuch.  25

veiligheid | tekst • Frank van Wijck Scenario’s als basis voor brandveiligheidsbeleid Optimaal investeren om gevolgen te beperken Voor ziekenhuizen en verpleeghuizen is brandveiligheid een essentieel onderwerp. Het is echter moeilijk voor ze om tot een goede afweging te komen over de noodzakelijke investeringen en de opbrengst daarvan. Een economische benadering van het vraagstuk, uitgaand van scenario’s, kan ze helpen om tot een optimale investering met een zo groot mogelijke gevolgenreductie te komen, stelt prof.dr ir Genserik Reniers (TU Delft). Waarom wordt brandveiligheid vaak als een kostenpost gezien? “De reden daarvoor is eigenlijk dezelfde als bij de coronacrisis: je kunt niet bewijzen wat je hebt vermeden door de beschermende maatregelen die je hebt genomen. Heb je daadwerkelijk een uitbraak op grotere schaal voorkomen, of was het zonder al die maatregelen toch ook meegevallen? Er zit een paradox in natuurlijk. Als je alle maatregelen neemt en er gebeurt niets, dan krijg je de vraag of het geld voor al die maatregelen wel echt nodig is. En als het fout gaat komt ineens veel geld beschikbaar. Het is dus zaak voor veiligheidsmanagers om die emotie te gebruiken: uit te leggen wat er kan gebeuren als de maatregelen voor brandbeveiliging niet worden genomen en wat dan de directe en indirecte kosten kunnen en zullen zijn.” Om wat voor kosten gaat het in de zorg? ”Dat kunnen forse kosten zijn. Denk bijvoorbeeld aan bewoners van een verpleeghuis tijdelijk elders moeten onderbrengen, of in een ziekenhuis geen productie kunnen draaien. Vanuit de industrie weet ik echter dat organisaties daar vaak niet op de meest optimale manier mee bezig zijn, en ik kan mij goed voorstellen dat het in de zorg net zo is. De gangbare praktijk is dat de veiligheidsmanager een lijst met risico’s opstelt en dat het meeste geld naar de grootste risico’s gaat, berekend op basis van kansen en gevolgen. Interessanter of optimaler is te kijken naar de vraag bij welke bundel van maatregelen de grootste opbrengst zit, binnen een bepaalde budgetbeperking. Maar dat gebeurt dus niet.” Gebeurt dit wel in het economisch model dat u hebt ontwikkeld? “Model is een groot woord, het is een economische benadering om veiligheidsscenario’s op operationeel niveau in kaart te brengen. In de kern is die benadering voor toepassing op het onderwerp brandveiligheid vrij eenvoudig. Het begint met een goede inschatting maken van de gevolgen en de kansen voor brand. Scenario’s ontwikkelen dus en op basis daarvan enerzijds de kosten berekenen die je moet maken 26 FMT | november 2022 om scenario’s de baas te blijven, en anderzijds de vermeden kosten bepalen van alle scenario’s die door het nemen van de veiligheidsmaatregelen nooit zullen plaatsvinden. Dit leidt tot een overzicht van de kosten van veiligheidsmaatregelen. En daarmee kun je bepalen wat de optimale investering is om tot een zo groot mogelijke gevolgenreductie te komen binnen een bepaald budget.” Wat kunnen ziekenhuizen en verpleeghuizen hiermee doen? “In de kern is het vrij essentiële micro-economie. Maar het vraagt wel een leercurve om je in te werken in materie waarmee je niet vertrouwd bent en waarin je mogelijk ook niet geïnteresseerd bent. Toch is het heel rationeel en eigenlijk dus ook logisch om het wel te doen. Denk

'Bedenk met betrekking tot de zorg dat het ook om mensenlevens gaat' CV Genserik Reniers bijvoorbeeld aan wat je in een gebouw aan scenario’s kunt ontwikkelen om een brand te containen, te beperken tot één ruimte. En bedenk met betrekking tot de zorg ook dat het om mensenlevens gaat. De QALYbenadering (Quality Adjusted Life Years - red.) is hierop natuurlijk niet toepasbaar. Het is bijvoorbeeld wel mogelijk om een bedrag te koppelen aan een mensenleven, dat doen verzekeringsmaatschappijen immers ook. Een andere benadering is eveneens mogelijk. Het is in ieder geval wel zaak erover na te denken.” Is het een direct bruikbaar instrument voor de zorg? “Nee, op dit moment is het een academisch werk. Het zou vertaald moeten worden naar een praktisch te gebruiken tool en als daarin interesse bestaat kan dat natuurlijk ook. En het zou ook van waarde kunnen zijn voor de zorg. Maar feitelijk is er niets dat ziekenhuizen en verpleeghuizen tegenhoudt om nu al een begin te maken. Op Excellbasis kunnen ze al een heel eind komen. Het vergt echter wel een tijdsinvestering. Scenario’s en kosten en vermeden kosten aan elkaar kunnen koppelen, vergt informatie over wat op alle afdelingen van een ziekenhuis of verpleeghuis aan voorzieningen voorhanden is en wat daarvan de kosten zijn. Dat maakt het behoorlijk veelomvattend. Maar het is natuurlijk ook mogelijk om er op kleinere schaal een begin mee te maken, bijvoorbeeld via een pilot of een casestudy waarin scenario’s voor één afdeling worden ontwikkeld. Dit laat zien hoe zoiets het best kan worden aangepakt en dat is een goed uitgangspunt om het vervolgens te verbreden.”  Prof.dr ir Genserik Reniers is burgerlijk scheikundig ingenieur en is als doctor in de toegepaste economische wetenschappen als hoogleraar verbonden aan de TU Delft. Voor de Stichting Economie van Brandveiligheid is hij een van de docenten in de cursus Economie van brandveiligheid. Zijn theorie over operationele veiligheidseconomie is beschreven in het boek Operational Safety Economics (Wiley Press, ISBN: 978-1-118-87112-6). Genserik Reniers | Foto: TU Delft 27

veiligheid | partnercontent • MultiBel WSAS tilt brandveiligheid naar een hoger niveau Smartphone vervangt PZI-pagers Een brand of een andere calamiteit snel ontdekken is één ding, maar op een snelle en veilige manier niet-zelfredzame mensen evacueren is minstens zo belangrijk. Tot 2 jaar geleden werd voor dit soort noodsituaties vaak gekozen voor een personen-zoekinstallatie (PZI). Al jaren is er vanuit de branche de wens om de PZI te vervangen door een zogenoemd draadloos stil-alarmsysteem dat alarmeert via smartphones. In oktober 2020 heeft MultiBel als eerste het Kiwa-certifi caat ontvangen voor het Wireless Silent Alarm System (WSAS). Het certifi catieschema 'K21047 Wireless Silent Alarm Systems’, is door Kiwa specifi ek opgesteld voor het installeren en onderhouden van een draadloos stil-alarmsysteem. Daarbij zijn in het schema de eisen voor EN 50136-1 en NEN 2575 opgenomen. WSAS in de praktijk In september 2021 was zorgorganisatie De Waalboog in Nijmegen de eerste organisatie die de MultiBel ontruimingsinstallatie in gebruik nam. Sindsdien zijn er tientallen zorginstellingen en ziekenhuizen gevolgd om MultiBel in te zetten als gecertifi ceerde stil-alarm-ontruimingsinstallatie. Wat zijn de voordelen ten opzichte van een traditionele PZI? Waarom kiezen zij voor WSAS? ‘De nieuwe oplossing geeft meer zekerheid dat onze bedrijfsnoodorganisatie snel kan optreden’(Quote: Adrz) 28 FMT | november 2022 Gebruiksgemak Bijna iedereen loopt met een smartphone op zak; logisch om die dan ook te gebruiken bij ontruimingen. Ook in de zorgwereld is de smartphone aan een grote opmars bezig. Naast de wens om de PZI te vervangen worden ook bijna alle DECT-toestellen vervangen door cloudgebaseerde centrales met smartphones. Zorginstellingen willen diezelfde smartphones dan ook gebruiken om een ontruiming in goede banen te leiden. Pagers moeten door de medewerkers uit het rek gehaald worden en ook weer teruggebracht. Het klinkt simpel, maar in de praktijk leidt dit tot weerstand bij de gebruikers of het wordt zelfs vergeten. Een smartphone vergeet niemand meer. Zeker niet als diezelfde smartphone ook gebruikt wordt voor het verpleegoproepsysteem.

'We hebben nu 34 smartphones, tegen voorheen 6 of 7 pagers. Dat is een enorme beveiligings upgrade' (Quote: De Waalboog) Betrouwbaarheid Het systeem van MultiBel is over de volledige keten redundant uitgevoerd. Er wordt dan ook een beschikbaarheid van 99,95% gegarandeerd, duidelijk meer dan de geëiste 99,7%. Daarnaast zijn pagers in aanschaf relatief duur. In de praktijk wordt daarom vaak gekozen om het minimum benodigde aantal pagers in te zetten, terwijl je bij een ontruiming juist informatie aan zoveel mogelijk medewerkers wilt kunnen verspreiden. Dan weten meer collega’s wat er precies aan de hand is en wat er van hen verwacht wordt. Dit komt de effi ciëntie van de ontruiming ten goede. Smartphones zijn toch al vaak voorhanden en extra mensen daarop alarmeren geeft dus weinig extra kosten. Aanwezigheidsregistratie en waarschuwing De WSAS oplossing maakt gebruik van automatische aanwezigheidsregistratie. In de praktijk betekent dat dat alleen collega’s die op de locatie aanwezig zijn worden gealarmeerd. Daarnaast controleert MultiBel op de achtergrond of er te allen tijde voldoende hulpverleners aanwezig zijn; een vraag waar niet alle organisaties altijd het antwoord op hebben. Zeker in nachtelijke situaties is er met regelmaat sprake van onderbezetting. MultiBel registreert automatisch 24 uur per dag of aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Bij onderbezetting volgt direct een melding naar de verantwoordelijken. Minder onderhoud en onbeperkte levensduur Een PZI moet jaarlijks geïnspecteerd worden, net als overigens smartphone-oplossingen die afh ankelijk zijn van een server op locatie. Daarnaast gaan pagers regelmatig stuk en zijn ze na een aantal jaren vaak niet meer leverbaar, waardoor een hele nieuwe installatie gekocht moet worden. MultiBel is een cloudgebaseerd ontruimingssysteem. De verbindingen worden continu gemonitord, waardoor het leeuwendeel van het onderhoud wegvalt. Er zijn geen zenders meer nodig om de pagers te bereiken, dus is er ook geen zendvergunning nodig. Wel zal het interne WIFI-netwerk en/of de bereikbaarheid van het draadloze telecomnetwerk binnen de gebouwen voldoende moeten zijn. Eén veiligheidsplatform met extra functionaliteiten Naast het in gang zetten van een ontruiming, wordt MultiBel als veiligheidsplatform ook gebruikt voor tal van andere toepassingen. Voor het oproepen van de BHV, piketdienst of crisisteams, voor het activeren van het ziekenhuis-rampenopvangplan ZiROP, maar ook voor de beveiliging van mensen die alleen werken. Binnen de zorg is het juist voor ambulante medewerkers of medewerkers van GGZ-instellingen belangrijk dat zij bij agressie snel en gemakkelijk een alarm kunnen activeren. MultiBel biedt hiervoor 4 verschillende vormen van persoonsbeveiliging: de intervalcontrole, valdetectie, bewegingloosheid en als laatste de fysieke noodknop. Collega’s die in de buurt zijn worden gealarmeerd of - alternatief - een alarmcentrale. Ze ontvangen de exacte locatie en door de spreek-luisterverbinding kan er contact gelegd worden. De medewerker voelt zich gesteund en weet dat hulp onderweg is. MultiBel biedt ook een porto foonfunctie en conference call voor de communicatie. Er ontstaat veel sneller een gemeenschappelijk beeld, doordat belanghebbenden met elkaar kunnen praten. Daarnaast kunnen ook foto’s, video’s, taakkaarten en ontruimings plattegronden gedeeld worden.  Meer informatie https://www.multibel.eu/nl/ontruimings installatie/ 29

veiligheid | partnercontent• Normec Fire Safety & Security Brandveiligheid op zorglocaties: inspecties essentieel Op zorglocaties heb je vaak te maken met personen die niet zelfredzaam zijn. Zij kunnen zichzelf bij een calamiteit niet of minder goed in veiligheid brengen. Daarom is het van levensbelang dat het brandveiligheidssysteem goed werkt op het moment dat het écht nodig is. Hoe borg je de brandveiligheid op een zorglocatie? Koen Jagers van Normec Fire Safety & Security, een geaccrediteerde inspectie-instelling voor brandveiligheid, gaat in op deze vragen. Rook en warmte grootste gevaar Volgens Koen Jagers is opeenhoping van rook en warmte het grootste gevaar bij brand: “Rook vermindert het zicht en belemmert de ademhaling. En doordat je minder kunt zien, raak je sneller in paniek. Daarnaast verspreidt rook zich snel. Door de oplopende hitte breidt vuur sneller uit en wordt de schade groter. Snelle signalering is dus belangrijk. Zéker op plekken waar je te maken hebt met personen die niet of minder zelfredzaam zijn. Daarom is het belangrijk dat je goed en met veel verantwoordelijkheidsgevoel met brandveiligheid omgaat.” Continuïteit waarborgen Naast het voorkomen van slachtoff ers wil je uiteraard ook het behoud van je zorglocatie waarborgen, zodat de zorg door kan gaan. “Je moet er niet aan denken dat in een ziekenhuis meerdere operatiekamers afb randen, of dat mensen in een verzorgingshuis niet meer in hun woning terecht kunnen. Kortom, voorkómen is beter dan genezen. Of als er toch brand uitbreekt: het beperken van de schade. Daarom zijn inspecties zo belangrijk.”, aldus Jagers. Inspecties zijn essentieel Om zeker te zijn dat de brandbeveiliging aan de gestelde eisen blijft voldoen, is het in veel gevallen verplicht om periodiek een inspectie te doen. Dit kan vanuit het Bouwbesluit zijn of vanuit de verzekeraar. Jagers: “Het doel van een brandmeldinstallatie is om brand tijdig te detecteren, te signaleren en te melden. Het tijdig in werking stellen van het brandalarm is zeer belangrijk om iedereen tijdig te evacueren. Daarom zijn inspecties zo essentieel. Een ins tallatie moet niet alleen werken, maar ook aan de gestelde doelen beantwoorden 30 FMT | november 2022 Tijdens een inspectie bekijken we niet alleen of de installaties werken, maar ook of deze voldoen aan de gestelde doelen. Want zo zorgen we samen dat Nederland optimaal brandveilig is.” Over Normec Fire Safety & Security Normec Fire Safety & Security is een geaccrediteerde inspectie-instelling op het gebied van brandveiligheid. Ze werken al bijna 20 jaar met een team professionals, die allemaal hun eigen specialisme hebben. Dankzij deze jarenlange ervaring en brede kennis van brandbeveiliging kunnen zij het complete inspectieproces verzorgen. Dit alles om Nederland optimaal brandveilig te maken.  Meer informatie www.normecfss.nl

tekst • Mirjam Hommes | brandveiligheid Whitepaper met nieuwste inzichten beschikbaar Ontruimingsconcepten en stay-in-place in de zorg De Brancheorganisaties Zorg (BoZ) en Brandweer Nederland werken samen aan een risicogestuurde aanpak van brandveiligheid in de zorg met het programma ‘De Zorg Brandveilig’. Het afgelopen jaar is met hulp van allerlei partijen een whitepaper over ontruimingsconcepten en stay-in-place opgesteld. Deze whitepaper is nu beschikbaar. WHITEPAPER VERKENNING ONTRUIMINGSCONCEPTEN EN STAY-IN-PLACE IN DE ZORG D ankzij recent onderzoek naar rookverspreiding in woongebouwen en onderzoeken naar branden in de zorg (zoals de brand bij Rivierduinen in 2011 of de brand bij Aafje Smeetsland in 2021), leren we steeds meer over brandveiligheid in de zorg schrijft De Zorg Brandveilig op haar website. De nieuwe inzichten zijn ook reden tot zorg. Want bij een brand is door rookverspreiding vaak nog minder tijd om te ontruimen dan voorheen werd aangenomen. Ontruimen moet anders Het is nodig om kritisch te kijken naar de wijze waarop we in de zorg ontruimen bij brand. Een recente ontwikkeling hierbij is de aandacht voor de diverse ontruimingsconcepten en het stay-in-place-concept. In het whitepaper leest u: • Een uitwerking van en uitleg over ontruimen in zorginstellingen; • Een uitwerking van en uitleg over ontruimingsconcepten en verschillende termen die gebruikt worden in deze context; • Een verdieping in de risico’s en toepasbaarheid van stay-in-place; • Een uitleg over een risicogericht benadering van brandveiligheid in de zorg. Cover whitepaper Brandveiligheid in de zorg, ontruiming en stay-in-place Voor wie? Deze whitepaper is geschreven voor iedereen die in de zorg werkt, zich bezighoudt met brandveiligheid en meer informatie wil over het concept ‘stay-in-place’ en in verschillende ontruimingsconcepten. De whitepaper is nu beschikbaar op de website van De Zorg Brandveilig.  Meer informatie www.dezorgbrandveilig.nl 31

