0

Vandaag de dag gaan we winkelen bij de supermarkt, kruidenierszaak of via de korte keten bij de lokale landbouwers, waar je zowat alles vindt wat je hart verlangt. Maar dat is ooit anders geweest natuurlijk. Onze grootouders moesten met heel wat minder soorten tevreden zijn en bij veel gezinnen was de eigen moestuin hun voornaamste ‘leverancier’. Ik herinner mij mijn opa’s zolder als voorraadkamer voor de winter: sjalotten, ajuinen, look opgehangen met ‘vlaskoorden’ aan het gebinte. Aardappelen in houten kistjes met jutezakken erover en ook heel wat bakjes met eigen appeltjes; die bleven goed tot in mei, al was hun pel wat gerimpeld, ze smaakten véél lekkerder dan de in koelhuizen bewaarde soortgenoten! Als we nog verder in de tijd teruggaan, moesten de mensen overleven op wat ze in de natuur aantroffen en leefden ze sowieso grotendeels van jacht en visvangst, aangevuld met wat planten en kruiden. Veel van die planten zijn in de vergetelheid geraakt, wegens de grote beschikbaarheid van het huidige, geteelde aanbod. Waarom zou je trouwens op je buik gaan liggen om wat plantjes te plukken, wanneer je in de winkel op twee minuten tijd een kar kunt vullen met je weekvoorraad …? Niettemin horen we steeds vaker praten over ‘vergeten groenten’; smaken die we terug moeten leren kennen. Verder heb je ook nog een groot gamma aan lekkere, eetbare planten, die niet meteen onder ‘groente’ gecatalogeerd worden, en die naast hun voedzame eigenschap vaak een gunstige werking op onze algemene gezondheid hebben! Over enkele van deze planten wil ik het dit keer hebben. Planten met eetbare wortels Aronskelk, pastinaak, zwanebloem, knolspirea, hokjespeul, adderwortel, blauwe zeedistel (erg zeldzaam geworden en beschermd!), grote teunisbloem, vogelmelk, zilverschoon, witte waterlelie Groene kruiden als sla Jonge blaadjes van linde, meidoorn, akkermelkdistel, duizendblad, paardenbloem, look-zonder-look, waterkers, lepelblad, bosaardbei, klein wintergroen, witte klaverzuring, daslook Groene bladgroenten rauw of kortstondig stoven als spinazie Spinaziezuring, zuring, breedbladklokje, brandnetel, groot kaasjeskruid, springzaad, vogelmuur, breed longkruid, gele dovenetel, strandbiet, zevenblad Groene stengels Riet, lisdodde (merg uit onderste deel van de stengel), asperge, mariadistel, kleine klis, zeekool, zeevenkel, zeekraal Eetbare paddenstoelen Parasolzwam, gele stekelzwam, weidechampignon*, fluweelpootje, reuzestuifbal, oesterzwam*, gele ringboleet, eekhoorntjesbrood*, cantharel*, hoorn des overvloeds, echt judasoor, paarssteelschijnridder, truffel*, … Deze met sterretje zijn met voorsprong de lekkerste! © foto - Kev - via Pixabay 1 Johan Dezutter Wildplukken van paddenstoelen in natuurreservaten is bij wet verboden. In het Waals gewest is er echter een stilzwijgende toestemming, met een maximum oogst van één emmer per dag per persoon. Wildplukken is absoluut niet ongevaarlijk bij onvoldoende kennis ter zake. Sommige eetbare varianten hebben giftige dubbelgangers! In de handel kan men balen kopen om bepaalde soorten thuis te telen, wat een stuk veiliger is! Eetbare bessen uit de natuur Zuurbes, bosbraam, framboos, bosaardbei, hondsroos (rozenbottel), mispel, lijsterbes (koken voor gebruik), sleedoorn, tweestijlige meidoorn, duindoorn, gele kornoelje (tegen diarree), bosbes, rode bosbes, veenbes, bergvlier, vlier. Giftige bessen die onder geen enkel beding mogen geconsumeerd worden Taxus, ephedra, gevlekte aronskelk, veelbloemige salomonszegel, asperge, muizedoorn, eenbes, lelietje van dalen, thamus, maretak, zwarte gifbes, hulst, kardinaalsmuts, peperboompje, klimop, rode kornoelje, beredruif, liguster, wolfskers, bitterzoet, zwarte nachtschade, kruidvlier, rode, blauwe, zwarte en alpenkamperfoelie, Gelderse roos, wollige sneeuwbal, sneeuwbes, heggerank. Veel van deze bessen worden door vogels wel gegeten, waardoor zij meewerken aan de verspreiding van de zaden. Door de evolutie is hun spijsvertering erop voorzien om de gifstoffen af te breken.

Enkele planten doorgelicht Look-zonder-look (Alliaria officinalis) Groeit overal in bossen, bermen en duinen. Bloeit van april tot juni met kleine witte kruisvormige bloemen. De bladeren, fris en helder groen, licht getand, ruiken naar uien bij het kapot wrijven. Hoogte van de plant: tussen 35 en 100 cm. De zachte blaadjes verschijnen vaak al in februari. Bij een zachte herfst kan men vaak nog eens oogsten bij jonge, bloemloze scheuten in september-oktober. Voor hen die maar matig van knoflook houden, is dit een perfect alternatief als smaakgever, zoals bij de bereiding van lamsvlees. Ook om te versnipperen in een slaatje, samen met daslook en jonge blaadjes van de paardenbloem. Medicinaal heeft Look-zonder-look een ontsmettende, slijmoplossende en reinigende werking. Het kan worden ingezet bij eczeem, astma en bronchitis. Daarnaast is de plant eveneens vocht afdrijvend, en wordt zodoende gebruikt bij reumatische aandoeningen. Lepelblad (Cochlearia officinalis) Het is een klein onopvallend plantje, zelden hoger dan 25 cm, met kleine witte bloempjes en donkergroene hartvormige blaadjes. De smaak is nogal bitter, maar lekker voor wie van een hartig slaatje houdt. Deze plant was vroeger beroemd als de voornaamste bron van vitamine C op lange zeereizen. Ze werd aan boord meegenomen in de vorm van gedroogde bundels of gedistilleerde extracten, ter preventie van scheurbuik. Echt lepelblad is een maagversterkingsmiddel. Het verbetert de spijsvertering. Daarom wordt het ingezet bij zwakke spijsvertering. Van lepelblad wordt een mondwater gemaakt welke geneeskracht heeft voor stomatitis of mondslijmvliesontsteking, aften en tandpijn. Lepelblad kan uitwendig worden gebruikt om de huid plaatselijk te prikkelen waardoor de bloeddoorstroming wordt verhoogd. Muur (Stellaria media) Veel voorkomend ‘onkruid’ op allerlei gronden en vaak aanwezig in moestuinen. Bloeit het hele jaar door met kleine, witte, stervormige bloempjes met 5 kroonblaadjes. De bladeren zijn heldergroen en zacht; de stengeltjes licht behaard. Wordt ten onrechte als een van de meest gehate planten aanzien … maar onbekend is onbemind! Moestuiniers die permacultuur toepassen (en geen gif spuiten!) maken vaak dankbaar gebruik van dit prachtige plantje. Vogelliefhebbers weten alvast dat volièrevogels er gek op zijn! Zonde dat veel mensen dit plantje zomaar op de komposthoop gooien: pure verspilling! Met een klontje boter en een fijngesnipperde sjalot, kunt u de gewassen plantjes lekker aanstoven; afwerken met wat citroensap of nootmuskaat. Heerlijke groente, gratis van moeder natuur! De belangrijkste inhoudsstoffen zijn: saponineglycosiden, de flavonoïde rutine, vitamine C, coumarinen, hydroxycoumarinen, carboxylzuren, triterpenen, vette olie, silicium, magnesium en kalium. Muurkruid is verzachtend, afkoelend en ontstekingswerend. Verder werkt het adstringerend of samentrekkend. Het wordt in de fytotherapie gezien als het beste kruid om jeuk te weren. Deze werking lijkt door de wetenschap niet te kunnen worden bevestigd maar in de praktijk is vogelmuur vaak het enige werkende middel bij huidirritatie en jeuk. Daarom wordt vogelmuur verwerkt in zalven die gericht zijn op het verdrijven van jeuk. In de fytotherapie wordt het bij name ingezet bij de volgende huidproblemen. Eczeem, psoriasis, oppervlakkige ontstekingen, zwellingen, reumatische pijnen, wonden, spataderzweren. Wanneer u bij een volgende wiedbeurt vogelmuur op uw weg vindt, probeer het eens! Het zal u zeker bevallen! Johan Dezutter, Herborist - Fytotherapeut Uitbater tweedehands boekenwinkel ‘t Ezelsoortje - Wulveringemstraat 14 - Beauvoorde Bron: Gids voor de eetbare planten in de natuur, Richard Mabey © bron foto’s - wikipedia 2

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
Home


You need flash player to view this online publication