0

RISICO’S JURISTEN ONTBEREN HELIKOPTERBLIK 24 JAARREKENING VEEL GEMEENTEN HOUDEN GELD OVER 18 SOLO IN DE RAAD EENMANSFRACTIE HEEFT VOORDELEN 27 30 juli 2021 | week 30 | jaargang 42 14 2021 BINNENLANDS BESTUUR GEMEENTEN BUIGEN ZICH OVER HYBRIDE WERKEN WIE DURFT ER NAAR KANTOOR? Het Publieke Domein VAN EN VOOR DE PUBLIEKE SECTOR Als het om arbeidsmobiliteit gaat hetpubliekedomein.nl | info@hetpubliekedomein.nl | 030 - 208 1153 Kom het verschil maken bij BMC, in een van onze uitdagende functies. www.bmc.nl/vacatures ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL ++Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Zeedijken dreigden we te krijgen. Nergens voor nodig. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. VAN DROGE VOETEN NAAR ENERGIE LEREN VAN RIVIEREN ‘Een oorlog zonder bommen.’ Zo omschreef een inwoonster van Ahrweiler de modderstroom die haar Duitse dorp verwoestte. In België speelden zich bij Luik vergelijkbare taferelen af. En ja, ook bij ons leidden de langdurige zomerregens zeker in Zuid-Limburg tot grote schade en veel persoonlijk leed. Maar het algemene beeld is toch dat wij er in de Nederlandse delta genadig van zijn afgekomen. Het verschil in schade heeft met geologische factoren te maken. Het grote verval van de kronkelende Ahr voert de stroming sterk op. Dat maakte dat de getroffen Duitse dorpen door een vloedgolf werden overrompeld. Geen houden aan. Zeker de noordelijker delen van Limburg en de Betuwe kregen een paar dagen respijt om zich op in de inmiddels afgevlakte watermassa voor te bereiden. Hier vormde verzadiging van langdurig belaste dijken het grootste risico. Je kunt er met extra zandzakken behoorlijk op anticiperen, blijkt. Daarnaast is de relatief goede afloop een triomf voor ons waterbeheer: de Maaswerken en Ruimte voor de rivier. Ik dacht dezer dagen terug aan de situatie begin jaren negentig. Bewoners van veel karakteristieke rivierdorpen vonden de dijkverzwaringen die Rijkswaterstaat en de polderdistricten wilden doorvoeren maar onzin. Zeedijken dreigden we te krijgen. Nergens voor nodig. En dus gebeurde er jarenlang niks. Het hoge water van 1993 en 1995 vormde een wake-up call en een bindmiddel. Tegenstellingen werden overwonnen. Er kwam meer geld om de dijken landschappelijk in te passen en de rivier beddingen werden verbreed. Wie door het Rivierenland fietst of langs de Maas, ziet hoe schoonheid en veiligheid wel degelijk kunnen samengaan. MARTIN HENDRIKSMA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Nu staan burgers en overheid bij de energietransitie tegenover elkaar. De urgentie van gemeenten om van het gas af te gaan wordt door veel wijkbewoners niet gevoeld. Het ontbreekt gemeenten aan budget, aan regelgeving, aan een verhaal. Laten we ons oor te luister leggen langs onze rivieren. Wat zich daar na die beginperiode van verzet de afgelopen 25 jaar aan maatschappelijk gedragen gebiedsontwikkeling heeft voltrokken, kan als inspiratie dienen voor de energie-opgave. ADVERTENTIE

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY TERUG NAAR KANTOOR Werknemers mochten voor 50 procent terug naar de werkvloer, maar dat werd alweer teruggedraaid naar ‘zoveel mogelijk thuis’. Hoe moet het verder? Veel ambtenaren vinden het hybride werken in de praktijk wel prettig. 10 INTERVIEW JOHAN REMKES ‘ IK PAS NIET OP DE WINKEL’ Johan Remkes zwaaide drie maanden lang als eenmanscollege de scepter over het gouvernement in Maastricht. Hij formeerde noodgedwongen zelf een nieuw college en nam de bestuurscultuur op de schop. 36 32 CORONASTEUN CULTUURGELD BREED INGEZET Gemeenten kregen zo’n 500 miljoen euro van het rijk om de lokale cultuursector door de coronacrisis te helpen. Kunstinstellingen vrezen dat het geld niet op de juiste plek terechtkomt. BB IN DE ZOMER Het volgende nummer van Binnenlands Bestuur (BB15) verschijnt op vrijdag 20 augustus. ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ZOMERSERIE TOERISME NA CORONA DOMBURG WIL BADGAST DIE MEER BESTEEDT De zomerse bezoekersstroom had in Domburg in 2019 z’n maximum wel bereikt, vonden de inwoners van het Zeeuwse kustdorp. Sindsdien probeert de gemeente Veere te sturen op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Maar hoe doe je dat in coronatijd en erna? NIEUWS Thuiswerken lastig op lange termijn ACHTERGROND Voorzichtig terug naar het stadhuis Gemeenten hebben plots geld te veel Serie Ommen: Geen tweede Veenwieken Gemeentelijke risico’s te weinig in beeld Serie Lelystad: Net zo lief alleen Straatsburg wil na corona vergroenen 4 14 18 22 24 27 30 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 7 8 17 38 39 42

