13

Afscheid “C H R I S T I A A N….”, klonk het schril door de Oude Kerk tijdens Aids Memorial Day in 1988. Ik had een dansstuk gemaakt, maar door een logistiek probleem kon de muziek helaas niet afgespeeld worden. Ik danste in stilte. Het was de bedoeling geweest door de muziek heen de naam van een vriend van mij te roepen, maar nu werd het een schreeuw, die de stilte in de kerk rauw doorkliefde. Drie jaar daarvoor was Christiaan overleden, ongeveer de honderdvijftigste homoseksuele man die begin jaren 80 in Amsterdam aan aids bezweek. In mei 1985 zou ik als een soort mantelzorger met hem op vakantie naar Griekenland gaan. Ik had er een hard hoofd in - want is hij niet al veel te ziek? Maar omdat ik wist dat dit zijn laatste vakantie zou zijn, stemde ik in. De dag voordat we zouden gaan greep een ex van hem in. Ze vond het onverantwoord en wist hem te overtuigen. Twee dagen later lag hij in het ziekenhuis, waar hij drie maanden later zijn laatste adem uitblies. Toen ik een paar jaar later werd gevraagd om op Aids Memorial Day een dans te presenteren, wist ik meteen dat Christiaan daarin een plek zou hebben. “C H R I S T I A A N…” Jaap van Manen – donateur ‘Bijzonder dat er snel een vaccinatie is tegen corona, maar na 40 jaar nog niet tegen hiv. Daarom ben ik nu donateur geworden.’ Nieuwe donateur Mijn maatje Henk Op 1 april 1985 om 07.00 uur startte ik mijn dienst in het nieuwe wijkbureau Enschede-Oost. Er was een reorganisatie gaande en ik was gevraagd om met de jeugdige agent Henk een koppel te vormen. Er werd bij die vraag terloops opgemerkt dat het een ‘vreemde jongen’ was. Maar direct bij onze eerste kennismaking had ik een klik met Henk en vanaf die dag deden we samen onze diensten. Collega’s spraken mij af en toe aan. Of ik wist of Henk homo was. Ik zei dat ik daar geen moeite mee zou hebben, als Henk het al zou zijn. Medio 1987 zouden we samen nachtdiensten draaien, toen Henk zich ziek meldde. Hij vroeg aan mij of ik naar zijn flat wilde komen. Ik trof hem aan in bedroefde toestand. Henk vertelde dat hij aids had. Mijn wereld stond heel even stil. Uren later belde ik de toenmalig hoofdcommissaris. Er is daarna een bericht uitgegaan naar alle collega’s om die middag nog bijeen te komen. Er was een deskundige van de GGD en de hoofdcommissaris vertelde de collega’s wat gaande was. Vanaf die dag ontstonden er kampen. Eén groep die het voor Henk opnam en een groep die Henk het liefst diezelfde dag nog uit de dienst zag vertrekken. Er was ook een groep die mij begon te mijden. Ik was immers jarenlang in de nabijheid van Henk geweest. Henk kreeg een administratieve functie, die als beschermend werd gezien. Veel collega’s meden hem. Henk vond dat vreselijk. In de jaren erna verslechterde zijn gezondheid. Op een gegeven moment moest hij ondanks zware medicatie het werkzame leven opgeven. We bleven elkaar trouw bellen en ik ging tot aan zijn overlijden in 1994 bij hem op bezoek. Achteraf gezien was het - gelet op de tijdsgeest - enorm moedig en respectvol van de politieleiding om Henk te ondersteunen. Ze hielden hem nog jarenlang in dienst, ondanks dat hij geen actieve deelnemer meer was in het politiewerk. Maar de houding van collega’s ten opzichte van homo’s en lesbiennes vond ik vreselijk. Ik ben nu gepensioneerd en blij te zien dat de huidige acceptatie het ook voor collega’s bij de politie mogelijk maakt om voor hun levensstijl en voorkeur uit te komen. Bert van Eekelen - donateur Red ribbon 13

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication