ADVISEUR ROB VROLIJKS OVER DE VERANDERENDE WATERSPORT: ‘Varen om het varen is niet meer vanzelfsprekend’ DE VRIJE ZATERDAG BOOD MEER MENSEN DE KANS EROP UIT TE TREKKEN MET EEN BOOTJE. Foto Rens Groenendijk De tijd dat boten als warme broodjes de verkoopsteiger verlieten, lijkt voorbij. De crisis van 2008 wordt dikwijls als boosdoener gezien. Maar volgens Rob Vrolijks van Projectbureau Vrolijks in Breda is er meer aan de hand. Hij signaleert vergaande veranderingen. Vrolijks is al een kwart eeuw gespecialiseerd adviseur in waterrecreatie en hij volgt de ontwikkelingen op de voet. Daarnaast is hij zelf enthousiast watersporter. Kijkend naar de voorbije decennia, dan zien we dat de groei van de watersport in Nederland gelijk opging met de ontwikkeling van de welvaartstaat. In de wederopbouw jaren na de Tweede Wereldoorlog was er nauwelijks tijd noch geld voor ontspanning. Nederland moest herrijzen en de schaarste aan goederen hield lang aan. Maar in de jaren zestig begon de vrijetijdssector te groeien. De datum van 23 december 1960 was een keerpunt. Toen werd namelijk het voorstel van minister Toxopeus aangenomen om ambtenaren een vrije zaterdag te gunnen. Het besluit werd op 1 juli 1961 van kracht. Tot die tijd was een zesdaagse werkweek in Nederland vanzelfsprekend; kinderen gingen zaterdags ook gewoon naar school. Het zou overigens nog een paar jaar duren voordat alle bedrijfstakken overgingen op een vijfdaagse werkweek. Het hek was niettemin van de dam. De vrije zaterdag betekende een omslag in het levensritme. Ineens was er tijd voor ‘vrijetijdsbesteding’. Daar kwam bij dat door loongolven de consument meer te besteden kreeg. Dat uitte zich in eerste instantie vooral in de aankoop van praktische gebruiksgoederen, zoals witgoed en later geluidsapparatuur en televisies. Het ultieme vrijheidssymbool kwam eveneens binnen het bereik van een grotere groep: de auto. En in diens kielzog: de boot. Zo leerde Nederland allengs recreëren. ZELFBOUW De watersport profiteerde volop van de groeiende welvaart. Al waren er ook enkele crises waarin de verkoop stokte. Een opmerkelijke trend destijds was zelfbouw. In de zeilerij zijn Waarschip en Kolibri daarvan sprekende voorbeelden. Bij de motorboten was het aanbod aan casco’s nog veel groter. Het was heel gebruikelijk om een casco zelf af te bouwen. Zo kon een grotere groep zich een eigen boot veroorloven. Op vrijdag haalde je volle boodschappentassen bij de Cash & Carry of de Voordeel-o-Rama, waarna je ’s avonds al ging varen met het hele gezin. Om zondagavond pas weer te keren. Dat het verblijf aan boord meer weg had van eenvoudig kamperen, deerde niemand. 24 JACHTBOUW NEDERLAND FEBRUARI 2020
25 Online Touch Home