huisvesting | tekst • Wilma Schreiber | Foto’s • Allévo Zierik7: 'Samen-leven' in stervormige laagbouw Afgelopen zomer vond de officiële opening van Zierik7 plaats, een nieuwe woon-zorglocatie van Allévo met ruime appartementen voor 93 bewoners en dertig studio’s voor revalidatiezorg. De stervormige laagbouw biedt iedereen - somatische en psychogeriatrische cliënten - een eigen vooren achterdeur. En dankzij domotica hebben bewoners met dementie veel meer vrijheid. “Die ondersteunt het sociale contact, de veiligheid en de activering. Daar doe je het als zorgorganisatie uiteindelijk voor: een stukje leven toevoegen aan elke dag.” “Het gebouw is zo ingericht dat bewoners hun eigen ritme kunnen volgen en zich in verschillende vrijheidsgraden kunnen bewegen”, aldus Natasja Mariman, voorzitter RvB. D e bouw van Zierik7, een ontwerp van het Rotterdamse architectenbureau Gortemaker Algra Feenstra, ging in 2020 van start, lag in 2021 tijdelijk stil vanwege het faillissement van de hoofdaannemer en werd begin dit jaar afgerond door de nieuwe aannemer Constructif uit Dordrecht. Het resultaat mag er zijn: een stervormig gebouw met zeven poten, met op de begane grond de appartementen voor langdurige zorg en op de eerste verdieping de studio’s voor revalidatiezorg. De opzet is licht, ruim en elke bewoner heeft zijn eigen woon-, slaap- en badkamer. “Een enorme vooruitgang ten opzichte van de oudbouw. Daar sliepen mensen nog met z’n tweeën op één kamer en deelden ze een badkamer op de gang met meerdere personen. Kamers hadden vaste kasten, er was geen ruimte voor eigen spulletjes”, schetst Natasja Mariman, voorzitter raad van bestuur van Allévo. Het oude pand, dat rijp is voor de sloop, is momenteel in gebruik als opvang van Oekraïners. Ontwerp volgt leefritme De ruime opzet en de laagbouw zijn opvallend en een bewuste keuze. “Het is natuurlijk veel rendabeler om de hoogte in te gaan, dat scheelt 32 FMT | november 2022 vierkante meters op de begane grond. Ook kun je dan volstaan met één binnentuin. Wij hebben echter gekozen voor het welbevinden van bewoners en het gebouw zo ingericht dat zij hun eigen ritme kunnen volgen en zich in verschillende vrijheidsgraden kunnen bewegen”, stelt Mariman. “Zo kunnen zij hun eigen dag indelen en inkleuren. Bijvoorbeeld pas om 10.00 uur opstaan als ze dat willen.” Zierik7 kent ook buurtkamers in plaats van de traditionele huiskamers. Elke buurtkamer heeft een eigen thema – sport, keuken, haven, etc. “Bewoners kunnen er de maaltijd gebruiken, maar dat hoeft niet. Of ze kunnen gezellig met gelijkgestemden naar een sportwedstrijd kijken.” De studio’s voor revalidatiezorg op de eerste verdieping zijn gelegen aan brede therapiegangen, met ruimte voor rollators en loopoefeningen, alles om ervoor te zorgen dat mensen weer zo snel mogelijk naar huis kunnen. Pakket aan sensoren De vrijheid die met name dementiële bewoners genieten is te danken aan een uitgebreid domoticasysteem, dat is opgezet in samenwerking met Consyst in Sint-Oedenrode. “Familie en arts bepalen samen de

Kenmerkend voor Zierik7 is de ruime, stervormige opzet van de zorglocatie. ‘Dankzij domotica kunnen we mensen elegant door het gebouw leiden’ leefcirkel van een bewoner, hoe vrij iemand zich door een gebouw kan bewegen. Doordat mensen gewoon lekker kunnen rondlopen, neemt de dwaaldrang enorm af”, vertelt Mariman. Codes en gesloten deuren zijn verleden tijd. “Elke bewoner heeft een polsbandje waarin zijn leefcirkel is geprogrammeerd. Als iemand daarbuiten raakt, krijgt het verplegend personeel een melding. Het polsbandje dient tegelijkertijd als sleutel voor de eigen voor- en achterdeur. Andere bewoners kunnen dus niet Op de eerste verdieping bevinden zich de studio’s voor revalidatiezorg. binnenlopen, het verplegend personeel uiteraard wel, maar ook zij zijn in principe te gast en kloppen aan.” Verder zijn de appartementen uitgerust met verschillende sensoren, als de familie daar toestemming voor geeft. Onder meer in het plafond, zodat wanneer een bewoner valt en roept, het verplegend personeel gealarmeerd wordt. Bedsensoren melden wanneer iemand te lang uit bed en wellicht aan het dwalen is; in zo’n geval kunnen eventueel ook additionele bewegingssensoren geplaatst worden. “Zo ontstaat een heel pakket waarmee we mensen elegant door het gebouw kunnen leiden, zonder dat het zichtbaar is, maar we hen indien nodig wel kunnen sturen.” 33

De buurtkamers hebben alle een eigen thema, zoals hier de Haven. ‘Wonen in een straatje’ Om bewoners nog meer het gevoel van ‘wonen in een straatje’ te bezorgen, sluit elke voordeur aan op de gang in de ‘wijk’ van het gebouw en de achterdeur op de binnentuin. Gangen hebben scheepsnamen - Klipperstraat, Sloepstraat, Kotterstraat – passend bij het maritieme karakter van Zierikzee. “Mensen kunnen een wandelingetje maken of lekker buiten zitten, want we hebben veel zon in Zeeland”, lacht Mariman. “En bezoek hoeft niet eerst de hele zorglocatie door te lopen, maar kan gewoon aankloppen bij de bewoner. Dat is toch een hele andere manier van mensen ontvangen. De opzet is voor coronatijd bedacht, maar mocht op één afdeling corona uitbreken, dan kan bezoek elders nu gewoon doorgaan.” De appartementen zijn met 33 vierkante meter ruim van opzet, met een eigen slaap-, douche- en zitgedeelte. Ook dit bevordert het gevoel van vrijheid bij bewoners. “In een zorglocatie woon je toch samen met mensen die je niet hebt uitgekozen, dan is het fijn als je kunt uitwijken naar je eigen kamer of een buurtkamer. Ook het personeel vindt elkaar hier, wat de samenwerking bevordert. Zo ondersteunt het nieuwe gebouw op allerlei manieren de transitie van zorg naar welbevinden.” Opzet: Leven in vrijheid Uniek aan de formule van Zierik7 is dat somatische en psychogeriatrische bewoners op grote schaal samen leven. “Je ziet dat er steeds meer psychogeriatrische cliënten bij komen, wij sorteren voor op die trend. Bovendien willen we ervoor zorgen dat mensen dat laatste stukje van hun leven niet hoeven ‘uitzitten’, maar zo veel mogelijk in 34 FMT | november 2022 Interieur van de nieuwe moderne zorglocatie. vrijheid kunnen genieten in plaats van dat ze om 10.00 uur gewassen en geschoren aan de koffie moeten zitten”, zegt Mariman. “Allévo wil tevens onderzoeken of dit een optie is voor de andere zorgcentra binnen ‘Voor de nachtdienst hebben we stepjes gekocht, met een mandje voorop voor de medicijnen’

