0

“Mijn passie voor muziek begon op mijn veertiende, toen ik mijn eerste gitaar kocht. Ik begon het instrument te analyseren en raakte zo geïntrigeerd door de bouw van het instrument. Ik koos er voor de toelatingsproeven ‘instrumentenbouw’ aan het conservatorium van Gent te doen omdat ik een hogere studie wou volgen in muziek. Mijn voorkeur ging uit naar de traditionele gitaarbouw. Na mijn Mastergraad met onderscheiding te hebben behaald koos ik ervoor om een eigen instrumentenbouwatelier op te richten en koos als locatie het charmante kunstdorp Beauvoorde. Ik bouw en restaureer hier klassieke gitaren op traditionele wijze (schaven, beenderlijm, touw en spieën, Franse politoer, etc.) maar met een moderne visie.” Sinds de lente van 2021 is het atelier van Tim verhuisd van Wulveringemstraat 14 naar een ruimere locatie in de GoudenHoofdstraat 26. Openingsuren vrijdag - van 15.30 u > 18 u zaterdag - van 13 u tot 18.30 u zondag - van 13 u tot 18.30 u bij voorkeur op afspraak: timduyckguitars@gmail.com © foto’s links - Stef Duron © foto Tim Duyck 1

VOORAF Zijn Beauvoordeverhaal begon op pinkstermaandag 21 mei ‘2018 met de officiële opening van het atelier in de Wulveringemstraat 14. De locatie was op het gelijkvloers aan de rechterkant in de vroegere jongensschool die Herita toebehoort. Die ging van start in de Onze-Lieve -Vrouw-Hemelvaartkerk tegenover het kasteel Beauvoorde. Na het welkomstwoord door Johan Dezutter en een korte inleiding door Tim genoten de genodigden van een gitaarconcerto van Iben Naessens. (rechts op de foto - © Stef Duron) Tim en Iben ontmoetten elkaar tijdens hun studententijd. Iben bespeelde voor ons twee gitaren, door Tim gebouw. Het betrof de eerst-gebouwde én de toen meest recente klassieke gitaar van Tim. Daarna kwam freelance journalist en tekstschrijver Marc Dejonckheere uit Zonnebeke aan het woord. De mystery guest op deze opening was niemand minder dan Willem Vermandere. Daarna volgde nog een gemoedelijke receptie en een interessant bezoek aan ‘t Ezelsoortje van Johan Dezutter en het instrumentenatelier van Tim. Een ideale match waarbij ze elkaar aanvulden betreffende de instrumentenbouw én het bespelen ervan. Interview Tim Duyck (°1992) Stef Duron Om klokslag 11 uur op Vinkemkerk komen we allebei toe op de afspraak in de Gouden-Hoofdstraat huisnummer 26. Zaterdagochtend 11 december, na dagen van somber weer met regen en storm, … eindelijk de zon op je rug voelen doet deugd. Tim laat me via de gang binnen in zijn nieuwe atelier met zicht op de Vinkemstraat. Het zonlicht valt binnen en brengt alle kleuren tot leven. De inrichting straalt rust uit. Eén muur hangt vol met gitaren. Binnen welke tijdspanne kan je een gitaar bouwen, Tim? Doorsnee bedraagt dit 350 uren, vanaf de houtkeuze tot en met het leggen van de eindvernislaag en het monteren van de snaren. Dat kan wel variëren. Dat kan iets korter zijn ofwel iets langer, afhankelijk of het een nieuw model betreft, waarvan eerst nog een ontwerp moet gemaakt worden. Een gitaar bestaat uit veel laagjes fineerhout Tim brengt me in een kamer waar het houtfineer gestockeerd ligt met o.m. het fel gegeerde en zeldzame mahoniehout van wel 150 jaar oud met zijn prachtige tekening dat dienst doet om er de rugzijde van de gitaar mee te maken. Voor de rug van een gitaar lijmt (epoxylaag) Tim 3 lagen met een dikte van 0,7 mm samen: twee lagen gewoon mahoniehout die samen met de buitenste laag met de prachtige tekening een samengesteld fineer van 2,1 mm vormen. (zie foto’s op volgende pagina) © foto Stef Duron - .Marc Dejonckheere, Johan Dezutter, Tim Duyck, Iben Naessens en Willem Vermandere Omdat epoxy in het hout dringt, maakt het de verlijming en het hout nog harder en voorkomt dat het hout vochtig wordt en zou barsten. Want hout is een hygroscopisch (vochtopnemend) en anysatropisch (de eigenschappen zijn niet in iede2

re richting dezelfde met betrekking tot absorptie, brekingsindex, geleidbaarheid, treksterkte, etc.). het gitaarfront kan maken. Hoe hoger in de bergen een boom groeit, hoe minder hij daar groeistoffen kan opnemen, en hoe dichter de jaarringen zijn. Daardoor kan je het fineer dunner maken om een bepaalde klank te bekomen. Het fineer van een fijnspar of ceder uit de Alpen met bredere jaarringen zal dikker gemaakt moeten worden om dezelfde klank te krijgen. Het atelier houdt Tim zo stofvrij mogelijk om de vernislaag van zijn uitgestalde gitaren te beschermen. Een vernislaag kan aangetast worden door stof, zeker de gepolitoerde. Het politoeren gebeurt bij mij op een historisch correcte manier van vernissen waarbij ik met gellak, alcohol en een beetje olie laagje per laagje over een tijdspanne van 3 weken aanbreng. Het is een heel fragiele vernis. Ik gebruik ook synthetische vernissen, die met een spuitpistool worden aangebracht. Polyeruthaan kan beter tegen stof. (© foto’s fineer & machines - Stef Duron) Stoflockers zorgen ervoor dat een ruimte stofvrij blijft, maar dit is hier niet de bedoeling. Dit is wel zo in het bedrijf Maene in Ruiselede waar ik werkzaam ben. Ik sta daar in voor de eindcontrole (PTA : pianotechnische-afwerking) van historische instrumenten: piano’s-forte, clavecimbels, … Het gaat wel om nieuwbouw-piano’s. Het mechanische gedeelte, de globale assemblage en het speelvaardig maken van de piano’s behoort hoofdzakelijk tot mijn takenpakket. Een piano is een pak complexer dan een gitaar. Omdat in mijn vorig, klein atelier (© foto - Tim Duyck) in de Wulveringemstraat ook mijn machines stonden, vormde het stof een groot probleem. Daarom koos ik voor de huidige locatie waar ze in een afzonderlijk lokaal zijn ondergebracht. Een gitaar is fragieler, heeft slechts 6 snaren in tegenstelling tot een robuuste piano, die zwaarder en solider is. Als luthier moet ik met veel meer zaken rekening houden: het hout is veel dunner. De diktes van de gelamineerde zijkanten en vooral van de gitaarfronten en de binnenste balkjesconstructie die op hun beurt nog verschillen in lengte, hoogte en dikte; dit alles samen bepaalt de klank. (© Tim Duyck - foto rechtsboven) Hoe dikker de gitaarwanden, hoe warmer de klank? Hoe dichter de jaarringen van het gebruikte hout op elkaar staan, hoe stijver het hout is, hoe dunner je 3 Dit bepaalt mee het gewicht van het instrument, want hoe lichter een gitaar weegt, hoe comfortabeler voor de gebruiker. Een zwaar instrument is té vermoeiend om te bespelen. In de praktijk wordt het front in drie lagen in een vacuum-zak plat geperst en nadien bol getrokken tot een koepelvorm, die de totale stevigheid in de hand werkt. Aan de binnenkant van het front houden balkjes die met een mal dezelfde bolvorm krijgen het front in de gewenste koepelvorm. Het komt neer op nauwkeurig werken tot op een honderdste deel van een mm. Het front moet uiteindelijk ‘als een doosje’ klikken in de omtrek van de tekstvervolg op p. 36

© foto - Stef Duron

Een luthier werkt overwegend niet uit winstbejag, terwijl dit bij een fabriek wel het geval is, m.a.w. meer kwantiteit dan kwaliteit. Hoeveel gitaren vervaardig je zo per jaar? zijkanten . De bolvorm van het front bepaalt ook de hoek waarmee de hals aan de gitaar bevestigd wordt, wat op zijn beurt bepalend is voor het correct spannen en de trekkracht van de snaren. Het is dus tijdens de opbouw constant anticiperen op de volgende stap … Wat een hele uitdaging is. Ik zie hier twee gitaren waarvan het front geen centrale klankopening heeft. Ik werk met metalen snaren omdat die een heel andere klank geven: veel meer volume, veel meer speelcomfort voor de muzikant. Dit model is bedoeld als ondersteunend instrument voor de gebruiker. De klank van een klassieke gitaar komt via de ronde opening in het front naar de toeschouwer toe. Wanneer de muzikant de klank naar zich toe wil brengen, dan zou die opening van positie moeten veranderen. Dit pas ik toe op het nieuw model met een opening aan de zijkant waardoor de klank naar de speler toe komt. En om toch wat klank naar het publiek te brengen, is er onderaan een quasifrontopening bij gemaakt. Het front mag nu aan de binnenkant met een kleiner aantal balkjes stevig gevormd worden, omdat het ‘klankgat’ verplaatst is. Een opening is een fragiele plaats. Door die afwerking win je zogezegd oppervlakte waardoor de klank zich binnenin beter en volledig kan verspreiden naar de twee nieuwe openingen. (foto boven) Een ambachtelijk gemaakte gitaar is een heel ander instrument dan de exemplaren die in een fabriek aan de lopende band gemaakt worden. Een luthier kiest de houtsoorten en combineert die kundig op het vlak van de jaarringen, dikte en hardheid. Bij voorbeeld is mahonie dichter dan een esdoorn en zal dus dunner gemaakt kunnen worden. Het is specifiek maatwerk. Tim geeft het voorbeeld van een conservatoriumstudent die met een fabrieksinstrument werkte. Van nature waren zijn handen kleiner dan normaal en had hij moeite om tijdens het spelen zijn vingers voldoende te spreiden. Om dit op te lossen maakte Tim voor hem een gitaar op maat waarvan hij de snaar- en mensuurlengte verkleinde en de frets dichter bij elkaar kwamen te liggen. Zo kon hij comfortabeler spelen. In een fabriek is dit onmogelijk omdat alles standaard gemaakt wordt. 6 Zelf heb ik een trage uitvoer: drie tot maximum vier gitaren per jaar. Een fabriek produceert er duizenden per week. Ik werk liever langer aan een gitaar waardoor de kwaliteit hoogstaand blijft. Door alles manueel uit te voeren heb ik meer voeling met mijn instrument in opbouw. Ik gebruik handgereedschappen zoals schaven, beitels, e.d. Mijn houtmachines gebruik ik als ondersteuning van mijn handwerk. Zelfs de vorm van de gitaarhals is volledig handmatig opgebouwd en afgewerkt. Op die wijze blijft het een ambachtelijk product. Je steekt een deel van je ziel in het instrument. Ja, dat is ook de bedoeling. Elk instrument is een uniek stuk. De modellen bleven tot nu toe ongeveer hetzelfde. Nu ben ik daar van afgestapt. Door het gebruik van nieuwe houtsoorten en andere inleg creëer ik momenteel een nieuwe reeks unieke gitaren. Ik zie hier aan de muur een gitaar hangen met een bredere hals. Voor mijn masterproef tijdens mijn opleiding in het conservatorium ontwierp ik mijn eigen gitaar. Wat ook de start betekende voor mijn creativiteit. Een bredere hals was nodig voor een zevende snaar: een extra bassnaar, een lage si. Normaal gaat een gitaar tot de lage mi. Die lage si biedt je de mogelijkheid om stukken uit de barokperiode te spelen, die normaal voor de luit bedoeld waren. Hier ligt nog een luit in opbouw, op vraag van een klant die momenteel wat afstand heeft genomen. Daardoor blijft de afwerking nog on hold. Ik stak er al heel wat tijd in om het corps te bouwen.

(© foto rechts - Stef Duron) Ze hadden een ander repertoire. De mensen kregen meer interesse voor de romantische De afwerking krijgt zeker een vervolg. Een luit heeft meer snaren dan een gitaar en wordt hier en daar ten onrechte als de voorloper van de gitaar genoemd. Van 1600 tot de barokperiode (1700) werd de luit het meest bespeeld. De luit wordt zeker nog bespeeld. gitaar omdat die minder snaren telde dan de luit en daardoor gemakkelijker te bespelen was. Een luit kan van 11, 16 tot 24 snaren hebben. De vorm van de romantische gitaar doet mij denken aan vrouwelijke vormen … Het heeft niks met anatomie te maken. En ook niet om op je dijen te laten rusten. Het gaat hier eerder om het vergroten van het volume. In de barokperiode speelde men meestal alleen. Nadien werden er ensembles en kamerorkesten gevormd. Daardoor was er meer volume nodig. (© Wikipedia - schilderij - barokgitaarspeelster - Johannes Vermeer - Delft) Na de barokgitaren kwamen rond 1800 de romantische gitaren in beeld, waarvan ik er een zestal heb gemaakt. (© foto onder - Wim Duyck) Vandaar dat ze de gitaar groter gemaakt hebben. Qua volume kennen we de viool, de altviool, de cello en de contrabas. Ieder instrument heeft zijn eigen functie. De ensembles – kwartet of kwintet – samengesteld door die verschillende instrumenten met eigen typische klank produceren samen een volle klank. In de belle-epoque kwamen de concertzalen in opmars en was er meer volume nodig. Bij de Steinway-piano – werden de snaren gekruist en gebruikte men gietijzeren frames om alles veel steviger te maken. Daardoor kon er meer spanning op de snaren gezet worden. Daarna kwamen de grote concertvleugels om nog meer volume te creëren. Aan de muur hangt hier een barokgitaar met natuurlijke snaren die samen met de luit bestond. In de gitaarwereld is net hetzelfde gebeurd. Bij symfonische orkesten hoorden gitaren die meer volume konden geven. Ze werden dus groter en dikker, puur ten gunste van het klankvolume. 7 Toen bestonden er nog geen micro’s en klankversterkers. Stalen snaren op de gitaren gaven nóg meer volume. Wat ik nu opbouw zijn steelstrings, die een scherpere klank geven. Ik ben linkshandig. Is het voldoende om de gitaar te wisselen van kant en de snaren andersom te monteren? Zó eenvoudig is dit niet. Constructief is dit een heel andere gitaar. De gitaar wordt in zijn geheel letterlijk omgedraaid’ Hem gewoon fysisch omdraaien voldoet niet. Belangrijk én interessant om weten is dat een gitaar een bas-kant en een discant-kant heeft. Discant is een muziekterm om de hoge tonen aan te duiden. Tegenover discant staat bas, waarmee de lage tonen worden aangeduid. Bij het frontzicht op een gitaar ligt de bas-kant links en de discantkant rechts, m.a.w. de klank van de snaren verhoogt van links naar rechts, van laag naar hoog, van dikkere snaar naar fijne snaar. De drie fijnere snaren (discant-kant) moeten harder aangespannen worden dan de eerste drie. Dat betekent dat die zijde van de gitaar steviger moet gemaakt worden met aan de binnenkant hogere balkjes. Met deze uitleg weet je dat het niet voldoende is om de snaren gewoon te wisselen voor iemand die linkshandig is. Bij de massaproductie in een gitarenfabriek heeft iedere werknemer op de duur zijn eigen specialiteit en is dus één van de schakels in

het opbouwproces, terwijl een luthier ambachtelijk werkt en van zijn gitaar - vanaf de keuze van het hout tot de finale afwerking - een uniek instrument maakt. Als luthier heb ik een enorme vrijheid. Ik kan kiezen of ik een gitaar of evengoed een luit of een ander snareninstrument maak. Ik hang niet vast aan een bepaalde taak. Ik kan doen wat ik wil. Dat is voor mij het leuke aan het zelfstandig gitaarbouwer zijn. gitaar. Ik zou het dubbele kunnen vragen, maar dat doe ik niet, uit respect voor anderen. Ik doe dit ná mijn stresserende dagtaak als zelfstandig beroep liever dan bvb. op reis gaan of op café gaan. Al doe ik dat laatste uiteraard wel ‘ns met vrienden. Mijn gitaren gooi ik niet op internet te koop, hoewel ik daar een hogere prijs voor zou krijgen. De mondelinge reclame is de beste die ook tot de verkoop ervan leidt. Zo weet ik waar en bij wie mijn gitaren terechtkomen. Deze job hier in dit atelier is mijn uitlaatklep, net zoals dit bij anderen muziek maken of sporten kan zijn. Wanneer ik zelf fineer wens te maken, dan kan ik bij mijn werkgever terecht. Zij beschikken over een lintzaagmacine waarmee dit mogelijk is. De vocht-gereguleerde houtvoorraadkamer Een rek vol specifiek uitgekozen houtsoorten, bestemd voor mijn instrumentenbouw. Hout voor de binnen-balkjes, het zeer harde ebbenhout als opleg van de gitarenhals, ceder en spar … specifieke bladen voor het bovenblad van de gitaren, fineerhout voor de inlegwerkjes rond het klankgat en de randen van het instrument. Alles wordt er onder een constante vochtigheidsgraad van 50 % bewaard. Ik wil niet rijk worden met het bouwen van instrumenten. Het blijft een passie, een drang naar perfectie. Foutjes kunnen altijd gecorrigeerd worden, maar dat is wat ik zeker wil vermijden. Mijn vraagprijs voor een unieke gitaar is 25 % goedkoper dan hetgeen collega’s ervoor vragen. Momenteel kost een gitaar bij mij € 3 000, wat niet veel is voor een volledig met de hand gemaakte © foto - Stef Duron 8 Alle inkomsten van mijn werk investeer ik opnieuw in het aankopen van materiaal en hout voor mijn instrumentenbouw. Het leuk daarbij is dat je breake even kan werken. Dit jaar kwam ik door het toedoen van een medestudent die in Gent de masteropleiding gitaar volgde op een festival in Zwitserland terecht waar ik mijn gitaren mocht voorstellen. Die student – Nicolas - was een natuurtalent en speelde beter gitaar dan de docenten zelf. Toen hij op mijn vraag één van mij eerste gitaren bespeelde, kreeg ik een eerder afwijzende reactie. Hij vergeleek dit - onterecht - met zijn persoonlijk instrument – kostprijs € 20 000 – dat hij met zijn spaargeld bij een Franse luthier had laten maken. … En toch … uiteindelijk werden we wel bevriend. Ondertussen is hij beroepsmuzikant en woont hij in Zwitserland. Daar is hij docent gitaar en tevens een gerenommeerd professioneel muzikant en treedt hij er ook op. Ondertussen bleven we contact houden en tijdens een stop in België wilde hij een bezoekje brengen aan mijn eigen atelier, toen nog in de Wulveringemstraat. Bij het bespelen van één van mijn recente instrumenten was hij volledig mind blown. Hij was volop positief en enthousiast over de evolutie die ik ondertussen gemaakt had. “De gitaren klinken goed, en spelen zo goed …” Ik was net bezig met mijn eerste romantische gitaren te bouwen. Nicolas bezat er nog geen en vroeg of hij er een kon kopen. We kwamen tot een akkoord en bij een volgend bezoek kwam hij de gitaar ophalen. Later vroeg hij me om een ukelele te bouwen, wat uiteindelijk uitmondde in een bestelling van 9 stuks. Dit jaar kwam hij met een voorstel om deel te nemen aan een festival dat hij organiseerde in de Zwitserse bergen nabij Montreux. Ik mocht er mijn collectie gitaren exposeren en kreeg ik de kans om connecties te leggen. Ondanks de collectieve vakantieregeling op het werk bij Maene kreeg ik van mijn baas de toestemming om die buitenkans met open armen te grijpen. Aan elke gitaar hangt er stukje van mijn levensverhaal aan vast. Als ik een moeilijke periode heb, dan ga ik een duistere gitaar bouwen. Iedereen heeft wel ‘ns een lastige periode. En je ziet dat aan mijn gitaren. Evengoed andersom ... Die uitlaatklep … komt terug in mijn instrumenten. Aan elke gitaar hangen herinneringen. In principe zou ik de gitaren die hier aan de muur hangen in kisten moeten opbergen, maar dat doe ik niet omdat dit hier naast een atelier ook een winkel is, waar ik mijn werk te koop aanbiedt.” We gingen zodanig op in ons gesprek dat het afgesproken uurtje twee uren werd … “Wie even wil langskomen is hier altijd welkom, want over mijn passie en liefde voor de instrumentenbouw en de muziek ben ik nog lang niet uitgepraat.”

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
Home


You need flash player to view this online publication