0

… in de schrijfresidentie - Stef Duron - 16 augustus tot 6 september ‘21 Katrien Schaubroeck, hoofddocent wijsbegeerte Universiteit Antwerpen schrijver van essays en filosofische scripties bio Katrien Schaubroeck °1980 Ik doctoreerde in 2008 aan de KULeuven met een proefschrift over de bijdrage van Harry Frankfurt aan het analytische debat over praktische redenen. Van 2008 tot 2011 was ik als postdoctoraal onderzoeker van het FWO-Vlaanderen verbonden aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte te Leuven, met studieverblijven in Canterbury en Berlijn. Van 2011 tot 2013 was ik als postdoc verbonden aan het NWO-Horizonproject “Wat kunnen de geesteswetenschappen bijdragen aan ons praktisch zelfbegrip?”(Universiteit Utrecht). Mijn onderzoekinteresses situeren zich in de meta-ethiek, de morele psychologie en de feministische filosofie. Momenteel werk ik aan een inleiding in de analytische wijsbegeerte, en aan publicaties over liefde en over epistemische (on)deugden (rationeel?, kennis?). Ze publiceerde bij Letterwerk Iris Murdoch. Een filosofie van de liefde (2020). Haar onderzoek situeert zich in de hedendaagse analytische morele psychologie, met een focus op de verhoudingen tussen liefde, moraliteit en kennis. Het is niet stil en duister binnenin. (Iris Murdoch) 1 © foto - Stef duron

interview en foto’s Stef Duron Ik vind het een eer voor de schrijfresidentie om ook een professor in de wijsbegeerte te mogen verwelkomen. In Antwerpen is de opleiding momenteel wat kleinschaliger en gemoedelijker. De afstanden tot de studenten is niet zo groot. En ik vind het wel prettig om zo te werken. Het heeft ook met de algemene nationalisering te maken. In België zou ik me professor mogen noemen, maar in het buitenland niet. In het buitenland lachen ze je uit. Je kunt nog geen professor zijn als je veertig zijt. Professor wordt je wanneer je een hoogleraarschap hebt. En ik ben me daar goed van bewust. Ik noem me ook geen professor, omdat dit internationaal ook voor verwarring zorgt. Ik vind niet dat iemand die filosofie doceert een grotere status heeft. Er is overal heel veel kennis te rapen. Ik vind filosofie heel interessant en ik ben heel blij dat ik mocht doctoreren en m’n plek heb gevonden, … dat ik nu les kan geven en verder onderzoek doen. Het verschil met de tijd dat u studente was twintig jaar geleden en nu. Hoe is de relatie nu tussen de docenten en de studenten in vergelijking met toen? Bij filosofie speelt er ook een gender. Man/vrouw speelt daar al een rol in. Al mijn professoren waren mannen. We zaten met 5 meisjes in een groep van 60. Nu is dat anders. De sfeer was goed onder de studenten. Als meisjes vormden wij al snel een groepje. Het is pas toen ik ging doctoreren dat het mij opviel dat er zo weinig vrouwen in die groep waren. Nu sta ik aan de andere kant en heb ik contact met de studenten. Als vrouw kan je minder gauw op een voetstuk gaan staan. Dat wordt minder snel aanvaard. Zoals dit in het bedrijfsleven ook merkbaar is. Ik vind dat niet erg. Ik vind dat eerder schone schijn … Is je beroepskeuze een gevolg van hoe je van jongs af tegen het leven aankeek en de wereld ontdekte? Toch wel, maar ik wist niet goed wat filosofie was. Wij kregen dat niet op school. Je zag dat wel dat die jongeren actief deelnamen door ook het kerkgebouw te versieren en in te richten. Ze waren betrokken. Het was een heel open manier om religie te beleven. Ik ben naar Leuven gegaan. Ik heb ook nog godsdienstwetenschappen overwogen, … zoals ik alles overwogen heb. (lacht …) Inderdaad een beetje keuzestress. “De kwaliteit van een handeling komt voort uit de gedachte die er achter zit.” Ik kon niet kiezen als ik achttien was. Ik wou alles doen. Ik deed heel graag geschiedenis. Ik wou ook arts worden. Ik ben naar een katholieke school gegaan. Met onze ouders gingen we naar de mis, maar dan naar een andere parochie waar de vieringen ons die meerwaarde gaven die we zochten. De preken waren er beter. De omkadering en de symboliek spraken ons aan. En het toeval wil nu dat die parochiepriester onlangs overleden is. Het was een pastoor die ook veel met jongeren werkte. Eigenlijk met de jongeren van zijn parochie waartoe ik niet hoorde. Ik heb daar niet actief een rol in gespeeld. 2 Nu ga ik nauwelijks naar de kerk. De sacramenten zijn zelfs een beetje uit ons leven verdwenen. Ik ben zo opgevoed en dat vind ik goed zo. Ik zie de waarden wel in van het geloven en de culturele erfenis. Uw recente boek over Iris Murdoch, een Britse filosofe. Mag ik daarbij een zekere vorm van feminisme bij vermoeden? Noch Iris Murdoch, noch ikzelf kunnen als ‘dolle mina’s’ beschouwd worden. Alhoewel: ik word het, terwijl ik ouder wordt. Echt waar! Ik was daar vroeger niet mee bezig, met het feminisme.