De houten omlijstingen van de ramen zorgen voor schaduw en fungeren tegelijkertijd als bankje. de organisatie. Ook landelijk wordt deze opzet op de voet gevolgd.” Met name voor de verpleegkundigen was het in het begin erg wennen om beide groepen te verzorgen. “Vooraf hebben we niet voorzien dat de nachtdienst, uitgevoerd door één persoon, vanwege de ruime opzet soms op een nacht wel vijftien kilometers moet maken, heen en weer van de centrale post naar de appartementen. Inmiddels hebben we stepjes gekocht, met een mandje voorop voor de medicijnen.” Duurzaam ontwerp Vanzelfsprekend heeft duurzaamheid eveneens een belangrijke plek gekregen in het ontwerp. Zo zijn er zonnepanelen en warmtepompen aangebracht, en is er een isolerend sedumdak. Mariman: “De vetplanten reduceren tevens de wateroverlast, doordat ze water deels opnemen en afvoeren. En het ziet er natuurlijk ook prachtig uit.” De houten omlijstingen voor de ramen van de appartementen bieden wat schaduw en fungeren tegelijkertijd als bankjes voor de bewoners. Een buitentuin en wandelpaden vervolmaken de prettige woonomgeving. Vanaf de ontwerpfase zijn cliëntenraad en personeel meegenomen. “Iedereen heeft meegedacht, we hebben ook informatiesessies en kijkmomenten georganiseerd, zodat ze de vorderingen konden volgen.” Hoewel bewoners en verplegend personeel meer dan tevreden zijn over de nieuwe locatie, blijft er altijd wat te wensen over. “Om desoriëntatie verder tegen te gaan, willen we herkenbare beleefpunten aanbrengen. Verder onderzoeken we de mogelijkheid om met medewerkers en bewoners een eigen markt voor groente en fruit op te zetten, in samenwerking met lokale boeren om daarin wat meer zelfvoorzienend te worden”, aldus Mariman, die afsluit met een bijzondere noviteit. “Op suggestie van het locatiehoofd geven we bewoners die hiertoe in staat zijn een plek in de sollicitatiecommissie, zodat zij mee kunnen bepalen wie hen gaat verzorgen.”  Visitekaartje Allévo Allévo in Goes is een Zeeuwse zorgorganisatie die zorg en diensten levert op het gebied van thuiszorg, wonen met zorg, revalidatie en specialistische hulp zoals dieetadvisering. De naam Allévo is afgeleid van het Latijnse woord ‘allevare’ dat ondersteunen, verzachten of verlichten betekent. En dat is ook waar de organisatie voor staat, passend binnen de leefstijl en in de directe woonomgeving van inwoners van de Oosterschelderegio. Allévo telt ruim 1.600 medewerkers en biedt zorg aan circa 3.500 cliënten in de thuiszorg. De organisatie heeft vier zorgcentra, waaronder Zierik7, waar in totaal ruim 280 cliënten wonen. Meer informatie www.allevo.nl. 35

NVTG | tekst • Victor Pastoor, NVTG bestuurslid en Arcadis De kracht van het NVTG najaarscollege Kennisdeling trends en ontwikkelingen In het NVTG najaarscollege 2022 in Nijkerk gaven vier externe professionele sprekers lezingen over de trends en ontwikkelingen in technologie in de gezondheidszorg en het personeelstekort op de arbeidsmarkt. Dagvoorzitter Victor Pastoor (NVTG bestuurslid en senior consultant bij Arcadis) kijkt in een epiloog terug op het succesvol verlopen NVTG college. D e opening van het NVTG college werd traditiegetrouw gedaan door de NVTG als gastheer, in dezen vertegenwoordigd door onze voorzitter Marcel Barendregt van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Na zijn hartelijk welkom presenteerde NVTG-bestuurslid Victor Pastoor als dagvoorzitter de trends en ontwikkelingen waar NVTG’ers dagelijks zoal tegen aan lopen : • Technologie in de zorg wordt steeds complexer • Energietransitie en CO2 -route naar 2030 en 2050 • Extreme stijging van energieprijzen • Torenhoge inflaties • Krapte op de arbeidsmarkt Hij legde de link tussen de actualiteiten en waarom juist deze vier sprekers waren uitgenodigd en introduceerde hun presentaties. Peter Ros, toekomststrateeg Toeksomststrateeg en ondernemer Peter Ros nam ons in zijn lezing mee in ‘De kansen bij schaarste’ die ook draaide om de stelling “Let the world be beneficial for many, instead of profitable for some”. Hij kaartte drie thema’s aan als stof tot nadenken: Schaarste, Overvloed en Hoe nu verder. • Ros positioneerde Schaarste als de balans tussen gelimiteerde middelen en ongelimiteerde behoeften. De behoeften van de mens zijn in de laatste decennia exponentieel gestegen ten opzichte van de behoeften van de mensheid eeuwen geleden. Met “scarcity breeds creativity” citeerde hij Mike Stemple. En schaarste biedt ook ’focusdividend’, waarna hierover een nadere duiding volgde. • Overvloed werd geïntroduceerd met behulp van een mindmap over Tech & Trends. Deze mindmap gaf een beeld van de ontwikkelingen 36 FMT | november 2022 Toekomststrateeg Peter Ros die gaande zijn en de dynamieken zoals Peter Ros die percipieert. Hij attendeerde de bezoekers tevens op de Law of accelerating returns van Ray Kurzweil, ofwel: nieuwe technologie biedt bestaande apparaten veel meer mogelijkheden. Ook kaartte hij Amara’s Law aan: We tend to overestimate the effect of a technology in the short run and underestimate the effect in the long run. • Hoe nu verder? Innovaties zijn vaak nieuwe combinaties van bestaande zaken. Ros hield het publiek de stelling voor dat het ziekenhuis van de toekomst een netwerk is. Met gedecentraliseerde technologie, wearables, zorgrobots, DNA-sequentie met predictive healthcare, 3D printed prosthetics, 4D printed bodyparts, chip on organs, Datadriven preventie, gepersonaliseerde zorg, etc. Hij benoemde dat voor Actie voor verandering een combinatie nodig is van Urgentie en Perspectief en dat werd ook toegelicht aan de hand van de ComfortCrisis paradox, waarbij je in een cirkel beweegt van comfort, naar crisis, naar create naar consolidate en je weer bij comfort aanbelandt. Tot slot werd benadrukt dat als je anders kijkt naar zaken, dan je dan meer ziet, ofwel Connect Unusual Suspects.

'Duurzaamheid is alles wat toekomstige generaties willen erven, gebruiken en onderhouden' • Circulair : louter gebruikmakend van circulaire materialen en producten. Hoe worden we onderdeel van de circulaire economie? Voorbeelden zijn besproken van circulair bouwen en circulair inkoopbeleid. Ook werd stilgestaan bij de CO2 -emissies op basis van emboProf.dr.ir. Andy van den Dobbelsteen, Hoogleraar Climate Design TU Delft | Foto: Cok Francken Prof.Dr.ir. Andy van den Dobbelsteen van TU Delft Professor Andy van den Dobbelsteen is Hoogleraar Climate Design & Sustainability aan de faculteit. Bouwkunde van de TU Delft. Hij had een zeer interessante lezing over ‘Zorg voor duurzame toekomst’, waarbij hij Duurzaam conform emeritus hoogleraar Jón Kristinsson definieerde als “alles wat toekomstige generaties willen erven, gebruiken en onderhouden”. Hij stelde dat de gebouwde omgeving van de toekomst aan vier voorwaarden moet voldoen: • Klimaatadaptief: we zullen gebouwen moeten gaan voorbereiden op het klimaat in 2050, ofwel op klimaatrisico’s van extreem weer met windhozen, buien met extreem grote hagelstenen met de afmetingen van golfballen en tennisballen, grotere kans op bosbranden, extreem hoge temperaturen met hittestress in binnensteden, overstromingen van rivieren of opkomend grondwater en wateroverlast door regenbuien. Tevens werd het belang van meer groen en natuur terugbrengen in de gebouwde omgeving benadrukt • CO2 -neutraal: emissieneutraal en volledig overgeschakeld op hernieuwbare energiebronnen. Hoe snel krijgen we de energietransitie op gang. Daarbij moeten we onderscheid maken tussen elektriciteitstransitie en de warmtetransitie, inclusief hybride oplossingen voor de tussentijd tot 2050. We zullen vraag naar elektriciteit en aanbod van duurzame bronnen beter op elkaar moeten afstemmen, wellicht zijn daar accu’s bij nodig voor kortetermijnopslag en waterstof voor middellangetermijnopslag of E-fuels met koolwaterstoffen. Of we moeten gebouwen anders gaan ontwerpen met passive design en met ook verticale zonnepanelen op de gevel died carbon bij de ontwerpkeuzen voor bouwmaterialen. • Waarde toevoegend : bijdragend aan biodiversiteit, leefbaarheid, gezondheid, geluk. Tot slot werd stilgestaan bij duurzame bedrijfsvoering: we moeten allemaal om, maar hoe doen we dat? Daarbij werd geduid hoe het vastgoed van TU Delft verduurzaamd wordt onder coördinatie van de vakgroep van Andy van den Dobbelsteen. We zullen in de toekomst zelf ook anders moeten gaan leven, het maken van de juiste keuzen om weloverwogen investeringen te doen speelt daarbij een grote rol. Netwerken tijdens het NVTG-Najaarscollege 37

Beeld: Rijksoverheid Hans Bostlap, voormalig lid van de Raad van State | Foto: Walter Kallenbach Hans Borstlap, voormalig lid Raad van State Hans Borstlap is een zeer ervaren bestuurder op verschillende ministeries. In 2020 was hij voorzitter van Commissie Borstlap, die de werking van de arbeidsmarkt heeft onderzocht voor politiek Den Haag. Hij betoogde in hoeverre de regels die in Nederland gelden rondom het verrichten van werk nu, in de toekomst nog steeds leiden tot de gewenste resultaten. In wat voor land willen wij werken? Borstlap kaartte een drietal aspecten aan in zijn lezing: • Regels rond arbeidsrecht zijn veelal nog afgestemd op de situatie uit het verleden, in plaats van gericht op het heden en de toekomst. Veel wetgeving is bijvoorbeeld nog afgestemd op personeel met een vast arbeidscontract. Tegenwoordig heeft echter 45% van de werkzame bevolking geen vast contract, maar is fl exwerker of ZZP’er. Voor die doelgroep is de wetgeving dan nu niet goed geregeld. • Voor arbeidsrecht heb je nu met 4 verschillende ministeries van doen. Dat maakt het in Nederland ingewikkeld om iets voor elkaar te krijgen. Daarnaast zie je verkokering bij die vier ministeries, waardoor integrale oplossingen lastig worden. Waarom belasten we in Nederland arbeid heel hoog en bezit van kapitaal heel laag, terwijl we iedereen aan het werk hebben heel belangrijk vinden? De 3 W's van een effectieve toekomststrategie: wendbaarheid, weerbaarheid, wederkerigheid 38 FMT | november 2022 • Er is enorm gekort op Arbeidsbemiddeling, om werklozen weer aan het werk te helpen. Circa twee miljoen mensen zijn in Nederland laaggeletterd. Zij blijven al snel thuis op de bank zitten, terwijl ze eigenlijk wel willen en kunnen werken. Daarvoor is een duwtje in de rug nodig, daarvoor is arbeidsbemiddeling nodig. En let wel, dat kost maar een fractie van de totale overheidsbegroting als je daar focus op zou gaan leggen en het leidt tot een positieve maatschappelijke kosten-baten analyse, want het levert op alle fronten veel op als mensen weer aan de slag kunnen in het arbeidsproces en niet werkloos thuis hoeven te zitten. Hoe moeten we nu verder? Daarvoor kaartte Hans Borstlap de drie W’s aan: • Wendbaarheid : je moet beweeglijk zijn als mens om van de ene naar de andere baan te durven overstappen; • Weerbaarheid : je zult jezelf weerbaar moeten opstellen en je zult risico’s moeten durven nemen, anders blijf je ongewild zitten bij de werkgever waar je zat; • Wederkerigheid : voor wat hoort wat. Je kunt het systeem heroverwegen waarin mensen die er bewust een ongezonde levensstijl op na houden, vervolgens wel gratis gebruik kunnen maken van onbegrensde gezondheidszorg. Er is nog veel te verbeteren in Nederland. Peter Joosten, biohacker en toekomstonderzoeker Peter Joosten is biohacker en toekomstonderzoeker. Biohacking is de symbiose van je lichaam met technologie. Zijn carrière als professional biohacker begon toen hij ging hardlopen en daarvoor als gadget een sporthorloge kocht met allerlei technische functionaliteiten, zoals hartslag-monitoring en GPS-tracking. Tegenwoordig is hij veel gevraagd om lezingen te geven over de supermens en zijn visie op de toekomst. Zouden technologische oplossingen de mens kunnen helpen om zichzelf te verbeteren? “Human augmentation is an interdisciplinary fi eld that addresses methods, technologies and their applications for enhancing sensing, action and/or cognitive abilities of a human” citeert Joosten een onderzoek van Raisamo et al uit 2019, dat gepubliceerd is in het International Journal of Human-Computer studies.

Beeld: Corsano Health NVTG Biohacker en toekomstonderzoeker Peter Joosten Vervolgens liet Peter voorbeelden zien van bijvoorbeeld militairen d ie exo-skellet ons dragen, waard oor ze arbeid of bepaalde inspanningen veel langer vol houden. Ook belichtte hij het voorbeeld van een blinde man die met een speciale bril met camera via een chip in zijn oog toch weer visuele signalen doorkrijgt naar de hersenen en weer beter kan functioneren. Biedt biohacking als technologie in de toekomst de oplossingen voor de tekortkomingen van de mens? We komen een heel eind! Persoonlijk netwerken Er was er volop gelegenheid om te praten over de lezingen van het najaarscollege, elkaar weer even bij te praten over de gang van zaken op het werk en na afl oop zeer zeker ook te genieten van een warm buff et van lekker en gevarieerd eten. Het NVTG-college was weer geslaagd. De opkomst was enigszins vergelijkbaar met andere jaren. De NVTG heeft met dit college geprobeerd de leden een gevarieerd ensemble van relevante en professionele sprekers aan te bieden; we hebben daar ons nek voor uitgestoken. De NVTG is dan ook zeer verheugd om na afl oop van veel deelnemers teruggekoppeld te krijgen dat zij het een zeer geslaagde middag vonden met een hoogwaardig sprekersprogramma met stuk voor stuk interessante lezingen.  39 Vakvereniging verbindt professionals Door kennisverbinding brengen we samen de zorg vooruit. NVTG is een Nederlandse Vereniging voor Technologie in de Gezondheidszorg en bestaat uit circa 400 leden. Hiervan is de ene helft werkzaam is in een zorginstelling (instellingsleden), bijvoorbeeld als manager vastgoed of hoofd techniek & infra. De andere helft is werkzaam bij bedrijven (bedrijfsleden) die diensten of leveringen hebben bij zorginstellingen (ingenieursbureaus, installateurs, toeleveranciers van installatietechnische componenten, etc). Als beroepsvereniging ondersteunt NVTG professionals bij hun werkzaamheden in het management van vastgoed en technische installaties bij een cure of care-zorginstelling. In dat kader organiseert de vereniging frequent nationale en regionale bijeenkomsten, zoals het NVTG Najaarscollege op 29 september 2022 in Hotel Ampt van Nijkerk. NVTG nodigt je uit Word ook lid van de NVTG. Praat mee met actuele onderwerpen en vertel ons waar jij zoal tegen aan loopt, deel kennis hoe je daar mee omgegaan bent. Neem als NVTG-lid deel aan één van de ronde tafelgesprekken in 2022! Heb je interesse? Kijk op www.NVTG.nl

