0

Beauvoorde … in de schrijfresidentie - Stef Duron - schrijfresidentie begin 2021 Anne Provoost schrijfster van romans, kinder- en jeugdliteratuur en essayiste © foto - Manu Claeys Begin van het jaar verbleef Anne Provoost in de schrijfresidentie. 9 januari, bevroren autoruiten in de straat. Bevriezende mist en gladde wegen. Ik breng een pakketje dorpsgazetten naar ‘t Ezelsoortje op het gelijkvloers van de schrijfresidentie in de Wulveringemstraat. Johan is al present. De voordeur staat open en ik tref er Anne Provoost aan. Een eerste kennismaking met haar in Beauvoorde. 1 Niet veel tijd voor een babbel, want ze wil vóór de middag op bezoek bij haar moeder in Poperinge. Goed te doen met de wagen, denk ik zo. Maar nee hoor, “ik rij er met de elektrische fiets naartoe …”. Amaai, ze ziet het wel zitten, denk ik.

Johan vindt het ook al een hele uitdaging. Kort afscheid: “Toch wel voorzichtig rijden, hé! Ik neem nog contact voor een latere babbel”. Later vernam ik dat Anne op het fietspad richting Izenberge ten val kwam en ze haar rit hierdoor moest staken. De kneuzingen vielen nog mee. ‘Vallen’ is ook de titel van één van haar bestsellers. Toeval? Dat laat ik in het midden. In het winternummer ‘20 van de dorpsgazette kan je over het verblijf van Manu Claeys in de schrijfresidentie lezen hoe hij tijdens zijn studies in Leuven zijn echtgenote Anne Provoost leerde kennen. Samen kunnen ze reeds een boek schrijven over hun studies, werk en ervaringen in de Verenigde Staten. Anne schreef er reportages over het land en zijn bevolking, en een eerste versie van wat later haar debuut als schrijfster zou worden. Sinds 1991 wonen en werken ze in Borgerhout. We hebben 3 kinderen, die intussen min of meer het huis uit zijn. Anne is ook betrokken in het actiecomité ‘De Ploeg’ in en rond De Antwerpse Kievitwijk. In 2007 nam ze voor Groen deel aan de Senaatsverkiezingen en in 2014 was ze lijstduwer op de Europese lijst voor de Vlaamse ecologische partij. Jeugdjaren in Woesten Anne Provoost (° Poperinge, 26 juli 1964) groeide op in Woesten. Naar verluidt dicteerde ze als vierjarige verhalen aan haar moeder. Tijdens haar hogere studies aan de universiteit hield ze dit schrijven bewust voor bekeken. Tot ze in haar laatste jaar ziek te bed lag en een verhaal schreef, waarmee ze tot haar eigen verbazing een wedstrijd won. De start en goesting naar meer. 25 jaar geleden werd Anne fulltime schrijver en verscheen ‘Vallen’ waarmee ze ‘De Gouden Uil’ won. Deze roman werd in 2001 verfilmd door Hans Herbots en werd recent vertaald in het Russisch. Om je een idee te geven: werk van Anne Provoost is vertaald in het Afrikaans, het Amhaars (Ethiopië), het Arabisch, het Bulgaars, het Catalaans, het Chinees, het Deens, het Duits, het Engels, het Fins, het Frans, het Japans, het Koreaans, het Litouws, het Macedonisch, het Noors, het Pools, het Portugees. Anna Vandewalle, de grootmoeder van Anne, was een van die kinderen. “Ik heb al veel lezingen gegeven over die kinderen en ik merk dat mensen hun verhalen pas vrijgeven als ik eerst die verhalen van mij vertel. Ik In januari ‘20 beet Anne de spits af door hier als eerste gaste aan haar boek “Kinderen van de IJzer” te werken, een roman over haar familie die tijdens de Groote Oorlog noodgedwongen op de vlucht sloeg, vanuit Boezinge via Stavele naar uiteindelijk Wulveringem. Meer in het bijzonder volgt ze de jonge jaren van haar grootmoeder, die in 1915 als negenjarig kind op de trein gezet werd naar de schoolkolonie in Parijs. Haar zoektocht naar locaties, verhalen en getuigenissen bracht haar terug naar de Westhoek. Geen betere uitvalsbasis als de Beauvoordse schrijfresidentie. Deze plaats is voor haar uniek omdat ze door de ramen op de eerste verdieping uitkijkt op de graven van het kerkhof waar familieleden begraven liggen. Haar personages in het boek zijn er op gebaseerd: de broer van haar grootmoeder was getrouwd met de zus van haar grootvader. “Dubbele families” kwamen toen nog voor in de Westhoek. Door haar opzoekingswerk komt het aspect van het lot van de kinderen tijdens WO I onder de aandacht. Uit de frontstreek zijn zo’n 11 000 kinderen weggehaald omdat hun leven in gevaar was. Contact met soldaten en de oorlog kon tot verruwing van de zeden leiden. Op kolonie gestuurd naar Parijs en Normandië waren ze vergezeld door Vlaamse religieuzen, zodat ze hun Vlaamse taal niet zouden vergeten. foto - Anna en haar zusjes Scholen van de koningin Toch waren er veel landbouwergezinnen die weigerden om hun kinderen naar veiliger oorden te brengen. Naast de schrik hen nooit meer weer te zien, waren ze ook bang voor de vreemde invloeden op hun kinderen, 2 weet niet of dat typische WestVlaams is, of typisch voor deze streek, maar mensen halen hier zelden of nooit direct hun verhalen naar boven. We willen te allen tijde vermijden dat men ons ervan verdenkt dat we de verhalen aandikken. Toen ik mijn familie vertelde over het oorsponkelijke opzet van mijn boek, reageerde mijn familie met Wat valt er telen over je grootmoeder? Maar zodra het vertrouwen er is, komen de verhalen naar boven en die zijn belangrijk.”

“Kinderen van de IJzer” wordt een heel dik boek, en het schrijven ervan is voor mij heel intens omdat het zo dicht bij mij ligt.” © foto - Jan Geysen al werden ze in hun moedertaal door zusters van bij ons opgevoed. Daarbij waren de Fransen niet zo blij met die kinderkolonies. Ze werden er opgevoed in een voor hen vreemde taal. En dat ze door nonnen onderwezen werden, werd in Frankrijk, waar kerk en staat strikt gescheiden zijn, niet geapprecieerd. In onze streek, meer bepaald in Wulveringem, werd beslist zo’n opvang voor kinderen te organiseren. Met het doel om de kinderen weg te houden van de gasaanvallen, van de soldaten en van het oorlogsgeweld. Koningin Elisabeth liet hier twee scholen bouwen die de naam kregen van haar kinderen. Daarvoor bracht ze de geldelijke middelen bijeen om dit project te financieren. Zij kwam er geregeld op bezoek. Een betonnen plaat met “School van de Koningin 1915-1918” verwijst er naar die plaats. In de Lobbestraat te Wulveringem, ter hoogte van de Katjeshillestraat, zie je zuidwaarts de op een grote villa lijkende reconstructie van het hoofdgebouw. Samen met andere kinderen deed de dochter van Koningin Elisabeth in 1916 er haar plechtige communie. - zie foto bovenaan - “Mijn overgrootouders die in die boerderij ginds verbleven, woonden op een kruispunt van onze familiegeschiedenis, en die van vele anderen. Als ze op de dorpel van hun voordeur stonden, keken ze naar de barakken met de kinderen. Hun eigen drie dochters en twee zoontjes zaten toen ver in dat onbereikbare Parijs, terwijl ze net zo goed hier in het kamp vlakbij hadden kunnen verblijven. En als ze op de dorpel van hun achterdeur stonden, hoorden ze het kabaal van het front. ‘t Is te hopen dat onze jongens dáár niet zitten, zeiden mijn overgrootouders tegen mekaar. Ze waren er bij, bij de gevechten aan Stuivekenskerke, zo bleek later. Maar ze hebben het overleefd. Je ziet, deze plek hier is voor mij relevant.” Wandeling tussen de graven ... “Om een idee te geven van hoe nabij mijn eigen verhaal me hier komt in Wulveringem. Omdat de zon scheen ging ik zonet een wandeling maken rond het kerkhof. Ik kan bij al die graven blijven staan, ze hebben me altijd iets interessant te vertellen. Mijn oog viel vandaag op het graf van Florence Windels. Het hoofdpersonage van mijn boek is mijn overgrootmoeder Marie-Louise Windels. Ze vlucht in de oorlog naar Wulveringem. Maar tot mijn grote verrassing vind ik hier het graf van haar zus? Haar zus is dan ook nog eens getrouwd met een 3 Louwagie, de naam van mijn grootvader. Dat is een bevestiging van wat ik al weet: mijn familie is één groot kluwen van Louwagies, Vandewalles, Windels, Vandenberghes, die allemaal met elkaar trouwden, en allemaal heel veel kinderen kregen, waardoor ik mijn hele kindertijd lang geen touw heb kunnen vastknopen aan mijn familiebanden. O-ve-ral waar ik kwam, zeiden de mensen dat ze familie van me waren. Vroeger vond ik dat beklemmend. In hindsight weet ik dat dat onschatbaar waardevol is. Als er iemand is in Wulveringem die me nog kan vertellen hoe Florence in Wulveringem terecht is gekomen, dan verneem ik dat graag. Is mijn overgrootmoeder naar hier gevlucht omdat haar zus hier woonde? Is haar zus naar hier gekomen omdat mijn overgrootmoeder hier al was? En is Florence tot aan haar dood hier gebleven omdat de oorlog haar tot hier heeft gebracht? Erg belangrijke vragen, voor mij en voor mijn boek.”

Anne, wat is je antwoord aan diegenen die zich afvragen of je boek “Kinderen van de IJzer” fictie is, of non-fictie? Ik ben een Westhoekse boerenkleindochter. Ik ben opgevoed met het devies dat je nooit mag fictionaliseren. Als er iets is gebeurd op het land of in de stal, is het een kapitale fout als je overdrijft, toevoegt, indikt, of een mooie punt draait aan je verhaal. Wil je vertellen over iets wat is gebeurd waar je geen getuige van bent, dan moet je uitkijken. De vraag die je terugkrijgt is al snel: ‘Was je erbij misschien?’. Een van de theses die ik hanteer bij het schrijven van dit boek is dat, ter verwerking van intergenerationeel trauma, je moet geloven dat je ook kunt weten wat je niet kan weten. Ik vul de zaken in die de Westhoekse kleinkinderen van oorlogsslachtoffers open laten ‘omdat ze het niet meer zeker weten’. Het niet zeker weten heeft hier generaties doen zwijgen. Doordat ze zwegen, is mij als kind van de streek helemaal ontgaan hoe wreed de oorlog is geweest voor de vrouwen en kinderen (van de mannen in de loopgraven wist ik het wel al). Wat ik dus doe in dit boek is de feiten, het skelet dat is overgeleverd, weer aanvullen met mijn inlevingsvermogen en fantasie. Wanneer ik lees dat er twee kinderen zijn omgekomen door schrapnel, dan geef ik hen bij het schrijven hun trieste dood terug door te visualiseren hoe ze aan hun einde komen. Het lot van de tienduizenden zieke, dode en getraumatiseerde kinderen zal in een verhaal zijn veranderd. Dat is voor mij op dit moment wat telt.” Wil je Anne beter leren kennen, dan beveel ik de lezer volgende video aan n.a.v. de Russische vertaling van haar bestseller ‘Vallen’. (samokatfestival.ru/#rec.262706060)> kies scherm 10 Hieruit citeer ik graag haar treffend standpunt, hoe zij als pedagoge en auteur van “Kinderen van de IJzer” de relatie tussen kinderen en volwassenen belicht. “Wat willen de kinderen van ons? Mogen we alles schrijven? Inperken wat onderwerpen betreft? Voor mezelf uitgemaakt van niet. Belangrijk dat je je kinderen nooit de indruk geeft dat je iets voor hen verzwijgt. Belangrijk ons af te vragen: “Waar gaat de blik van een kind naartoe? Niet alleen “Wat willen we doen met © eigen foto’s - album van oma Anna Rustplaats van René Vandewalle en Zulma Louwagie op, het kerkhof van Wulveringem onze kinderen, maar ook wat willen de kinderen van ons?”. Dat is een faire verhouding die kinderen met volwassenen hebben. En als we hen inzage geven in datgene waar wij zelf mee bezig zijn op een evenwaardige manier. Dat geeft hen meer een gevoel van veiligheid dan wanneer we dingen voor hen verzwijgen.” © eigen foto - groepsfoto na aankomst in “La Santé” 4

"Ik vraag me soms af of Herita en de inwoners van Beauvoorde beseffen hoe belangrijk dit schrijvershuis is voor schrijvers en dichters. Schrijvershuizen maken een focus mogelijk die je vaak thuis niet vindt. Zeker toen ik nog kleine kinderen in huis had, waren schrijvershuizen levensreddend. Specifiek dit dorp is de rustigste plek waar ik ooit heb mogen verblijven. Herita en Beauvoorde zullen zeker een dikke vermelding krijgen in mijn volgende boek." mémé Anna en peter Paul op de plechtige communie van Anne © foto’s - Anne Provoost © achtergrond - Nikola-Belopitov via Pixabay 5

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
Home


You need flash player to view this online publication