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 04 NIEUWS THUISWERKEN DOOR: ALEXANDER LEEUW Blijven thuiswerken na de crisis wordt een hele klus. Ambtenaren zijn er best over te spreken, maar er zijn zorgen – ook bij leiding gevenden – over de effecten op lange termijn, zo leert onderzoek van de Radboud Universiteit en Binnenlands Bestuur. ONDERZOEK GEEFT ZORGWEKKENDE SIGNALEN AF THUISWERKEN LASTIG OP LANGE TERMIJN De resultaten laten zien hoe de ervaringen met thuiswerken uit elkaar lopen, vertelt onderzoeker Peter Kruyen, universtair docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit. ‘Sommige werknemers ervaren het positief en sommige ervaren het negatief. Maar als je gaat kijken naar de groep die het wel fijn heeft, dan zie je ook daar signalen waardoor je je afvraagt: hoe houdbaar is het op de lange termijn?’ ‘Frappant is dat de leidinggevenden zich veel zorgen maken’, merkt Kruyen op. Zeven op de tien leidinggevende respondenten maken zich zorgen om de fysieke gezondheid van hun medewerkers en acht op de tien om de mentale gezondheid. ‘Zulke hoge percentages had ik niet verwacht.’ Mensen lijken meer over te werken. ‘Leidinggevenden wuiven die signalen niet weg. Werknemers moeten rust nemen, maar door de situatie is de verleiding groter om door te werken. Het is belangrijk mensen te coachen zodat ze hun werk en privé scheiden.’ Een grote groep respondenten geeft aan productief te zijn op de thuiswerkplek en wil ook na de crisis meer thuiswerken. ‘De verleiding is groter om door te werken’ Twee tot drie dagen. Het is echter zorgwekkend dat één op de vijf respondenten aangeeft dat de thuiswerkplek niet ‘arboproof’ is. ‘Wellicht hadden de organisaties meer financiële compensatie moeten bieden voor het thuiswerken’, schrijven de onderzoekers. ‘58 procent geeft aan (helemaal) geen compensatie te hebben gekregen, tegenover 34 procent die wel in enige of sterke mate is gecompenseerd.’ RUST ‘Een fijne werkplek stimuleert om thuis te blijven, maar tegelijkertijd mis je de afleiding die ervoor zorgt dat je op tijd rust neemt en afstand neemt van het werk’, vertelt Kruyen. ‘Soms is het goed om gestoord te worden en nieuwe ideeën Zorgen van leidinggevenden… 0,7% Over de mentale gezondheid van medewerkers 0,9% Over de fysieke gezondheid van medewerkers 10,1% *Op basis van de antwoorden van 685 respondenten 10,7% 21,5% 56,9% 6,1% 13,9% 16,9% 62,3% Geheel niet Niet Neutraal In enige mate In sterke mate op te doen. Het merendeel vindt het fijn dat ze niet naar het werk hoeven reizen, maar uit het onderzoek blijkt dat je door reizen afstand neemt en het werk laat bezinken.’ De coronacrisis maakt het een stuk moeilijker om werk goed te doen, vinden zes op de tien respondenten. Het werk gebeurde wel en ook kon de meerderheid snel schakelen en de vakkennis verder ontwikkelen. Maar het bleek moeilijker om nieuwe initiatieven te ontwikkelen. En een ruime meerderheid – acht op de tien respondenten – lukte het niet om informatie op te vangen ‘uit de wandelgangen’. Er zijn bovendien minder informele ontmoetingen en er is minder verbondenheid met de organisatie. Deze problemen maken thuiswerken op de lange termijn moeilijker. ‘Dit zijn bij uitstek factoren die op de langere termijn doorwerken op de motivatie, inspiratie en creativiteit, en daarmee op de productiviteit en kwaliteit van het openbaar bestuur op de langere termijn.’ Ook het digitale vergaderen is tegelijkertijd praktisch en problematisch. De respondenten zijn positief over de gebruikte digitale middelen en de vergaderingen worden gewaardeerd om de efficiëntie. WERKPLEZIER Tegelijkertijd heeft deze manier van vergaderen een ‘zeer negatieve impact’ op het werkplezier, het energieniveau, de ervaren kwaliteit van de vergadering en de ervaren mogelijkheid om te participeren. ‘Digitaal vergaderen is wel echt een ding’, zegt Kruyen. ‘Het is de meest prominente verandering van het thuiswerken en men ervaart het als efficiënter, maar het is niet echt plezierig. Vragen stellen, ideeën bedenken en persoonlijke informa

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 THUISWERKEN NIEUWS 05 Werk-privébalans 6,7% Tevreden met werk-privé balans 19,9% 24,3% 29,8% 19,3% 2,1% Werken in de vrije tijd 8,8% 8,3% 63% 17,9% tie delen gaat moeilijker.’ Er zijn ook motivatieproblemen: 15,3 procent is (zeer) ontevreden en 14 procent heeft (helemaal) geen zin om te werken. Al hoeft dat natuurlijk niet door het thuiswerken of de coronacrisis te komen. ‘Mogelijk waren ze voor die tijd ook ontevreden’, verduidelijkt Kruyen. ‘Maar het is natuurlijk wel een indicator dat het met sommige mensen thuis niet goed gaat. Een kwart van de mensen voelt zich geen onderdeel van de organisatie. 30 procent ervaart eenzaamheid. Dat is fors.’ Thuiswerken zorgt voor langdurige stress. Uit een regressieanalyse blijkt dat CARTOON BEREND VONK Geheel niet Niet Neutraal In enige mate In sterke mate stress over werk meer ervaren wordt door ‘vrouwen, jongere respondenten en mensen die thuiswonende kinderen hebben in de leeftijdscategorie 5 tot 18 jaar’. Samen met samenwonende respondenten en mensen met inwonende familieleden hebben ze vaker ‘een uitgeblust gevoel’. STRESS Het wordt Kruyen duidelijk dat er veel stress is. ‘Dat kun je linken aan het geen afstand kunnen nemen van werk, de onzekerheid die de toekomst brengt, het missen van sociale binding – dat werkt door op die stressbeleving. Het zijn risico-indicatoren. We weten niet hoe het was voor het thuiswerken, maar door het alleen zitten kunnen problemen wel extra opspelen. De situatie maakt kwetsbaren nog kwetsbaarder. Of ongemotiveerde mensen nog ongemotiveerder.’ Zo wordt duidelijk dat een juiste invulling van hybride werken, dus een mix van thuis en op kantoor, nog een grote uitdaging wordt. Kruyen: ‘De ervaringen liggen zo uit elkaar en er is onzekerheid over waar we met zijn allen naartoe gaan. De een kan ’s avonds ongestoord werken, maar voor een ander is het frustrerend dat die een collega overdag niet kan bereiken. Het kan vrijheid geven om ’s avonds nog mailtjes te kunnen behandelen, maar voor een ander kan het ontvangen van mailtjes een signaal zijn van: ik moet nog werken. ‘Onze belangrijkste aanbeveling is dan ook dat men samen terugblikt op de ervaringen met het thuiswerken, de ervaren voor- en nadelen bespreekt, en de verwachtingen en wensen uitspreekt. Om daarna afspraken te maken over de invulling van het hybride werken. Dit onderzoek werd gehouden in maart en april 2021. In totaal reageerden 5.059 ambtenaren. Zie ook pagina 14.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN07 RAAD VAN STATE ZIT OP VERKEERDE STOEL Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Kijkt u mee wat dat voor het volgende thema betekent? Ons aanbod Sociaal Domein Online leermodule Klantreizen 2 en 30 september Leergang Gemeentelijk regie gezondheid start 6 september Online masterclasses ‘Zo werkt de zorg binnen gemeenten’ start 8 september Leertraject Onderwijs start 13 september Masterclass Bibliotheekbeleid 28 september Masterclass Effectief regisseren 30 september Online Leercirkel Preventie Dakloosheid start 14 oktober Kijk op vngconnect.nl/ academie Wilt u méér of minder deugdelijke motivering van de besluitvorming? Méér, méér, méér, roept u waarschijnlijk, want we leven tenslotte in een tijd waarin overheidsgezag niet meer top-down wordt geaccepteerd. En meer motivering zult u krijgen, als het aan de Raad van State ligt. Bestuur dat nog wil wegkomen met een machtswoord raakt verstrikt in een web van motiveringsplichten. En dat is natuurlijk mooi. Maar niets in het leven heeft alleen maar voordelen, dus ook hier is een keerzijde. De oprukkende motiveringsplichten in de jurisprudentie van de bestuursrechter leiden tot steeds zwaardere en kostbare onderzoekslasten voor het bestuur en tot verplichte, kunstmatige argumentaties van politieke organen. Laat mij dat toelichten. Stel: een groep vrienden wil democratisch beslissen waar de vakantie dit jaar heen voert. Het voorstel is om dit jaar naar Duitsland te gaan, maar niemand is blij. De één vindt het te ver weg, de ander juist te dichtbij. De volgende vindt het daar te koud, de vierde juist te warm. De vijfde vreest corona en de zesde wil überhaupt niet van huis. Enzovoorts. Ieder heeft zijn eigen reden maar het voorstel om naar Duitsland te gaan wordt met een ruime meerderheid verworpen. Zoals dat gaat in een democratie, zou je zeggen. Zo niet de Raad van State. Als de Afdeling Bestuursrechtspraak een dergelijk besluit zou mogen toetsen, zou er een dikke streep doorheen gaan. Schending van het motiveringsvereiste. Uit de discussie kan namelijk niet eenduidig worden afgeleid op grond van welke argumenten de groep heeft geweigerd naar Duitsland op vakantie te gaan. Dat geldt ook voor de stemverklaringen. Niet duidelijk is wat de afweging tussen de verschillende argumenten is geweest en wat daarbij doorslaggevend was. Er moet dus van alle tegenstrijdige argumenten één motivering worden gekookt die enerzijds voldoende nietszeggend is om tegenstrijdige argumenten met elkaar te verbinden en anderzijds voldoende inhoudelijk om het besluit te kunnen dragen. Dat is geen sinecure. De mensen die Duitsland te ver weg vinden en de mensen die Duitsland te dichtbij vinden zijn het bijvoorbeeld alleen eens over het feit dat Duitsland niet op de juiste afstand ligt. Maar hoe inhoudelijk is dat? Méér motivering is dus niet altijd beter. Zeker niet als die motivering wordt gevraagd van een bestuursorgaan dat primair een gekozen volksvertegenwoordiging is die in het openbaar een politiek besluit wil nemen. Zo logisch als het is om van een burgemeester te verlangen dat hij de sluiting van een drugspand deugdelijk motiveert, zo onlogisch is het om een openbaar raadsdebat Méér motivering is niet altijd beter GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN te toetsen alsof het de motivering van een parkeervergunning is. Toch is dat wat de raad van Enschede overkwam. Zijn besluit om het bestemmingsplan ‘Moskee Kuipersdijk 2020’ niet vast te stellen ging zonder pardon door de shredder. De Afdeling had in het formele raadsbesluit geen motivering aangetroffen, het raadsdebat was niet eenduidig geweest omdat ieder zijn eigen redenen had en uit de stemverklaringen was niet duidelijk geworden wat de doorslag gaf. Zoals dat gaat in een democratie, zou je zeggen. Onvoldoende gemotiveerd, aldus de Afdeling. Dus vernietiging. Op zich is in dit dossier enige rechterlijke argwaan gerechtvaardigd omdat niet elke zorg over de parkeerdruk tijdens het offerfeest even ruimtelijk relevant oogt. Maar de zaak op voorhand afzinken omdat een volksvertegenwoordiging haar besluit niet heeft gemotiveerd als een college van B&W, is wel weer het andere uiterste. Er wordt door politici veel onzin verkocht over een dikastocratie in Nederland. Gevaarlijke onzin zelfs, als daarbij het werk van de rechter als zodanig niet meer wordt gerespecteerd. Maar omgekeerd zou het dan ook wel aardig zijn als rechters wat meer ruimte lieten voor politieke processen als zodanig.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 08 NIEUWS IN BEELD CARRIÈRE -DOOR: MARTIN HENDRIKSMA VERJONGING ZET DOOR Verjonging zet door JONGER ÉN GRIJZER Gemeenten worden niet alleen jonger, maar vergrijzen tegelijkertijd. Het aandeel zestigplussers is de laatste tien jaar sterk toegenomen, zegt Patricia Honcoop, projectleider Arbeidsmarkt bij A&O fonds Gemeenten. Ze ziet dat ook als mogelijke oorzaak van de stevig doorzettende verjonging in 2020: een relatief groter percentage oudere ambtenaren dan voorheen stroomde uit vanwege leeftijd of pensioen of stopte met werken. Hun vertrek drukt de gemiddelde leeftijd van de gemeenteambtenaar. 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 46,5 46,9 47,5 48,1 48,3 48,3 48,3 48,1 48,0 47,7 Minder 45-55’ers Jonger dan 25 25-35 jaar 35-45 jaar 45-55 jaar 55-60 jaar 60 jaar en ouder 3.682* (+120%) 24.357 (+51%) 37.073 (+3%) 49.293 (-5%) 28.141 (+3%) 28.508 (+18%) *Vergelijking gemeentelijke bezetting van 2016 met 2020 UITSTROOM ROND DE VIJFTIG Het aandeel jongeren is bij gemeenten de afgelopen vijf jaar met afstand het sterkst gestegen. Dat is goed nieuws, maar in absolute aantallen blijven ze nog steeds ver achter bij de 35-plussers. De jongste categorie (onder de 25) komt vooral bij gemeenten in dienst als trainee of stagiair. Juist bij die categorieën bleven de aantallen in 2020 overigens achter: door het vele (verplichte) thuiswerken was het veel moeilijker om jongeren goed te begeleiden. Opvallend is ook dat het aantal ambtenaren tussen de 45 en 55 jaar als enige daalt.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 NIEUWS IN BEELD 09 Nadat de gemiddelde leeftijd van gemeenteambtenaren een aantal jaren stabiel bleef op 48,3, gaat die de laatste paar jaar langzaam maar gestaag naar beneden. In 2020 was de gemiddelde gemeenteambtenaar 47,7 jaar, zo blijkt uit de Personeelsmonitor 2020 van A&O fonds Gemeenten. Om verder verjonging te bewerkstelligen, zullen gemeenten er vooral beter in moeten slagen om jongere werknemers langer vast te houden. JONGERE MIST CARRIÈREKANS Het staat met afstand op één bij de redenen waarom jongeren bij gemeenten afhaken: te weinig doorgroeimogelijkheden. Maar liefst één op de drie gemeenten noemt dat als voornaamste oorzaak van de uitstroom van jonge medewerkers. Daarbij verbleken de andere