Ik merk onder mijn vrouwelijke studentes dat feminisme voor hen niet meer nodig is. Die voelen zich niet geremd. En ik voelde mij ook niet geremd, toen ik 18 was. Je groeit en je komt op bepaalde plekken in de wereld. Als ik mijn studentes vraag of ze ‘s avonds laat gaan joggen alleen, dan krijg ik een negatief antwoord. Dan doen ze niet. Sommige dingen aanvaardt ge. Dat is nu eenmaal zo. Je denkt: ik word niet geremd. Maar in principe word je dit wel. Je neemt het aan als normaal. Ik snap die keuzes wel. En je aanvaardt het eenmaal zoals het is. Er zijn plekken op de wereld waar de vrouwen het veel slechter hebben. Ik wil niet horen dat feminisme iets is voor gefrustreerde vrouwen of dat dit iets is wat voorbijgestreefd is. Dat is niet waar. Ik kom uit een context waarbij ik geluk heb … wat mijn privé betreft. In werkcontext heb ik het hier wel wat lastig mee. Ik vind dat het feminisme nog niet achter de rug is. Ik vind dat er nog altijd interessante discussies te voeren vallen en studies te maken zijn over de verschillen tussen mannen en vrouwen. Iris Murdoch was totaal geen feministe. “Je moet je blik houden op waar je naartoe wil”, was een van haar standpunten. Je wil gewoon geen onderscheid tussen mannen en vrouwen, wel gewoon mensen onder elkaar. De feministen willen zichzelf ook overbodig maken. Dat moet wel de bedoeling zijn van het feminisme. Dat het geen echte “contramannenwereld” mag zijn …? Uiteraard … voor een betere wereld. Ook voor mannen. In mijn doctoraat (2002 > 2008) speelt ze geen rol. Daarin vind je niets over haar terug. Letterwerk vroeg mij om een boek te willen schrijven. Waarover dan? Eerst wilde ik over de liefde schrijven. Toen kwam het idee dat dit ‘te breed’ zou zijn. 3 Problemen moeten benoemd worden. Feminisme heeft het concept om dat goed te doen. We zijn allemaal gelijk aan elkaar. Iris Murdoch had geen kinderen en kende niet het probleem dat een vrouw met kinderen niet aan de academie kon blijven. Daar dacht ze niet verder over na. Haar positie was een geprivilegieerde positie. Ze was een witte vrouw, dat maakte ook al een verschil. Dan is het ook gemakkelijk om te zeggen: je moet niet aan de problemen blijven vasthangen. Zij moest dit niet doen. Zij had haar vrijheid. Haar man was daar uiteraard ook heel ruimdenkend in. Anders was hij er niet mee getrouwd geweest. Met je boek stel je Iris Murdoch nu meer in de aandacht. Vooral in de lage landen. Heb je haar ontdekt tijdens je studies, tijdens je onderzoeken of tijdens je doctoraat? En uiteindelijk besloot ik om Iris Mudoch ’ns opnieuw te lezen. Het was van mijn studententijd, mijn licenties geleden dat ik haar voor het eerst las. Dat was ik al een beetje vergeten. Ik heb haar dus hérontdekt. Omdat ik interesse heb in liefde als een motor voor morele verbetering. En ik weet dat zij - naast vele anderen - daar veel rond doet. Ik herinnerde me wat voor interessante schrijfster zij is, want ook haar romans heb ik gelezen. Mijn studenten kennen haar helemaal niet. Zij hebben nooit van haar gehoord als filosofe of schrijfster. Oudere studenten bij het avondprogramma kennen haar daarentegen wel als schrijfster. In de jaren 1970-’80 had ze als romanschrijfster al heel wat furore gemaakt. Vind je in haar romans ook haar kijk op filosofie terug? Murdoch vindt zelf van niet: “mijn romans zijn niet filosofisch, dat moet je uit elkaar houden”. Als neutrale lezer vind je dat wel terug in haar romans. Het gaat er over liefde, leugentjes om bestwil, zelfbedrog, intriges … Allerlei relaties, zoals romantische, vriendschapsrelaties, broer– en zus -relaties, ook tussen homo’s en lesbiennes, … Zonder dit te thematiseren. Gewoon mensen onder elkaar. Ze schreef over dé mens. In haar romans komen ook heel veel dieren voor. In elke roman komt er steevast een hond aan te pas. In haar (34!) romans heeft ze een speciale band met dieren, ook met wilde in haar tuin, zoals vossen, ratten, … Ze had een hart voor dieren en de natuur in het algemeen. Als kinderloze vrouw speelden kinderen geen rol in haar romans. Vooroordelen laten varen en proberen met een ’goedgezinde bril’ te kijken naar anderen toe. Kritisch zijn op jezelf zonder jezelf

