Een waar gebeurd familierelaas over een gezin uit Wulveringem, wat oorlog 1914-18 deed met mensen “ tijdens” en “erna”. Luk Grypdonck deel 4 Kaduuk gevecht tegen Bertha Met “ Hoe? Waarom? Waardoor? “ stoot men op een typisch Belgische blunder: geen visie en kortzichtig beleid van hogerhand. Dit is heden nog zo en was toen niet beter dan nu. Dit eist zijn tol in oorlogstijd. Generaal en militair ingenieur Henri-Alexis Brialmont was de bedenker/ontwerper in 1887 van de forten te Luik, Namen en Antwerpen. In 1892 waren ze afgewerkt volgens technologie, bouwmaterialen en denkwijzen van voor 1900. Sindsdien vond men het evenwel niet meer nodig om ze verder te verbeteren, te versterken, te moderniseren, mee evoluerend met de nieuwste militaire speeltjes. De bouwsels immers hadden een hele rits belangrijke fouten. Het ongewapend beton was een poreus gegoten specie met grove keien !!! Begin 1914 besefte men te laat, welke serieuze risicofactor zich aandiende met de zeer hoge vuurvermogens van de nieuwste kanonnen. Verluchtingssystemen en sanitaire installaties waren ontoereikend. Giftige gassen afkomstig van explosies en het eigen vuren samen met stof, werkten verstikkend voor de vestingtroepen. De afwezigheid van latrines zorgde voor een onhoudbare hygiënische situatie. Elektriciteit en latrines waren enkel voorzien in Loncin. Elders diende gevochten te worden bij olielampjes, toortsen of kaarsen zoals de Romeinen?! Er was niet nagedacht over de hevige aardtrillingen, luchtverplaatsingen en het voorkomen van lawaaiontwikkeling in holle ruimtes. Wegens gebrek aan communicatiemiddelen, beveiligde telefoonlijnen of betrouwbare inlichtingsdiensten werkten de forten onderling weinig samen en waren op zichzelf aangewezen voor terreinobservatie ondanks de zeer veel dode hoeken. De Napoleontisch getinte forten brachten veel miserie en nachtmerries aan Duitse zijde. Ver voor WO I hadden de Pruisen een “groot gedacht” over zichzelf en etaleerden hun superioriteitsgevoel ongepast. Zij hadden met dat vieze trekje de Duitse bevolking besmet en natuurlijk ook het leger. De Duitse troepen moesten met schade en schande ervaren, dat de Belgische soldaat een niet te onderschatten tegenstander was. Luik was een muizenval: dat vooruitzicht ging het petje te boven bij de Pruisische legerleiding. Het Von Schlieffenplan en “Blitzkrieg” waren om zeep: het verrassingseffect was genekt door het dagenlange oponthoud. Alle pogingen om de forten te veroveren, hadden niets opgeleverd behalve enorm veel doden, naast troepen die moe, hongerig en dorstig waren in bloedheet weer. Bevelvoerend Generaal Otto Von Emmich is kop van jut en wordt de laan uitgestuurd, vervolgens op rust gesteld. Generaal Erich Ludendorff (van waar kennen we die naam?) komt in zijn plaats en dat belooft!!! Rond 1910/11 kwamen nieuwe militaire speeltuigen in de aanbieding, die het toenmalig strategisch en tactisch denkwerk van oorlogsvoering op de helling zetten. Duitse constructeurs als Gustav Krupp gingen zich toeleggen op het aanmaken van gigantische scheepsvuurmonden. Men ging ervan uit dat zulke mastodonten nooit mobiel op het slagveld konden geraken wegens hun lomp gewicht van meer dan 42 ton. De nietszeggende benaming “Kurz Marine Kanone type M” verborg een monsterlijk wapen van 14 km reikwijdte, dat projectielen van 42 cm doorsnee met een gewicht van 800 kg, van op grote hoogte deed neerkomen aan een snelheid van 1080 km/u. Het penetratievermogen nam enorm toe. Om het heftiger te maken waren beter afvuurkruit, ontstekingsmechanismen en krachtiger explosieven bedacht. Geen wonder dat WO I ontaardde in een wereldwijde slachtpartij: in 27 jaar tijd evolueerde het projectielkaliber van 21/22 cm doorsnee met 100 kg = 720 km/u (1887), naar een 30,5 cm doorsnee voor een Skoda kanon (1914). Op 10 augustus ’14 verscheen in extremis Krupp’s Bertha met 42 cm doorsnee. De afvuurmethode was eveneens herbekeken om de vijand in forten of loopgraven te treffen. Horizontale, rechtdoor vuurtrajecten leverden weinig op. Parabole of krombaan vuurtrajecten waren de geliefkoosde bombardementstechniek. Krupp deed daar nog een schep bovenop door de vuurmond omzeggens verticaal te doen vuren, kwestie met een projectiel het doel te doorboren aan toegenomen snelheid en een fractieseconde later te laten ontploffen. De Pruisische Etat-Major wist al evenmin raad met de Luikse situatie en zocht een manier om snel “ komaf ” te maken met de forten. Het kot was op slag niet meer te klein, met het nieuws van de onverwachte toelevering van twee “Korte Marine Kanonnen model M” (Bertha). De wapenwedloop was gestart. Bovenaan de agenda stond het uitroeien van de tegenstander. De val van Luik mag bestempeld worden als het scharniermoment in WO I. Loncin was het topje van de ijsberg wat er de komende jaren te vrezen viel aan het front. 1
Wie dacht dat een Bertha onverplaatsbaar was zat fout. De kanonnen waren ontmanteld in massieve onderdelen en per trein opgezonden naar Herbestal op 10 augustus ‘14. De gesaboteerde tunnels en spoorlijnen werden omzeild door dagenlang vervoer over de weg met stoomtractoren. Paarden begaven het onder de enorme treklast. Op 12 augustus ’14 werden ze gemonteerd en opgesteld op het oefenplein van Bressoux, ruim 9 km verwijderd van fort Loncin. Het kanonnenbereik van onze forten bedroeg maximaal 8,5 km, zodat de Duitsers weinig te vrezen hadden van tegenreacties. Op O.L.V. Hemelvaartdag zaterdag 15 augustus ’14 testte men de 2 kannonen vanaf 15 u met een eerste afvuurproef om richtingscorrecties aan te brengen. Na de 25ste obus volgde een gigantische explosie om 17.20 u door een voltreffer in de linker munitiekamer van fort Loncin. LONCIN DE EMOTIONELE KRAS Het woord Loncin leerde ik als kind kennen in weinig opbeurende oorlogsdetails verteld door mijn moeder of treurende grootmoeder. Aanvankelijk verkeerde ik in de foute veronderstelling dat mijn grootvader betrokken was geweest in gevechten in Loncin. Die hadden er evenwel niet plaats gegrepen met het veldleger op die plek. Pas veel later kwam ik achter de juiste samenhang na het lezen van naslagwerken en internetforums naar aanleiding van de honderdjarige herdenkingen. Alzo lukte het, de 14-18-vertellingen in juiste context te plaatsen. De Luikse fortenhistorie werd doodgezwegen, verborgen gehouden. Met patriottische blamages kon niet gesnoefd worden. Op een dag (Léon zat nog maar pas aan de IJzer) werden nieuwkomers aan de rangen toegevoegd. Die gasten begonnen uit de biecht te klappen: het bleken heropgeviste vestingsoldaten te zijn uit Luik. Eerst hoorden de mannen het donderen in Keulen. De geest was uit de fles en de Luikenaars reageerden furieus op de doofpotoperatie. Het cataclysme in fort Loncin zorgde voor veel beroering en verslagenheid in het Belgisch kamp. Begrijpelijk was de commotie het grootst bij de Luikse legerdivisie, waar links en rechts wel ergens iemand in de rangen rouwde om een familielid, een vriend, een kennis, een stads- of streekgenoot die het leven liet in één van de 12 forten. Solidariteit was gepast als je geaccepteerd werd als Gentenaar in de Luikse legertroep. Het was godgeklaagd dat opnieuw zij nog eens extra krassen op hun emotionele ziel kregen … Wat wil je? Bij hun aftocht via Loncin zijn hen daar eten en drinken toegestopt, kleine wonden verzorgd, mentaal het moreel opgekrikt, comfortabele droge onderkleding verschaft. Tien dagen lang zorgde Loncin voor gegarandeerde rugdekking waardoor naast een geslaagde terugtrekking, tijd gekocht werd om de Luikse troepen hun leven terug wat op de rails te krijgen. Gedwongen door onmogelijke situaties waren de forten aan hun lot overgelaten en dat was knap frustrerend. Loncin was synoniem van respect, diepe waardering en dankbaarheid jegens de gevallen jongens aldaar. Fort Loncin moet een vals gevoel van veiligheid verschaft hebben, zowel bij de vestingtroepen, als wel bij bevelvoerder Gen. Leman. Zij verkozen onverzettelijkheid tot de laatste snik. Niemand heeft bedenkingen gemaakt wat Krupp zijn expert ging uitspoken op de puinhopen van fort Pontisse … onmiddellijk nadat het op 13 augustus ’14 door beschietingen met 42 cm geschut tot overgave was gedwongen. Niemand gaf er zich rekenschap van dat diens bevindingen zouden dienen om Loncin te transformeren in een massagraf. Het werd beschoten van uit het oosten, de stadskant. Door fout denkwerk bij de fortenbouw was de betonpantsering op de achterkant aan stadszijde slechts half zo dik gegoten t.o.v. de defensieve voorkant en lag het kruitmagazijn onverstandig dicht bij het oppervlaktegewelf. Wat een gedacht!?! Getuigen schrikten op van de explosie omstreeks 17.20 u: het was een tweeling die ogenblikkelijk elkaar opvolgde, gepaard aan een enorme luchtverplaatsing. De klap was onbeschrijflijk dat de oren ervan tuitten. Reusachtige fonteinen van aarde, betonblokken en menselijke resten schoten torenhoog de lucht in. Vervolgens doodse stilte. De hele site was gehuld in rook,vuur, duisternis en gekerm van gekwetsten. Overal waar je keek lag puin. Zwartgeblakerde jongens kwamen ons tegemoet met brandwonden aan handen, armen, benen en aangezicht. Er heerste een gigantische chaos. Op de plaats van de inslag had zich een krater van 20 m doorsnee gevormd. De luchtverplaatsing had het betongewelf van de steunmuren afgescheurd, werd door de kracht van de ontploffing omhooggetild, in tweeën geplooid, gebroken, om daarna terug naar beneden te storten op de aanwezigen in de centrale gaanderij. De fortbezetting bestond uit ongeveer 500 artilleristen en 80 infanteristen. Tot voor de fatale 25ste obus waren nog geen doden gevallen. “Op de verkeerde plaats zijn en het verkeerde moment ” is hier toepasselijk !!! Toevallig had de bevelvoerder net verzamelen geblazen in de centrale gaanderij gelegen naast de kruitkamer. Hier had niemand schijn van kans. Je werd levend verbrand, uit elkaar gereten of de longen ontploft door de luchtdruk. 350 man bleef dood achter en meer dan 40 anderen namen de vlucht, die niet in krijgsgevangenschap wilden eindigen. 250 stoffelijke overschotten liggen nog altijd onder het puin van de centrale gaanderij (catacomben). Enkele tonnen munitie die als maar onstabieler wordt met de tijd, verhindert veilige opruimingswerken en het verder identificeren. In het kader van renovatie en aantrekkelijker maken van de site werden in 2007 door DOVO 3500 à 4500 obussen (142 ton) verwijderd. De ravage is enorm: specialisten slaagden er toch in 25 soldaten op te graven en vier ervan te identificeren in het puin. Loncin is een unieke plek, hét symbool van de slag om Luik. In de herfst van 2014 werd in bijzijn van Koning Filip, Loncin erkend als nationale begraafplaats en museum/monument. 2
Kanttekeningen van de auteur Loncin moment van bezinning en bezoek waardig. Alléén al om te weten waarom we best geen oorlog voeren. FORT LONCIN, Rue des Héros n° 15, 4431 ANS tel: 04/246.44.25. Internet: www.fortenvanbelgië.be en Google: fort Loncin. Wikipedia. Zie openingsuren op websites. Gustav Krupp werd na WO II gedagvaard op het Neurenbergproces wegens zijn aandeel in de oorlogsproductie. Omdat hij ziekelijk was, werd hij uiteindelijk niet vervolgd. Zijn expert prof. Fritz Rausenberger, zijn technisch directeur was een even groot monster. Beiden verdienden terechtgesteld te worden wegens vernietigingswapens en oorlogsmisdaden tegen burgers. Rausenberger misbruikte zijn bevindingen in Pontisse om een nog sterker afvuursysteem te ontwikkelen, waarmee in 1918 van op 120 km afstand (afstand = Oostende-Zaventem) de kaaien van de Seine in Parijs bestookt werden. Zo’n moordwapen is bij ons achtergelaten in Koekelare en heeft burgers in de Westhoek en Duinkerke geterroriseerd vanaf juni 1917. West-Vlaanderen, Koekelare – wijk Leugenboom. Clevenstraat n° 2 8680 – Koekelare. Pommern Batterij – Lange Max. MUSEUM www. langemaxmuseum.be (was zomer 2014 nog niet helemaal klaar, toch moeite waard, wordt verder uitgebouwd). Details: kanonloop 17,5 m - totaalgewicht 75,5 ton - geschut reikwijdte 7 5km. Projectieldoorsnee 38 cm - obuslengte 180/210 cm - obusgewicht 750 kg. Koekelare – Duinkerke 44 km – 90 sec onderweg. Gemiddelde vuur intervaltijd - 8min. 3
1 Online Touch