facilitair | tekst • Mirjam Hommes | Beeld • UMCG Twee meetmethoden ondervoeding vergeleken Ondervoeding in het ziekenhuis vaak niet herkend Ondervoeding staat niet altijd gelijk aan een laag gewicht. In rijke landen is ziekte-gerelateerde ondervoeding een groot probleem, dat kan leiden tot slechtere uitkomsten bij ziekenhuisopname. Promovenda Iris van Vliet pleit ervoor ondervoeding te signaleren door het meten van meerdere risicofactoren en niet alleen BMI en gewicht in ogenschouw te nemen. Ze vergeleek twee meetmethoden. Proefschrift dr. I.M.Y. (Iris) van Vliet Iris van Vliet promoveerde op 22 juni j.l. aan de Rijksuniversiteit Groningen op het in dit artikel beschreven onderzoek. Promotor: prof.dr. G.J. (Gerjan) Navis Titel proefschrift: Hidden hunger in the hospital? Recognition of malnutrition and malnutrition risk in complex hospital care Het proefschrift van Iris van Vliet is te downloaden via de RUG-website. I ris van Vliet is onderzoeker in het UMCG, met het specialisme voeding en diëtetiek, klinische voeding en ondervoeding in het ziekenhuis. Zij stelt dat de behandeling van ondervoeding dagelijkse kost is voor ziekenhuisdiëtisten. “Het is geen nieuw probleem, we weten al langer dat ondervoeding veel voorkomt en verstrekkende negatieve gevolgen heeft voor patiënten. Om die reden worden mensen bij opname in het ziekenhuis sinds 2006 gescreend op ondervoeding. Inmiddels is de samenleving behoorlijk veranderd. Overgewicht komt steeds vaker voor en kan het vaststellen van ondervoeding bemoeilijken. Je ziet ondervoeding dan niet altijd aan de buitenkant.” Met andere woorden: Ook mensen met overgewicht of obesitas kunnen ondervoed zijn. BMI of niet? Van Vliet vergeleek twee meetmethoden om ondervoeding op te sporen: de gebruikelijke MUST-instrumenten en het uitgebreidere PG-SGA (SF) screeningsmethode. In de MUST-checklist worden drie vragen gesteld over BMI, ongewenste gewichtsafname en voedselopname in de laatste vijf dagen voor ziekenhuisopname. Van Vliet: “Een patiënt met overgewicht scoort per definitie niet op BMI en moet veel gewicht verliezen voordat MUST aangeeft dat er sprake is van een verhoogd risico op ondervoeding. De BMI van de patiënt wordt bij de PG-SGA (SF) screeningsmethode juist niet meegenomen. Dit instrument gaat na of er sprake is van verminderde voedselinname, klachten die het eten en drinken bemoeilijken (misselijkheid of slikproblemen bijvoorbeeld) en verminderde activiteit of functioneren. Dit zijn allemaal risicofactoren voor ondervoeding. Als deze lang genoeg aanwezig zijn, heeft de patiënt grote kans om ondervoed te raken.” Grote verschillen De promovenda zag aanmerkelijke verschillen tussen de twee screeningsmethodes. De PG-SGA (SF) methode ontdekte 2,5 keer zoveel risico 40 FMT | november 2022

op ondervoeding als de MUST-screening. MUST vond in patiënten met overgewicht nauwelijks een verhoogd risico op ondervoeding (5%), terwijl uit de andere screening bleek dat meer dan een derde (36%) van deze patiënten een verhoogd risico loopt. Van Vliet: “Méér is natuurlijk niet per se beter, maar we zagen dat de PG-SGA (SF) daadwerkelijk díe patiënten opspoorde die een hoog risico hadden op slechte ziekte-uitkomsten. In een brede groep ziekenhuispatiënten bleken mensen met een hoog risico op ondervoeding ook een hoger risico te lopen op een langer verblijf en heropname of overlijden binnen een half jaar. Ook bij poliklinische patiënten met complexe aandoeningen, zoals patiënten na niertransplantatie, blijkt ondervoeding veel meer voor te komen als je spiermassa meeneemt in de diagnostiek, in plaats van alleen het totale lichaamsgewicht of de BMI. Verminderde spiermassa en/ of spierkracht gaan gepaard met een hoger risico op overlijden.” Ook slechtere wondgenezing en een lagere kwaliteit van leven is gelinkt aan ondervoe-ding. Van Vliet: “Ondervoeding brengt veel ellende met zich mee, die je hopelijk deels kan voorkomen door snellere opsporing en behandeling. Door niet de BMI, maar de ande-re risicofactoren voor ondervoeding mee te nemen, spoor je meer risicopatiënten op. Dat pleit wat ons betreft sterk voor deze andere manier van screenen.” Praktische meerwaarde In UMC Groningen is er – deels naar aanleiding van het onderzoek - discussie ontstaan over het beleid omtrent ondervoeding. Implementatie blijkt een ingewikkeld en langdurig proces, maar bij een aantal patiëntengroepen wordt nu standaard de PG-SGA (SF) screening gebruikt. Daaronder patiënten die mogelijk in aanmerking komen voor een hart- of longtransplantatie en een deel van de patiënten met kanker. Van Vliet: “Ook wordt er steeds vaker spiermassa of spierkracht bepaald. We hopen dat in de komende jaren verder uit te kunnen breiden op een manier die goed aansluit bij de dagelijkse gang van zaken en daarmee ook duurzaam is.” Door niet de BMI, maar de andere risicofactoren voor ondervoeding mee te nemen, spoor je meer patiënten op Aan andere zorginstellingen adviseert Van Vliet vooral een kritische blik op het eigen ondervoedingsbeleid. “De opsporing van ondervoe ding, ook als er sprake is van gelijktijdig overgewicht, is een heel cruciaal punt. Je wilt dat die opsporing tijdig is, doeltreffend in de huidige patiëntenpopulatie en ook niet te lang of te ingewikkeld. De PG-SGA (SF) methode lijkt een heel geschikt instrument en wordt wereldwijd al binnen zorginstellingen gebruikt, vooral in de oncologische zorg.” Van Vliet ziet ook meerwaarde in het onderling delen van ervaringen en best practices over het meten van ondervoeding tussen zorginstellingen. “Zo leren we meer over wat werkt en hoeft niet iedere instelling volledig opnieuw het wiel uit te vinden.” Ondertussen werkt de onderzoekster met haar collega’s nog aan een aantal analyses van de grote hoeveelheid verzamelde data. En in specifieke patiëntgroepen vindt inmiddels ook al vervolgonderzoek plaats.  41

facilitair | tekst • Betty Rombout Duurzame voeding in de zorg Voedingsbeleid langs de meetlat Verduurzaming van het voedingsaanbod; welke instelling is er niet mee bezig? ‘Duurzame voeding’ heeft echter meer gezichten: inkoop, productie en reststromen, bedrijfsvoering, assortimentskeuze en organisatie/ medewerkers/cliënten/patiënten. Transitie naar duurzame(re) voeding is dus geen eenduidige reis van A naar B. De campagne ToekomstProef biedt instellingen een meetinstrument om hun voedingsbeleid te analyseren en concrete actieplanen voor verbetering te definiëren. O m zorgbreed tot acties en oplossingen te komen, heeft het ministerie van VWS aan Stichting Eten+Welzijn, MVO Nederland en Nevi gevraagd een Community of Practice duurzame voeding in de zorg’ op te richten en te begeleiden. Hieruit is de campagne ToekomstProef ontstaan, waaruit een praktisch meetinstrument voortgekomen is. “We moeten een brug slaan tussen wetenschap, praktijkkennis en de zorgverleners en patiënten”, zegt Rudi Crabbé, mede-oprichter van Eten+Welzijn. “We zien dat er een groot gat zit tussen wat we weten en wat we doen. Eten+welzijn is een breed perspectief, toegepast op een brede zorg. Mijn visie? Het kan allemaal anders met andere prioriteitstellingen. Welzijn en welbevinden is evenwaardig aan het medisch perspectief en toespitsen op ziekten. Mensen zijn niet hun aandoening. Hoe maak je nu de vertaalslag naar de praktijk? Onder andere door concrete tools te bouwen.” Meetinstrument In samenwerking met o.a. Voedingscentrum, Patiënt en Voeding, Greendish, Stichting Alliantie Voeding in de Zorg, Intrakoop, Milieu Platform Zorg, Diverzio en twaalf actieve zorgorganisaties heeft de Community of Practice (CoP) een praktisch instrument opgeleverd waarmee de relevante aspecten van duurzame voeding in de zorg goed gemeten kunnen worden. Dit instrument is dus onderdeel van de grotere campagne ToekomstProef. Het instrument is ontwikkeld binnen de Green Deal Duurzame zorg en van daaruit ook gefinancierd. 42 FMT | november 2022 Perspectieven Het meetinstrument covert de perspectieven inkoop, productie en reststromen, bedrijfsvoering, assortimentskeuze en organisatie/medewerkers/cliënten/patiënten. Hoe sta je als organisatie in deze perspectieven? Crabbé: “Met twaalf zorginstellingen hebben we de vijf perspectieven doorgenomen. Vervolgens werd er gekeken naar wat er al wel en niet gedaan wordt. Heb je alle perspectieven doorlopen, dan heb je een beeld van je duurzaam voedingsbeleid. Het meetinstrument geeft inzicht waarom je sommige dingen niet voor elkaar krijgt. Bijvoorbeeld: een keuken wil wel van alles, maar vanuit het inkoopcon‘De transitie naar een ander voedselsysteem kent veel stappen, die je niet in een jaartje aflegt’

