Een waar gebeurd familierelaas over een gezin uit Wulveringem, wat oorlog 1914-18 deed met mensen “ tijdens” en “erna”. Luk Grypdonck deel 12 De rotvaart der volkeren … vervolg ... (*) Duiding en illustratie (zie einde deel 11) als voetnoot van de auteur omtrent de onmenselijke toestanden bij de Slag van Solferino, de figuur van Jean-Henri Dunant, de oprichting van het Internationale Rode Kruis, de Conventies van Genève voor meer humanitaire aanpak bij oorlog en een daguitstap per auto naar de historische plek zelf op 10 à 12 km van het Gardameer in Italië. foto links: Henri Dunant rond 1860 - © Wikipedia De voetnoot lijkt wat af te wijken van de grond van mijn verhaal ware het niet; dat ik bij mijn opzoekingen te Veurne tot de ontdekking kwam, dat van 1917 tot 1918 mijn grootmoeder was ondergebracht en gedomicilieerd bij het Rode Kruis Ambulance Océan te Vinkem barak B11. © Wikpedia Was mijn grootmoeder gewond geraakt door bombardement of gehuisvest als verpleeghulp aldaar? Het fijne weet ik er nog niet helemaal van!!! Maar zonder Rode Kruis en Henri Dunant was onze wereld verworden tot een regelrecht ongenadig Hellegat voor soldaat of burger. Hij deed aan ons allen een moreel appel voor meer menselijkheid, mededogen en redelijkheid bij conflicten. Zijn visie hieromtrent was uitzonderlijk wanneer we alle excessen in WOI en WOII onder de neus geschoven krijgen. Aangezien dat zelfs niet volstond, werd het Strafhof in Den Haag voor Oorlogsmisdaden opgericht. De Slag (of zeggen we de slachting) van Solferino overtrof het numerieke aantal vechtende manschappen in vergelijking met de Slag van Leipzig, dat toen al als megalomaan was bestempeld. Meer dan 200.000 soldaten namen deel aan de slag; om precies te zijn 100.000 Oostenrijkers en 118.600 Fransen – Piëmontezen. In de vroege ochtenduren van 24 juni 1859 begonnen de eerste schermutselingen om halfdrie bij volslagen duisternis door contact tijdens stellingname. Bij voldoende daglicht brak de hel pas goed los met wederzijdse beschietingen, cavaleriecharges, vuurgevechten en infanteriestormlopen met bajonet op het geweer. De afschuwelijke slachting duurde meer dan negen uur lang van lijf aan lijf gevechten op ettelijke vierkante kilometers terrein. Er van uitgaande dat om 7 of 8 uur ’s morgens de troepen volledig in actie kwamen, kan men veronderstellen dat pas na 17 uur de slag afgelopen was. Tijdstip waarop Henri Dunant notie kreeg van de omvang van de mensonwaardige ramp. Napoleon III haalde hier zijn slag thuis door de militaire onbekwaamheid van de Oostenrijkse bevelhebber keizer Frans Jozef I en niet door numeriek overwicht. De trieste balans van de gevechten is gekend: aan Oostenrijkse kant meer dan 3000 doden – 10.807 gewonden – 8638 vermisten of gevangenen, aan Frans-Piëmontese kant 2492 doden – 15.512 gewonden – 2922 vermisten of gevangenen. De aard van de verwondingen en getuigenissen van gewonden zijn door Henri Dunant uitvoerig opgetekend: hij was vooral getroffen door het verschrikkelijke lijden van de verminkte soldaten en de gruwelijke bajonetwonden. 1
