30

TROEF 4 = WEL-IN-JE-VEL We leven met heel wat kinderen en volwassenen samen. Het is voor ons belangrijk dat iedereen zich goed voelt op onze school. We investeren dan ook in heel wat acties die kinderen, leerkrachten en ouders een „wel-in-je-vel-gevoel” geven. Het is een actieplan dat loopt over heel wat jaren. DE SPEELPLAATS & DE REFTER We werken aan een goede speelplaatswerking. Kinderen krijgen tijdens de middagen regelmatig een mooi spelaanbod. Bovendien splitsen we de speeltijden in de namiddag op. Hierdoor is de groep die buiten is kleiner en hebben kinderen meer speelruimte. De speelplaats van de kleuterschool kreeg al heel wat meer spelimpulsen. We willen dit blijven verderzetten, ook voor de lagere school. In de refter hebben we drie eetbeurten waardoor we voor meer comfort zorgen in de refter. Het vijfde en zesde nemen een zorgende rol op naar de kleuters toe en de kinderen van het eerste leerjaar. DENKEN-VOELEN-DOEN Hoe ga je om met conflicten op de speelplaats? Welke plaats moeten kinderen krijgen in het oplossen van conflicten? Hoe pakken we pesten aan? We willen hier ons team blijvend in versterken. We brengen kinderen inzicht bij in hun manier van “denken-voelen-doen”. We willen hen doen inzien dat je datgene wat je doet, kan bijsturen, kan veranderen…. De gevoelsmeters en voorvalrapporten zijn handige tools om hier met kinderen rond te werken. De gevoelsmeters hebben hun vaste plek in alle klassen teruggevonden. KINDGESPREKKEN We maken bewust tijd voor kindgesprekken. We vertrekken vanuit de methodiek van de gevoelsmeter en visualiseren deze voor de kinderen. We zetten praatboxen in om leerkrachten te ondersteunen, maar ook kinderen die moeilijker tot praten komen. Tijdens de kindgesprekken komt niet alleen het leren aan bod, maar ook hoe kinderen zich voelen op school, thuis,… Juf Ellen: Ik vind het belangrijk dat leerlingen zich goed voelen in de klas. Het voeren van gesprekjes vraagt wel heel wat tijd, maar ik doe dit met plezier. Je leert de kinderen zo beter kennen. Ook als ik merk dat een kind zich niet zo goed voelt, probeer ik dit meteen in te plannen. „Een kind dat een taalfout maakt, geven we taalles. Een kind dat moeite heeft met rekenen, geven we bijles wiskunde. En een kind dat zich foutief gedraagt, geven we straf.” Belinda Hopkins 28

31 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication