We kunnen CO2 afvangen uit de ammoniakfabrieken en die vervolgens onder de zeebodem opslaan. Ook de vermindering van de lachgasemissie zal een behoorlijk effect hebben… Lachgas Rene Slaghek is manager van het ‘Chemelot Sustainability Team’, getiteld ‘Brightside’. De grootste CO2 -reductie zal volgens hem de komende decennia zitten in CCS/CCU en de reductie van lachgasuitstoot. “We kunnen CO2 afvangen uit de ammoniakfabrieken en die vervolgens onder de zeebodem opslaan. Ook de vermindering van de lachgasemissie zal een behoorlijk effect hebben. Daarnaast werken we aan diverse energiebesparingsprojecten.” Over de uitstoot van lachgas was vorig jaar heel wat te doen. Het op Chemelot gevestigde Anquore bleek namelijk meer lachgas uit te stoten dan altijd werd gedacht. Over de uitstoot van lachgas wordt, ondanks dat het 265 keer ‘klimaatreactiever’ is dan CO2 er, in tegenstelling tot CO2 marked. Op Chemelot wordt inmiddels serieus gekeken naar mogelijkheden om die uitstoot te beperken. Liever in het bos Een van de manieren om grondstoffen te vergroenen is de fossiele grondstoffen te vervangen door biomassa. Maar over dat laatste wordt er steeds vaker gediscussieerd: als je bomen uit Zuid-Amerika naar Nederland haalt, om ze vervolgens in een oven te gooien, is het netto rendement voor de planeet tamelijk discutabel. Slaghek ziet die bomen dan ook liever in het bos staan waar ze thuishoren. “Wij kijken liever naar lokalere biomassa, bijvoorbeeld uit de landbouw en de bosbouw.” Bovendien wordt de biomassa niet zomaar ‘in een oven gegooid’. Slaghek: “Met biomassa kunnen we nafta vervangen in processen waarin polypropyleen en polyethyleen worden gemaakt. Maar je kunt biomassa ook vergassen en het omzetten in waterstof. Dat vormt vervolgens weer de basis van ammoniak en andere producten.” Heilige graal Over waterstof wordt veel gesproken en dan vooral over de groene variant. Volgens Radix is waterstof echter niet de heilige graal als het om verduurzaming gaat. “Kijk, 14 | nummer 5 | 2020 waterstof an sich is natuurlijk zeer praktisch: voor ons is het zowel een grondstof als een energiedrager. Nu produceren we nog waterstof uit aardgas en daarbij komt zeer veel CO2 vrij. Die CO2 gaan we echter , nauwelijks gesproken. Ook wordt , niet op gebenchopslaan onder de zee. Waar je rekening mee moet houden is dat groene waterstof weliswaar zeer groen is, maar nog lang niet betaalbaar. En dat laatste is toch wel echt essentieel. Op Chemelot zetten we daarom vooralsnog in op elektrificatie. We gebruiken daarmee dezelfde groene stroom die wordt opgewekt op de Noordzee, maar nemen rechtstreeks de elektriciteit af, zonder het eerst om te zetten in waterstof. Om die reden benadruk ik ook de rol van de overheid in de infrastructuur: het net moet wel geschikt zijn om al die stroom naar ons toe te krijgen.” Slaghek is positief over de te verwachten CO2 -reductie: “We moeten in 2030 onze CO2-uitstoot hebben gehalveerd en ik denk dat we dat gaan redden.” Besparing Marc Houtermans is directeur van recyclingbedrijf QCP, dat sinds 2014 als startup op Chemelot is gevestigd. “Voor ons was en is Chemelot interessant vanwege die onderlinge samenwerking. Wij kunnen als startende onderneming bijvoorbeeld geen peperduur laboratorium neerzetten, net als andere bedrijven. Door ons hier te vestigen kunnen we gebruik maken van het uitstekende lab op de Brightlands Campus.“ QCP is een fraai voorbeeld als het gaat om de vergroening van grondstoffen. Het bedrijf haalt z’n feedstock uit (consumenten) plastic dat vanuit heel Nederland en delen van Duitsland wordt aangeleverd. Met die gerecyclede feedstock wordt de CO2uitstoot met zo’n zestig tot zeventig procent bespaard, vergeleken met een productieproces waarbij geen gebruikte feedstock wordt ingezet. Een aanzienlijke besparing dus. Mechanische recycling, het procédé dat QCP toepast, is zo efficiënt omdat het de reeds bestaande eigenschappen van de feedstock benut in het nieuw te maken product. Chemelot is in 2050 klimaat neutraal en daar wordt op verschillende manieren aan gewerkt. Virgin polymeer Bij Sabic, eveneens gevestigd op Chemelot, is Frank Kuijpers verantwoordelijk voor sustainability. Van al het gebruikte plastic in Nederland, haalt nog geen tien procent de recyclingbedrijven, weet hij. “Een groot deel van die negentig procent belandt in de oven, in landfills, of in het ergste geval op straat.” Kuijpers onderschrijft het belang van mechanische recycling, maar weet ook wat de keerzijde van het proces is: “Voor toepassingen in de food en in de medische sector kom je met mechanische recycling niet altijd voldoende dichtbij het zogenaamde ‘virgin polymeer’ en moet je anders gaan werken. Dan komt chemische recycling om de hoek kijken. Dat is wat wij onder andere bij Sabic doen.” Daarom zetten wij nu nog vooral in op CCS. Dat is overigens een tijdelijke oplossing, waarmee we vooral tijd kopen om tot een permanente oplossing te komen…
15 Online Touch Home