Hoe kwam Henri Dunant daartoe zomaar als 1ste getuige op een slagveld te zijn als burger? Napoleon III zijn entourage was niet alleen militair, maar ook zakelijk. H. Dunant werkte als Zwitsers bankier destijds in dienst van Napoleon III, wiens hoofdkwartier gevestigd was in Solferino. Tijdens zijn zakenreis in Italië, had Dunant de intentie de keizer persoonlijk te ontmoeten en een eigenhandig geschreven boek persoonlijk te overhandigen. Dunant arriveerde in de vooravond van 24 juni 1859 precies op het moment dat de slag ten einde liep en werd zodoende ooggetuige van gruwelijke geplogenheden op het slagveld. De uitwerking van de veldslag was onvoorstelbaar verschrikkelijk. Meer dan 38.000 man gewond, stervend of dood lagen naast, over en op elkaar. Ze waren aan hun lot overgelaten zonder weinig of helemaal geen medische verzorging ter plekke. Zover het oog reikte in vier richtingen was er chaos, enorme chaos, huilende, gillende, kermende en roepende soldaten om water en hulp. Dunant was hierdoor zo gechoqueerd en danig aangedaan, dat hij het initiatief nam en de plaatselijke bevolking opriep, speciaal de vrouwen, om snel hulp te verlenen aan de gewonden. Hij riep vooral op om beide zijden te helpen. Zowel Oostenrijkers als Fransen. Hij hanteerde de uitspraak “Tutti Fratelli”…Wij zijn allen broeders (in het aanschijn van de dood)!!! De bevolking luisterde naar Dunant en hielp de soldaten zonder onderscheid in vriend of vijand. Daarnaast slaagde Dunant erin om de Oostenrijkse dokters vrij te krijgen, die de Fransen gevangen hadden genomen. Deze konden op hun beurt hem bijkomende professionele hulp aanreiken. Er was ook te weinig materiaal voor handen. Dunant kocht al het nodige aan, om kleine veldhospitalen op te richten want de capaciteit aan kerken, kloosters, huizen of schuren volstond niet. Nadat hij wegging uit Solferino in juli en terugkeerde naar Genève (zijn geboortestad) besloot hij een boek te schrijven over zijn ervaringen genaamd “Un Souvenir de Solferino”(gepubliceerd in 1862 op zijn eigen kosten). Het beschrijft de “horror” van de veldslag, getuigenissen van gewonden en overlevenden, de barbaarse omstandigheden en de gevolgen. Hij beschreef ook de idee om in de toekomst een neutrale organisatie op te richten (over alle grenzen heen), die gewonden verzorgt in oorlogstijd. Hij verspreidde zijn boek vooral onder leidende politici en militairen in Europa, in de hoop dat zij het met hem eens zouden zijn. En dat lukte ook! 17 februari 1863 wordt aanzien als de datum waarop het Internationale Rode Kruis is opgericht. Naam, embleem en kleuren werden in omgekeerde zin gerelateerd aan de Zwitserse vlag. Dit vanwege het feit dat Zwitserland, net als het Rode Kruis, altijd al neutraal was geweest bij Internationale conflicten. Conventie van Genève Dunant schopte de wereld een geweten, niet alleen met een Rode Kruis, maar evenzeer met een diplomatiek gedachtegoed. Zo werd in oktober 1863 een bijeenkomst gehouden waar 14 landen aan deelnamen. Hier werd gepraat over verzorging van gewonde soldaten en hoe dit nog verbeterd kon worden. Een jaar later werd een diplomatieke conferentie georganiseerd door het Zwitserse parlement, waarbij de 1ste Conventie van Genève plechtig werd ondertekend door 12 staten. Later in de tijd kwamen er nog aanvullende Conventies bij, onder meer over behandeling van krijgsgevangenen. Voor Dunant volstond dit onvoldoende en bleef hij pleiten voor een strikte wapenbeperking, zich er wel goed van bewust dat een wapenwedloop er zat aan te komen. © Wikpedia Voor al deze inspanningen kreeg hij in 1901 de Nobelprijs voor de Vrede samen met de Franse pacifist Frédéric Passy (foto rechts - © Wikipedia) met wie hij vredesorganisaties opzette tijdens de Frans-Pruisische oorlog van 1870. 2
1 Online Touch