daarom de grond in te boren. Verrijkend analyseren. Houden van jezelf, en niet van je ego. Jezelf aanvaarden zoals je bent, maar daaraan ook willen werken. En daarbij ook de ander aanvaarden. Dat is liefde … Er is een bepaalde relatie tot jezelf verondersteld zodat je je kunt openstellen en herdefiniëren. De keuze voor je verblijf in Beauvoorde. Heb je al ervaring met die vorm van quarantaine om aan je onderzoek te werken? Nee, helemáál niet. Ik ben geen schrijver, ik ben een academicus. Hier is dit voor mij een enorme ontdekking en ik heb dit hier leren kennen via Anne Provoost haar dochter Martha die bij mij haar doctoraat in de filosofie heeft gedaan. Zij vertelde me vol lof over het verblijf en omdat de Westhoek mij enorm aanspreekt, dacht ik om dit te proberen. Ik vind het prima en heel fijn om hier te verblijven. Geeft dit verblijf een meerwaarde aan het werk dat je doet? Jazeker, absoluut. Dat maakt zo’n verschil. Dat is te vergelijken met op vakantie gaan. De mensen zeggen dat je ook in je eigen tuin met vakantie kunt gaan. Ja, dat kan, maar het is moeilijk. Wat dit hier doet met je openheid, met de vrijheid van je geest, van je zorgen. Het is zo’n groot verschil. Hier voel ik met beschermd en ik mag gewoon aan schrijven denken. Maak je er gebruik van om buiten te komen, mensen te ontmoeten, met de fiets de omgeving ontdekken? Ja, ik had al leuke gesprekken met Johan van ‘t Ezelsoortje, kunstenares Monique Mol en met de moeder van Nathalie op de fruit– en 4 groenteboerderij Roose in de Zomerweg. Zelf ben ik eerder de verlegen persoon wanneer het op nieuwe contacten leggen aankomt. Heb je verder gewerkt aan je onderzoeken? Ja, dat klopt. Ik heb zaken afgerond en ook iets nieuws begonnen. Ik had nog enkele studenten die ik moest begeleiden met hun scripties. Wat ik heb afgewerkt is een tekst over vriendschap. Ik ben ook begonnen aan een project waarbij ik over de dood iets zou willen doen. Het lijkt eerder op een luguber onderwerp, maar corona heeft me daarover doen nadenken dat de begrafenisondernemers en de mensen die iemand hebben moeten begraven in de coronatijd het heel moeilijk moeten hebben gehad. En dat daarover in de media weinig aandacht aan werd besteed. Dat je geen afscheid op een deftige manier hebt kunnen nemen van je dierbaren. Dood en doodgaan wordt wat weggeduwd in de samenleving. Voor iemand uit Antwerpen afkomstig vind ik het verrassend dat er hier zomaar een kerkhof is, midden in het dorp. Ik liep over het kerkhof om naar de bakker te gaan. Dat vind ik een mooi iets: dat gestorven mensen gewoon nog een deel zijn van het dorp. Dat is in een stad natuurlijk niet zo. Ik wil het vanuit het perspectief van de begrafenisondernemers en de getroffen families bekijken. Hoe moeilijk het moet geweest zijn om alle richtlijnen van hogerhand te kunnen handhaven en plaatsen. Dat wil ik begeleiden en bekijken voor als dit nog ‘ns zou nodig zijn. Er komt natuurlijk meer bij kijken, los van de pandemie, zoals bvb. de interculturele omgeving. Dat is meer in een stad het geval, zeker in Antwerpen bij de Joodse gemeenschap, de Moslimgemeenschap, de Vrijzinnigen, de gelovigen en niet-gelovigen. En als begrafenisondernemer moet je dit maar allemaal zien te regelen. Dit is mijn nieuwe project, van vriendschap naar doodgaan, existentiële thema’s. Dat is de rode draad … Ik dank je hartelijk voor dit gesprek en wens je veel succes met je onderzoeken naar de diepe zielenroerselen van de mens.

De Franse filosoof en wiskundige uit de 17e eeuw Blaise Pascal zei ooit: al het ongeluk van mensen komt voort uit één ding: ze kunnen niet rustig stil blijven zitten in een kamer ('Tout le malheur des hommes vient d'une seule chose, qui est de ne savoir pas demeurer en repos dans une chambre.') Dat is natuurlijk overdreven gesteld, maar hier in Beauvoorde heb ik ervaren welke waarheid in die uitspraak zit. Het gevoel nergens naartoe te moeten, even ontslaan te zijn van alle huishoudelijke taken en van de knagende angst om een belangrijke bijeenkomst of spannende gebeurtenis te missen - dat creëerde veel rust en veel tijd. Ik heb gelukkige dagen doorgebracht aan mijn tafel in de schrijversresidentie, en ik zal met veel plezier aan jullie mooie dorp terugdenken. bij wijze van mijmering en dank Katrien Schaubroeck 5

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
Home


You need flash player to view this online publication