tract zit de instelling bij een leverancier die bepaalde producten niet kan leveren. Dan loop je vast. Het meetinstrument helpt je om je positie te bepalen, om van daaruit prioriteiten te stellen. Keuzes maken, wat is het laaghangend fruit? Waar begin je mee? Met behulp van een van de CoP´s kan de organisatie het verder uitwerken. Er is een CoP doorstroom, waarbinnen alle perspectieven doorleefd worden. Vervolgens kun je aansluiten bij een specialistische CoP en regionale CoP’s.Wat het meetinstrument dus ook doet, op het moment dat je je positie kent, dan ga je in gesprek met andere zorgorganisaties en toeleveranciers.” ToekomstProef ToekomstProef biedt zorgorganisaties hulp bij het voldoen aan de normen, ambities en kwaliteitseisen die gesteld worden aan Duurzame, Persoonsgebonden en Gezonde Voeding. Maar het werkt pas écht goed als de hele keten van A(gri) tot Z(org) zich verbindt in een coalitie waarbinnen samengewerkt wordt, en waar succesverhalen en kansen gedeeld worden. In de toekomst worden de perspectieven ook meetbaar gemaakt. Dat betekent dat een organisatie echt transparant moet zijn. “We willen langzamerhand toegroeien naar een transparant voedingsbeleid”, aldus Crabbé. “Een beleid waarbinnen we werken aan een ander eetpatroon, dat gezondheid en duurzaamheid oplevert.” De praktijk: Radboudumc We spreken met twee koplopers zorgorganisaties die met de transitie aan de slag zijn gegaan. Jaap Buis is Contractmanager Facilitaire Regie op de contracten van eten en drinken in het Radboudumc. Collega Jessica Janssen is Kwaliteitsmedewerker Schoonmaak en Voeding. Alhoewel het ziekenhuis al ver is op het gebied van gezonde en duurzame voeding, hebben ze alle perspectieven van het meetinstrument doorlopen. “We scoorden 90 duimpjes van de 100”, vertelt Buis. Ondanks dat er dus al veel goed gaat, is er nog wel wat te ontwikkelen. Jessica Janssen: “Voeding bijvoorbeeld is 100% gerealiseerd, minder suiker, minder vet, Doelen Gezondmakende leefomgeving met aandacht voor natuur, beweging, gezond eten en sociale verbinding. Duurzame voeding in de zorg: meer plantaardige eiwitten en een halvering van de CO2 -footprint voeding in 2030. Bijdragen aan de doelen gesteld in het Klimaatakkoord (Sustainable Development Goals). Meer ondersteuning, meer regie, meer keuzes voor mensen die bewust kiezen voor duurzaam en gezond eten. Meer informatie www.etenwelzijn.nl/toekomstproef 43

‘Je hebt elkaar nodig als je meer slagkracht wilt bereiken in de markt’ plaatje te komen. “Het meetinstrument geeft een punt op de horizon. Het geeft ons de mogelijkheden om relevante aspecten te ontwikkelen”, aldus Hans van As. “We zijn vrij ver met de ontwikkeling van de warme maaltijdcomponenten, maar nog niet voldoende op het gebied van droge kruidenierswaren, gerelateerd aan keurmerken. We maken keuzes bij onze leveranciers, maar hebben deze nog niet langs de lat van duurzaamheid gelegd.” Rudi Crabbé van Eten+Welzijn noem maar op. We houden ons aan de richtlijn Gezonde Voeding. Aan de hand daarvan worden maaltijden voorbereid. Wat nog wel beter kan, zo blijkt uit de meting, is een ruimer assortiment. Hiertoe zijn we op zoek naar samenwerking met andere ziekenhuizen en leveranciers.” Goed is ook, dat voedingsbeleid op de agenda staat bij de Raad van Bestuur. Jaap Buis: “Dan krijg je gemakkelijker alle neuzen de goede kant op. Wat we nog moeten doen, is onze patiënten meer betrekken bij het beleid. Ze zijn nog niet betrokken daar waar het gaat over keuzes in patiëntenvoeding.” Het meetinstrument, zo horen we van Buis en Janssen, maakt de diverse perspectieven concreet. Wat houdt gezonde voeding in? Op welke vlakken kun je dat toepassen? Tot slot zegt Jaap Buis: “Belangrijk is dat zorgorganisaties van elkaar leren. En als je in de markt slagkracht wilt bereiken, zoals een breder assortiment voeding, heb je elkaar nodig. ToekomstProef maakt dit mogelijk omdat meerdere zorginstellingen - al kan het aantal zeker uitgebreid worden - zijn aangesloten.” De praktijk: De Zellingen Hans van As is manager Horeca en Hospitality bij ouderenorganistie De Zellingen, een groep van verpleeghuizen die actief zijn aan de noordkant van Rotterdam. De organisatie verzorgt niet alleen maaltijden voor de verpleeginstellingen, maar ook voor mensen in de wijk. In tegenstelling tot veel andere organisaties heeft De Zellingen een eigen keuken. Van As: “We hebben een voedingsconcept ontwikkeld, volledig gebaseerd op zoveel mogelijk vers en regionale producten. Een concept dat ook steeds meer aansluiting vond bij duurzaamheid.” Net als het Radboudziekenhuis legde De Zellingen het concept tegen de lat van het meetinstrument. Vijftig procent bleek in orde te zijn, maar er moest toch ook nog wel een en ander veranderen om tot het ideale 44 FMT | november 2022 Kortom, het grote voordeel van het meetinstrument is, dat alle te ontwikkelen elementen in kaart zijn gebracht. Het geeft een totaalbeeld, dat je af kunt pellen. Van As: “Geleerd hebben we ook, dat we her en der hulp nodig hebben van specialistische bedrijven. Samenwerken ook met ziekenhuizen is mooi, maar veel instellingen hebben, in tegenstelling tot ons, geen eigen keuken meer. Dan ziet het voedingsbeleid en daarmee de duurzaamheid er ook anders uit.” Transitie Er is nog wel wat op te pakken; we praten niet over een optimalisatie, maar een transitie. Dat zegt Rudi Crabbé. “We hebben het over een heel ander eetpatroon en een heel ander voedselsysteem. Dat zijn veel stappen, die je niet in een jaartje aflegt. Zoiets doe je niet in een project. Daarom willen we ook dat er in de volle breedte over gesproken wordt, in alle transparantie.”  foto: Benjamin Rijstenberg

Agenda 2022/2023 VCCN Contamination Control Congres 2 november Spant!, Bussum www.vccn.nl MedTech Twente Week 2 - 4 november Techmed Center, Enschede www.medtechtwenteweek.nl Congres Koplopers van de Zorg Verduurzaming begint vandaag 4 november 2022 Rabobank Auditorium, Utrecht www.fi zizorgfi nancials.nl Congres HL7 Nederland (met FHIR x Nuts hackathon) 9 november Van der Valk hotel De Wittte Bergen, Eemnes www.hl7.nl Wonen & Zorg congres 24 november Achmea Congrescentrum, Zeist www.sbo.nl Health, Food & Technology congres 1 december Achmea Congrescentrum, Zeist www.sbo.nl nxthlth. symposium Duurzaamheid 15 december Beeld & Geluid, Hilversum Congres Projectmanagement in de Zorg 23 mei 2023 Spant!, Bussum www.pmindezorg.nl Data onder voorbehoud, check altijd de site van de organisator. Vakbeurs Facilitair & Gebouwbeheer 7, 8 en 9 juni 2023 Jaarbeurs, Utrecht www.vakbeursfacilitair.nl Vakbeurs Zorg &ICT 13 t/m 15 juni 2023 Jaarbeurs, Utrecht www.zorg-en-ict.nl Colofon Met medewerking van o.a. Hogeschool Arnhem en Nijmegen, IHE, KIVI, NEN, NVTG, TU/e, FHI Medical Technology FMT als crossmediaal platform Vakblad, informatieplatform, over actuele ontwikkelingen (cure & care) op het gebied van Facilities (realisering, onderhoud, beheer en exploitatie van zorghuisvesting en verwante facilitaire voorzieningen), Management en Technologie (medische en gebouwgebonden technologie, ICT, eHealth, artifi cial intelligence etc.). Verschijnt 7x per jaar, zowel in print als digitaal ISSN 1873-8877 www.fmtgezondheidszorg.nl Twitter: @FMTzorg LinkedIn: FMT Gezondheidszorg Uitgever AcquiMedia, Henk van der Brugge Amstelwijckweg 15, 3316 BB Dordrecht Hoofdredactie Elsie Schoorel Elsie@fmtgezondheidszorg.nl Eindredactie Dietske van der Brugge info@fmtgezondheidszorg.nl Redactie Lucy Holl, Mirjam Hommes, Betty Rombout, Wilma Schreiber, Frank van Wijck Redactie Advies Commissie • Ing. Peter Karsman, directeur Karsman Advies en Interimmanagement • Ing. Luc Knaven, branchedirecteur FHI Medical Technology • Prof. dr. Jos Lichtenberg, (em.) hoogleraar bouwtechnologie TU/e • Cor van Litsenburg, founder FMT Gezondheidszorg • Prof. dr. ir. Masi Mohammadi, hoogleraar slimme architectuur TU/e, lector bouwen voor gezondheid • Ir. Victor Pastoor, bestuurslid NVTG • Mr. drs. Jack Thiadens, interim zorgbestuurder • Janet Vissinga, consultant OKCN Bladmanagement en advertenties Wim Boer, 0184-481042, wim@fmtgezondheidszorg.nl Henk van der Brugge, 0184-481041, henk@acquimedia.nl Vormgeving Dock35 Marketing Druk Veldhuis Media B.V., Meppel Abonnement € 120,- per jaar excl. BTW, biedt tevens toegang tot het digitale magazine. Buiten Nederland, binnen Europa € 145,- per jaar excl. BTW. Informeer vrijblijvend naar een collectief abonnement. NUMMER 6 NOVEMBER 2022 WWW.FMTGEZONDHEIDSZORG.NL 2022 6 Aanpak ICT-storing in het MUMC+ Cybersecuritytest legt kwetsbaarheden bloot Verpleeghuis Zierik7 Privacy én sociaal contact Goede beveiliging faciliteert vrijheid Voor specifi eke zones binnen zorggebouwen is de toegang vaak voorbehouden aan een beperkte groep mensen. Toegangscontrole met biometrie, zoals een handscan, wint aan betekenis. Disclaimer & Copyright AcquiMedia heeft deze uitgave op de meest zorgvuldige wijze samengesteld. AcquiMedia, (hoofd)redactie en auteurs kunnen echter op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de gegevens en aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op de informatie in deze uitgave. Het is niet toegestaan om zonder toestemming van de uitgever (incl. bronvermelding en fotocredit) beelden of artikelen uit deze uitgave over te nemen. GEZONDHEIDSZORG

bedrijvenindex | ADVIESBUREAU CLEANROOMS HUISVESTING KRANEN EN SANITAIRE TOEBEHOREN Deerns Nederland B.V. Anna van Buerenplein 21F 2595 DA Den Haag T +31 88 3740000 www.deerns.nl Ropasystems B.V. Belleweg 9, 5711 DH Someren T +31 (0)493 472399 www.ropasystems.nl Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com INSTALLATEUR Sweegers en de Bruijn bv Europalaan 12g 5232 BC ’s-Hertogenbosch T 088 030 7300 www.swebru.nl Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.com Delabie Benelux BVBA Bergensesteenweg 106 A, bus 5 BE 1600 Sint-Pieters-Leeuw T +32 2 882 21 41 www.delabiebenelux.com MEDISCHE GASSEN DISTRIBUTIE SYSTEMEN ULC Installatietechniek b.v. Labradordreef 18 Postbus 2405 3500 GK Utrecht T +31 30 26 50 500 www.ulcgroep.nl Dräger Nederland B.V. Huygensstraat 3-5 2721 LT Zoetermeer T 079 – 344 44 888 www.draeger.com IT & SOFTWARE OK Consultancy Nederland (OKCN) Oude Apeldoornseweg 41 7333 NR Apeldoorn T +31 (0)85 902 91 06 www.okcn.nl ARCHITEKTENBUREAU Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com MEDISCHE INRICHTING & ACCESSOIRES Ultimo Software Solutions bv Waterweg 3, 8071 RR Nunspeet T +31(0)341 – 423737 www.ultimo.com KRANEN EN SANITAIRE TOEBEHOREN IAA Architecten Sem Presserhof 108 1087 JG Amsterdam T +31 (0)20 520 00 80 M.H. Tromplaan 55 7513 AB Enschede T +31 (0)53 480 44 44 www.iaa-architecten.nl BOUWBEDRIJVEN MedicomZes Amsterdam T 020 696 68 86 E amsterdam@medicomzes.nl www.medicomzes.nl MedicomZes Groningen T 050-549 54 95 E groningen@medicomzes.nl www.medicomzes.nl 46 FMT | november 2022 Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.com Vertegenwoordigd in Nederland door Hamers en Kesber Warandebergstraat 43 1271 ZC Huizen T 0031 (0)356566888 M 0031 (0)628978209 E AH@hamersenkesber.nl M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl HUISVESTING SCHELL GmbH & Co. KG Raiff eisenstrasse 31 57462 Olpe, Duitsland T +49 2761 892-0 www.schell.eu Medifi x B.V. Nijverheidsweg 8 5071 NK Udenhout T +31 13 511 11 11 www.medifi x.nl Waardenburg Medical Dorpsstraat 8a 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 078 M +31 61066 4074 www.waardenburgmedical.com MEDISCH MEUBILAIR

| bedrijvenindex MEDISCH TECHNISCHE VOORZIENINGEN OPERATIEKAMERS OPERATIEKAMERS SERVICE & ONDERHOUD, RENOVATIES Heijneman Medical BV Copenweg 17 3411 NX Lopik T 088 11 81 000 www.heijnemanmedical.nl MANN+HUMMEL Vokes Air BV 1e Garnizoensdok 7 3539 JA Nieuwegein Tel 030-6868080 www.airfi ltration.mann-hummel.com MEDISCHE PERSLUCHT M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl PERSOONSBEVEILIGING SYSTEMEN STRALINGSBESCHERMING Medical Building Services Ambachtweg 50 5731 AG Mierlo T 0492 666060 www.medicalbuildingsolutions.nl Berko Kompressoren Havenweg 14, 6603 AS Wijchen T 024 - 641 11 11 www.berko.eu NOODSTROOMOPLOSSINGEN PRIVEKLINIEKEN VERLICHTING Q-bital Healthcare Solutions (The Netherlands) B.V. Henk Driebergen E henkdriebergen@q-bital.com M +31 6 57985774 www.q-bital.com Ooperon Mijkenbroek 25 4824 AA Breda T + 31 76 57 230 30 www.ooperon.nl Rontgenglas.nl Belleweg 9, 5711 DH Someren T +31 (0) 493 472399 www.rontgenglas.nl Elinex Power Solutions Wolweverstraat 15 2984 CE Ridderkerk T +31 (0)180 72 13 59 www.elinex.com Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.com Medical Building Solutions Ambachtweg 50 5731 AG Mierlo T 0492 666060 www.medicalbuildingsolutions.nl PROJECTINRICHTING Zwart Techniek B.V. Middenhavenstraat 76 1976 CM IJmuiden T +31 (0)255 530 304 www.zwarttechniek.com OPLEIDINGEN REINIGING & DESINFECTIEOPLOSSINGEN ZORGTECHNOLOGIE, BOUW EN INRICHTING Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com Vermeulen Lichtarchitectuur BV Weegbree 19 7081 GS Gendringen T 0315-346164 / 06-23336643 www.lichtendekerk.nl WANDBEKLEDING M-Projectservice BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 40 292 79 50 www.m-projectservice.nl M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl Hogeschool Rotterdam G.J. de Jonghweg 4-6 3015 GG Rotterdam T 010 794 48 90 www.hogeschoolrotterdam.nl Miele Professional Postbus 166, 4130 ED Vianen T 034-73 78 884 www.miele-professional.nl E professional@miele.nl VAMED Nederland B.V. Orteliuslaan 897, 3521 BE Utrecht T +31 (0)30 303 64 30 www.vamed.nl 47

  gepersonaliseerd & intelligent 1 Varian Ethos® therapy Een revolutionaire vooruitgang in adaptieve radiotherapie Varian Ethos® therapy is een adaptieve radiotherapie oplossing waarmee je de meest geschikte behandelingsoptie kiest op basis van dagelijkse veranderingen in de anatomie van de patiënt. Het integreert op unieke wijze geavanceerde CBCT-beelden en kunstmatige intelligentie en levert een volledig gepersonaliseerde behandeling in een tijdsbestek van 15 minuten.      Meer weten? Ervaar Varian Ethos® op: varian.com/ethos 5 m n i u t e n

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
Home


You need flash player to view this online publication