48

motoriek, spel en sociaal-emotionele ontwikkeling MOTORIEK EN EEN TAALONTWIKKELINGSSTOORNIS (TOS) Uit onderzoek blijkt dat de motoriek bij veel kinderen met TOS minder goed ontwikkelt. Dat kan zowel op het gebied van grove motoriek (bijvoorbeeld traplopen, springen, klimmen) als fijne motoriek (bijvoorbeeld bouwen met blokjes, tekenen). De oorzaak is vaak niet duidelijk. In de praktijk zien we dat als een kind verschillende woorden (denk bijvoorbeeld aan ‘onder’, ‘op’, ‘achter’, ‘rond’, ‘hard’) vanuit de motoriek ervaart, dit een positieve invloed heeft op de taalontwikkeling. Door met kinderen te bewegen helpt de kinderoefentherapeut of kinderfysiotherapeut hen om taal en bewegen met elkaar te verbinden. De woorden die op dat moment op de behandelgroep gebruikt worden, worden tijdens het bewegen ook zoveel mogelijk gebruikt. Verder is het vooral belangrijk dat kinderen plezier hebben, want dan staan ze open om nieuwe dingen te leren. MOTORIEK EN DOOF- OF SLECHTHORENDHEID Bij dove of slechthorende kinderen komt een trage motorische ontwikkeling vaker voor dan bij horende kinderen. Baby’s die niet of minder horen worden minder vanzelf uitgedaagd om zich om te draaien naar een geluid en op onderzoek uit te gaan in hun omgeving. Het kan zijn dat ze daardoor minder bewegen en daardoor meer moeite hebben met bewegen. En omdat het meer moeite kost, kan het zijn dat een kind het ook minder gaat doen. Bij dove en slechthorende kinderen is het daarom extra belangrijk om ze uit te dagen veel te bewegen en bewegen leuk te maken. Een andere oorzaak voor een langzamere ontwikkeling van de motoriek kan een probleem met het evenwichtsorgaan zijn. Dit ligt in het binnenoor en werkt bij sommige dove en slechthorende kinderen minder goed. Daardoor kunnen problemen met het evenwicht ontstaan. Bij veel bewegingen heb je evenwicht nodig, dus dit heeft invloed op bijna alle onderdelen van de motoriek. Om te leren op een andere manier het evenwicht te bewaren, is het belangrijk met een kind veel beweegspelletjes te doen. > tips SPEEL- EN BEWEEGTIPS • Moedig je kind aan om elke dag actief te bewegen, het liefst een aantal keren per dag. • Speel samen met je kind en laat je kind ook eens de leiding nemen, dat geeft zelfvertrouwen. • Laat je kind veel buitenspelen: lopen, rennen, voetballen, springen, dansen, kruipen, klimmen, ballen, stoeien, schommelen, huppelen, hinkelen … • Zeg wat je kind doet: ‘Jij klimt hoog, nu ben je boven, je zit op de schommel’. • Laat je kind op veel verschillende ondergronden spelen: zand, gras, heuveltjes … Omdat bij het leren van gebarentaal de fijne motoriek belangrijk is, wordt bij dove en slechthorende kinderen ook extra op de ontwikkeling hiervan gelet. Daarnaast gebruikt de kinderoefentherapeut of kinderfysiotherapeut bij het bewegen de woorden die op dat moment ook op de behandelgroep gebruikt worden. s • Ga op ontdekking bij verschillende speeltuintjes, laat je kind veel verschillende ervaringen opdoen. • Doe spelletjes op jullie dagelijkse wandelroute, zoals: over een muurtje lopen, springen vanaf een onderste traptrede, niet de randjes van de stoeptegels raken. • Laat je kind zoveel mogelijk zelf doen: zelf in de auto stappen, zelf de trap op en af, zelf klimmen in de speeltuin. Blijf bij het aanleren van nieuwe dingen er wel bij, zodat je kunt ingrijpen wanneer het misgaat. • Je kind vindt het geweldig om samen met jou iets te doen. Laat je kind met een emmertje sop en een spons z’n eigen fiets schoonmaken, met water en kwast de schutting verven of helpen met tafeldekken en eten klaarmaken (bijvoorbeeld slablaadjes scheuren, groente wassen, mandarijn pellen of banaan snijden). • Noem, terwijl je je kind wast met een washand, de verschillende lichaamsdelen. • Oefen samen met de fijne motoriek, door bijvoorbeeld (vinger)verven, kleuren, kleien en torens bouwen. Probeer samen met je kind veel verschillende materialen uit, zoals papier, stof, klei, karton. Laat je kind vrij bezig zijn, er hoeft niet echt iets gemaakt te worden. 48 | VAN NUL TOT TAAL - ouders

49 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication