BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 49 ruilverkavelingen hebben overleefd’, zegt beleidsmedewerker Gerrit-Jan van Herwaarden. ‘Een bijzondere categorie betreft de houtopstanden waarin zich nog bronbestanden bevinden van wilde, autochtone bomen en struiken. Dat zou allemaal veel strenger moeten worden beschermd.’ Vooral in de oostelijke provincies speelt het probleem, zegt LandschappenNL. Een belangrijke oorzaak van de aantasting is de perverse prikkel die boeren krijgen van het Europese landbouwbeleid (GLB). ‘De hectaren die houtopstanden beslaan, vallen niet onder productiegrond, grasland wel. Hoe meer hectaren gras, hoe hoger de subsidie uit Brussel.’ In de jaarlijks meitelling worden de boeren vanwege deze extra oppervlakte van verdwenen houtwallen niet gecorrigeerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), aldus LandschappenNL. Controle is natuurlijk een ‘heidens werk’, temeer daar er geen goede registratie bestaat. En er is nog iets. ‘Boeren krijgen niet alleen een structurele hogere hectarenvergoeding maar ook nog een beloning in de vorm van meer mestrechten. Deze perverse prikkel moet stoppen’, zegt Van Herwaarden. Ook burgemeester Van Oostrum hekelt het landbouwbeleid. ‘De RVO werkt met luchtfoto’s waardoor overhangende takken van bomen vaak flinke delen van de landbouwgrond afhalen, terwijl er bijvoorbeeld gras onder groeit. Dat maakt dat een boer die bomen omhakt.’ Volgens hem gaat de RVO die werkwijze veranderen. vormers, struiken, hakhout of griend, die een oppervlakte beslaan van tien are (duizend vierkante meter) of meer’. Het kan ook om gaan om een ‘rijbeplanting’ van meer dan twintig bomen. Klein grut dus in vergelijking met een bosperceel. Maar niet onbelangrijk. Sommige houtopstanden vormen waardevolle landschapselementen, zegt LandschappenNL. ‘Vooral waardevol zijn de houtopstanden van vóór 1950 die de grootschalige BEPERKT De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wil niet reageren. ‘Wij zijn een uitvoeringsorganisatie en gaan niet over het beleid.’ Het ministerie van Landbouw (LNV) bevestigt dat houtopstanden en landschapselementen buiten de hectarepremie vallen. ‘Pervers’ wil LNV de prikkel tot kappen niet noemen. ‘De prikkel is beperkt, als je bedenkt dat de premie ongeveer 400 euro per hectare is, dus vier cent per vierkante meter’, meldt een woordvoerder. ‘De waarde van de mestplaatsingsruimte is ruwweg van dezelfde orde van grootte.’ Hoe dan ook is het volgens LNV wel de bedoeling om in het nieuwe GLB vanaf 2023 de oppervlakte van houtopstanden mee te laten tellen. ‘Als voorwaarde voor de hectarepremie gelden de zogenaamde ‘goede landbouw- en milieucondities’, waaronder ook het behoud van landschapselementen.’ Landschapselementen zullen ook met de zogenoemde ecoregelingen worden gestimuleerd, naast het al bestaande agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Verder is er intussen een ‘Het is een enorm gemis als een eik door een wilgensprietje wordt vervangen’ investerings regeling voor nieuwe landschapselementen, die al dit seizoen van start gaat, aldus LNV. Bij boerenbelangenorganisatie LTO herkent coördinator ruimtelijke ordening Gerbrand van ‘t Klooster wat LandschappenNL zegt, maar ligt het volgens hem genuanceerder. ‘Niet alleen is de hectarenvergoeding gering. Ik denk niet dat boeren om 400 euro tienduizend vierkante meter houtopstand kappen’, meent Van ‘t Klooster, tevens melkveehouder in Friesland. ‘Als ze het doen, is dat omdat ze er tijdens de bewerking van hun land tegenaan rijden, of omdat bomen in een weiland in de weg staan. Vooral oude bomen behoeven zorg. Die moet je niet kappen, maar beschermen.’ BESCHERMD Houtopstanden zijn in principe wettelijk beschermd middels een meld- en herplantplicht. In de bebouwde kom kunnen gemeenten extra beschermingsmaatregelen nemen. Tot nog toe zijn de houtopstanden vaak vogelvrij doordat ze zich vrijwel altijd buiten de bebouwde kom bevinden. Soms vallen ze dan nog onder het bevoegd gezag van de gemeente, maar soms gaat de provincie erover. Het beheer van de opstanden is in opeenvolgende wetstransities stiefmoederlijk beoordeeld. Ze gingen van de Boswet (1961) relatief recent over in de Natuurbeschermingswet (2015). Eind dit jaar gaan ze op in de Omgevingswet, althans in een Algemene Maatregel van Bestuur, het zogeheten Besluit Activiteiten Leefomgeving, beter bekend als het BAL. ‘Een aantal typen houtopstanden heeft extra bescherming nodig. De meld- en herbeplantingsplicht geeft ruimte om de houtopstanden enorm uit te kleden, bijvoorbeeld door de meest waardevolle oude bomen te kappen of essentiële lagen te verwijderen’, aldus Van Herwaarden. ‘Het is natuurlijk een enorm gemis als een honderd jaar oude eik door een wilgensprietje wordt vervangen.’ Schiet het BAL zijn doel voorbij? ‘Het
50 Online Touch Home