aangereikte opties, zoals een ervaren cultuurverschil of ontevredenheid over de arbeidsvoorwaarden. ‘De jonge ambtenaar wil sneller doorgroeien dan de gemeente hem of haar kan bieden’, vat Honcoop samen. In een ander onderzoek van A&O fonds Gemeenten, Jong@Gemeenten, kwam naar voren dat de wens om snel door te groeien vooral belemmerd wordt door gebrekkige transparantie. Bijna de helft – en met name de nieuwe ambtenaren – zegt dat deze onvoldoende is. Ge Redenen uitstroom jonge medewerkers Onvoldoende carrièreperspectief Onvoldoende aansluiting bij organisatiecultuur Geen financiële ruimte bij gemeente O Ontevredenheid over arbeidsvoorwaarden Onvoldoende begeleiding 34% 6% 3% 3% 2% Aandeel gemeenten dat actief beleid voert om jonge medewerkers te behouden WEINIG ACTIEF 37% 63% Wel actief beleid Geen actief beleid Twee derde van de gemeenten voert geen actief beleid om jonge medewerkers vast te houden. Het is een percentage dat volgens Honcoop al jaren amper verandert. En dus zouden die gemeenten zomaar de kous op de kop kunnen krijgen als de verwachte uittocht van zestigers zich aandient. Waarom anticiperen veel gemeenten daar niet beter op? ‘Misschien omdat ze het te druk hebben met andere taken. Of omdat ze het in het verleden altijd hebben kunnen redden.’ A&O fonds wil de komende tijd in kaart brengen welke gemeenten wel of geen jongerenbeleid voeren. ‘Heeft dat te maken met gemeentegrootte, regio of interne cultuur? Daarover tasten wij nu in het duister.’

10 INTERVIEW JOHAN REMKES DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES Johan Remkes zwaaide drie maanden lang als eenmanscollege de scepter over het gouvernement in Maastricht. Hij formeerde noodgedwongen zelf een nieuw college en nam de bestuurscultuur op de schop. ‘Ik pas hier niet op de winkel.’ JOHAN REMKES OVER ZIJN LIMBURGSE MISSIE ‘WAT IK DEED, HOORT NIET’ Limburg zal weten dat het een Groningse gouverneur heeft. Burgemeester Jos Hessels van Echt-Susteren woont al tien jaar in het naburige Montfort. Een burgemeester moet zich aan de wet houden en verhuizen naar de plaats waar hij burgemeester is, vertelt waarnemend gouverneur Johan Remkes (70) hem tijdens een ‘stevig gesprek’. Een week later staat Hessels’ huis op Funda. Oud-wiel renner Bennie Ceulen uit Berg en Terblijt ontving sinds 2013 meer dan drie ton om de Tour de France naar Limburg te halen. Wat hij voor dat geld heeft gedaan is onduidelijk, maar duidelijk is wèl dat het geen Touretappe heeft opgeleverd. Remkes stopt de betalingen. En o ja, de Nederlandse vlag wappert sinds kort standaard voor het gouvernement aan de Maas. Eerst gebeurde dat op bijzondere dagen en hingen alleen de Europese vlag en de leeuw van Limburg er altijd. ‘Het was mij niet opgevallen, maar ik werd erop geattendeerd.’ “We hebben hier een wat bijzonder regime.” “O, dan gaan we dat bijzondere regime afschaffen.”’ De nuchtere Remkes moet er zelf om lachen in zijn werkkamer in het gouvernement. Op een smal balkon dat uitziet over de Maas (op dat moment nog een onschuldige rivier) heeft zijn voorganger Theo Bovens voor hem een asbak neergezet. Dat is altijd wel een klus als Remkes ergens neerstrijkt: hoe zorgen we dat de verstokte roker zijn saffie kan opsteken. De Limburgse zender L1 brengt het nieuws over het rood-wit-blauw begin juli als volgt: ‘Waarnemend gouverneur Johan Remkes vindt dat Limburg onderdeel is van Nederland en heeft besloten dat de driekleur voortaan bij het gouvernement moet wapperen.’ Lees die zin gerust nog eens; hij zegt onwillekeurig wat over het sentiment in Limburg, waar Aken en Luik dichterbij zijn dan Holland – geografisch én cultureel. Dat vindt Holland trouwens ook. Remkes: ‘Natuurlijk ken ik de geschiedenis. De aansluiting van Limburg bij Nederland kon op weinig applaus rekenen, maar het is meer dan 150 jaar een fact of life. Het moet normaal zijn dat bij het provinciehuis de Nederlandse vlag wappert. We zijn toch onderdeel van Nederland?’ Grappig dat Remkes met een onvervalste Groningse tongval zegt dat ‘we toch onderdeel van Nederland’ zijn. ‘Ik ben hier waarnemend commissaris en dan is het natuurlijk dat je je met je nieuwe werkomgeving vereenzelvigt’, zegt Remkes. Commissaris, geen gouverneur? ‘Op mijn eerste dag hier heb ik gezegd dat ik mij gaarne voeg naar het regionale gebruik, maar dat ik mij zo nu en dan wel zou vergissen.’ Gouverneur en deputés in een gouvernement. Geeft dat niet de ‘status aparte’ van Limburg aan? ‘Als de regionale folklore de regionale identiteit ondersteunt, dan heb ik daar absoluut geen probleem mee.’ INCIDENTEN Oud-raadslid, Statenlid, Kamerlid, minister, staatssecretaris, commissaris en burgemeester Remkes lijkt het wel naar zijn zin te hebben als gouverneur, 350 kilometer van huis. Het kan verkeren, zoals Bredero zei. Het Dagblad van het Noorden wist het na een ‘zinderend slot’ als waarnemend burgemeester van Den Haag in de ‘We zijn toch onderdeel van Nederland?’ zomer van 2020 zeker: ‘De Groningse VVD-coryfee Johan Remkes stopt nu echt met het openbaar bestuur.’ ‘Dat was ook de bedoeling’, lacht Remkes. Maar dan bericht de luis in de pels van de Limburgse vriendjespolitiek Joep Dohmen in NRC Handelsblad in maart van dit jaar dat oud-gedeputeerde Vrehen (CDA) via zijn Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen subsidie van de provincie doorsluist naar zijn eigen bedrijven. Een paar dagen later stappen de CDA-gedeputeerden Koopmans en Mackus op, begin april gevolgd door de overige gedeputeerden én door gouverneur Bovens. De minister van Binnenlandse Zaken belt Groningen. Of de oude rot in het vak genegen is om naar Maastricht af te afreizen. Waarom hij? ‘Dat moet je de minister vragen, maar ik vermoed zomaar omdat ik het instituut provincie goed ken en weet wat een commissaris wordt geacht te doen en omdat ik ook in Noord-Holland en Den Haag na stevige incidenten aantrad. De hoogmogenden in Den Haag hadden wellicht het beeld dat die Remkes het in Den Haag niet zo slecht had gedaan.’ Na Den Haag was het liever ‘even niets’, zegt hij. ‘Ik was er mentaal niet op voorbereid. De fysieke afstand is vrij groot, maar dat is alles zo’n beetje als je domicilie kiest in Groningen, en de mentale afstand is dat ook. Maar als de minister belt, dan BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021

INTERVIEW 11 CV JOHAN REMKES (Zuidbroek, 1951) werd in 1978 in de Provinciale Staten van Groningen en in de raad van de stad Groningen gekozen. Hij was tot 1982 raadslid. Zijn Statenlidmaatschap eindigde in 1993. Van 1982 tot 1993 was Remkes ook lid van Gedeputeerde Staten van Groningen. In 1993 werd hij lid van de Tweede Kamerfractie van de VVD. In 1998 werd hij staatssecretaris van VROM en in 2002 minister van Binnenlandse Zaken. Zijn ministerschap eindigde op 22 februari 2007. Eind 2006 ging hij weer in de Tweede Kamer zitten. Van 1 juli 2010 tot 1 januari 2019 was Johan Remkes commissaris van de koning(in) in Noord-Holland. Daarna werd hij voorzitter van het college dat het kabinet-Rutte III adviseerde over de stikstofproblematiek. Op 12 oktober 2019 werd hij waarnemend burgemeester van Den Haag. Op 9 april 2021 werd Johan Remkes waarnemend commissaris van de koning in Limburg. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021

en presenteren: Succes met Europa! Masterclasses Europa stelt de komende zeven jaar miljarden beschikbaar voor thema’s als energietransitie, mobiliteit en de economie. Maar hoe kan een Nederlandse decentrale overheid gebruik maken van deze gelden voor regionale projecten? Waar te beginnen? Waar moet een project aan voldoen en wanneer is een project Europa-proof? Hoe bereikt u de juiste mensen in Brussel en hoe krijgt u de eigen organisatie mee in het Europese avontuur? In een spot-on masterclass krijgt u alle handvatten om te starten met een Europees traject voo uw provincie, gemeente o Kies één of meerdere m masecasses: ● Energietransitie en cir 16 september 2021 circul e ● Duurzame en slimme mbl 23 september 2021 ● Klimaatadaptatie 30 september 2021 ● Digitalisering en Sma 7 oktober 2021 ● Regionale arbeidsmar en economie 14 oktober 2021 ark Deelname aan deze masterclassreeks kost € 375 excl. btw per sessie. Volledig programma, informatie over de sprekers en aanmelden: succesmeteuropa.nl Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 livestream

INTERVIEW 13 denk je op zijn minst serieus na. Ik snapte waarom de minister mij belde. Dan overleg je met je vrouw en dan zeg je: we gaan het avontuur aan.’ De plicht roept? ‘Het is gedrevenheid, betrokkenheid en een verantwoordelijkheidsgevoel.’ En ook omdat het leuk is? Remkes trekt een zuinig gezicht. ‘Nou, leuk is wat mij betreft niet het goede woord. Het is een uitdaging. Hoe heeft zich dat in Limburg nou precies voltrokken?’ ‘Het stuitte mij als democraat tegen de borst’ UNIEKE SITUATIE Het voltallige provinciebestuur is vertrokken als Remkes op 19 april in het gouvernement neerstrijkt. ‘Dan acteer je in de wonderlijke en voor Nederland unieke situatie dat alle bevoegdheden van het college van GS op jou zijn overgegaan.’ Je kunt als waarnemer denken: als het de Staten niet lukt om voor de zomer een nieuw provinciebestuur te fabriceren, dan wordt het wel erna. Tot die tijd houd ik het schip op koers en doe ik niets opvallends. Remkes: ‘Zo zit ik niet in elkaar; daarvoor moet je iemand anders bellen. Ik pas hier niet op de winkel. Ook als waarnemer kun je niet zeggen: ik laat het aan de politiek over. Je bent onderdeel van het besluitvormingsproces. Dat besef zie ik niet overal. Ik ben in mijn bestuurlijke leven burgemeesters tegengekomen die zeiden: “De moeilijk heden laat ik aan de politiek over.’” De nieuwbakken gouverneur wist het natuurlijk allang maar ervaart het nu aan den lijve: de rol van de provincie in Limburg is erg groot, veel groter dan die in Noord- en Zuid-Holland bijvoorbeeld. Remkes: ‘Het verschilde in Noord-Holland. In de metropoolregio Amsterdam keek men minder snel naar de provincie dan in West-Friesland. Anders dan in Holland heb je in Limburg geen echt grote gemeenten. Het is logisch dat men hier gemakkelijker en sneller naar Kwatta kijkt als er economisch of infrastructureel iets moet gebeuren. De provincie Limburg heeft meer dan vijftig verbindingen in de publiek-private sfeer. Dat kom je nergens anders tegen. Daaruit kun je afleiden dat de rol van de provinciale overheid in Limburg dominant is.’ En dan gaat het bij gelegenheid mis, zeker als je je bedenkt dat in Limburg de ons-kent-ons-cultuur en in de interne gerichtheid sterker is dan in de rest van Nederland. Onderzoeksjournalist Dohmen schrijft er al jaren over: de invloed van buiten is kleiner dan waar ook in Nederland en de vissenkom van ondernemers en politici die elkaar voortdurend tegenkomen ook. Remkes: ‘Dat kan op de achtergrond een rol spelen bij de integriteitsincidenten die hier hebben gespeeld, maar hoeft niet automatisch zo te zijn. Als er in de verbindingen fatsoenlijk wordt opgetreden, dan hoeft de ons-kent-ons-cultuur niet per se een probleem te zijn. Maar dat betekent wél dat wordt gespeeld volgens de spelregels, ook bij goedkeuring van benoemingen bijvoorbeeld vanuit dit huis.’ AFSPRAAK Remkes maakte een duidelijke afspraak met de minister over zijn benoeming: ‘Zolang kan het duren en niet langer. Benoemingsprocedures voor een opvolger hebben namelijk de neiging om in de tijd uit te lopen.’ Dat gevaar was niet denkbeeldig, want de Limburgse Staten maakten geen haast met de vorming een nieuw college. En dan te bedenken dat dat ook niet had gehoeven als de Staten zich een ‘goed werkgever’ hadden getoond. Remkes: ‘Twee gedeputeerden stapten in maart terecht op, maar de andere vijf en de commissaris hadden van mij niet weg gehoeven. Menselijkerwijs begrijp ik het, maar strikt analytisch was het niet nodig geweest. De debatten in de Staten op 2 en 9 april dropen van de vooringenomenheid. De Statenleden hadden moeten wachten tot alle feiten op tafel lagen. Het debat op de negende had nooit gevoerd mogen worden.’ Als het er op 9 april op lijkt dat een motie van wantrouwen wordt aangenomen, stapt het college op. Omdat de Staten er niet uitkomen, formeert gouverneur Remkes in juni – geadviseerd door Onno Hoes, maar wel op eigen houtje – een breed college van CDA, VVD, GroenLinks, D66, PvdA en Lokaal-Limburg. Remkes zoekt zelf de gedeputeerden. Het nieuwe college ziet op 2 juli het levenslicht. Voor de zomervakantie, precies wat hij wilde. Remkes kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn wonderlijke rol. ‘Het is op zijn pootjes terecht gekomen, maar wat ik hier moest doen hoort niet. Het stuitte mij als democraat tegen de borst. Maar er was geen alternatief. Er moesten besluiten worden genomen die je als eenhoofdig bestuur niet behoort te nemen. Ik heb in al mijn jaren in het openbaar bestuur niet meegemaakt dat de Staten er op eigen kracht niet in slaagden nieuwe gedeputeerden te kiezen. In het arbeidsvoorwaardengesprek met de minister is dit ook niet aan de orde geweest.’ De minister er wel even over gebeld? ‘Nee, en de minister heeft mij ook niet gebeld, zo van: “Waar ben je nou mee bezig?’” Het belangrijkste werk zit erop. Nog een paar maanden en dan kan Remkes terug naar Groningen. De bestuurscultuur behoeft nog wel een por. De parlementaire mores bijvoorbeeld zijn niet om over naar huis te schrijven, vindt Remkes. De Limburgse bestuurscultuur is overigens niet zo rot als een mispel, maar er moet wel ‘een fundament worden gelegd onder de omslag’ in het bestuurlijk denken. Gedeputeerden mogen geen nevenfuncties meer hebben met een directe relatie met de provincie. Een onafhankelijke commissie onderzoekt de bestuurscultuur en integriteitsschendingen en er is een meldpunt ingericht voor integriteitszaken. NIEUWE GOUVERNEUR En dan is het wachten op de nieuwe gouverneur, die tot 15 augustus kan solliciteren. ‘En hij of zij hoeft niet per se uit Limburg te komen’, zegt Remkes. ‘In de profielschets staat dat de nieuwe gouverneur de unieke Limburgse cultuur een warm hart toedraagt.’ Beter geen Limburger? Johan Remkes: ‘Er lopen uitstekende Limburgers rond en er lopen uitstekende mensen buiten Limburg rond. Mijn zorg is dat onvoldoende gekwalificeerde mensen een brief schrijven. Ik hoop niet dat ze zich laten afschrikken door wat hier is gebeurd. In Den Haag heb ik gezegd dat ik als waarnemend burgemeester mensen kon aanmoedigen om een brief te schrijven; dat is mijn houding hier ook.’ En? ‘Zal ik het daarbij laten? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021

14 ACHTERGROND CARRIÈRE DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: REMKO DE WAAL / ANP-HH Werknemers mochten even voor vijftig procent terug naar de werkvloer, maar dat werd al snel weer teruggedraaid naar ‘zoveel mogelijk thuis’. Hoe moet het verder? Veel ambtenaren vinden het nieuwe, hybride werken wel prettig. Gemeentesecretarissen van Leiden en Haarlem aan het woord. HAARLEM EN LEIDEN VERKENNEN HYBRIDE WERKEN VOORZICHTIG TERUG NAAR HET STADHUIS Praatjes bij de koffieautomaat, een fysieke vergadering, inspirerende gesprekken met collega’s, het delen van lief en leed, brainstormsessies. Allemaal elementen van het werk van een ambtenaar die al bijna anderhalf jaar lang niet of nauwelijks voorkomen. Ook nu weer, terwijl de lokroep van het ‘terug naar de werkvloer’ heel duidelijk begon te klinken, blijft corona ons teisteren en wordt terug naar de werkvloer toch weer minder vanzelfsprekend dan het vlak voor de zomer leek te worden. Dat betekent niet dat het denken over terug naar de werkvloer stil heeft gestaan. ‘We hebben het er regelmatig over gehad binnen de vereniging tijdens de lunchuurtjes’, vertelt Pim van Vliet, voorzitter van de Vereniging van Gemeentesecretarissen en gemeentesecretaris/algemeen directeur in Leiden. Tijdens die digitale ‘lunchuurtjes’ bespraken de gemeentesecretarissen allerlei thema’s, zoals werken in coronatijd. ‘Je merkt dat het fijn is om erover te spreken. Hoe doe jij dat? Zijn er bijzonderheden? Iemand wilde twee weken naar een vakantiehuis in Duitsland en van daaruit werken. Hoe ga je daarmee om? Meestal gaat het in prima interactie met het college en de politiek. Soms gaat het wat stroever. Je hebt er van de conservatievere en van de rekkelijkere lijn.’ Het laatste overleg ging over het klaarmaken voor terug naar de werkvloer. Veel gemeenten hebben daar al lang plannen voor klaarliggen. Zo ook Van Vliet zelf. In 2020 maakte ze al een nieuwe visie op toekomstig werken. ‘Die heeft lang in de la gelegen, eerst was meer versoepeling nodig.’ Eigenlijk gold dat ook voor de andere gemeentesecretarissen. Ze waren bezig met verhuizingen naar nieuwe panden, flex-concepten en versnelling van het nieuwe werken met meer flexibiliteit. ‘Die plannen zijn vaak opgesteld met de ondernemingsraad en na enquêtes onder ambtenaren over hoe vaak ze naar kantoor willen komen.’ Dat geldt natuurlijk voor mensen die kunnen kiezen. Er zijn ook mensen die al die tijd al naar kantoor kwamen, omdat ze aan de balie of in de buitendienst werken. ‘Gemiddeld vinden mensen het fijn als er meer flexibiliteit is. Soms zijn er BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021

- BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 15 tact met de direct leidinggevende en de directie? Dat bleek individueel bepaald en af te hangen van persoonlijke omstandigheden. ‘Voor sommige mensen kon thuiswerken simpelweg niet en daar is ruimte voor gecreëerd. In de toekomst laten we het afhangen van persoonlijke behoefte. Wij vertrouwen medewerkers daarin, voer het gesprek met je leidinggevende.’ uitschieters, maar de meesten zitten rond 50/50. Werkgevers zitten aan dezelfde kant’, aldus Van Vliet. Dat thuiswerken brengt goede dingen in de werk-privébalans, minder prikkels, maar er zijn ook zorgen over isolement. ‘Het is belangrijk dat je elkaar fysiek ziet. Het heeft heel duidelijk twee kanten. Daarom zeggen de werkgevers: we moeten de balans vasthouden. Dat betekent genoeg faciliteren voor de thuiswerkplek. Nagenoeg iedereen heeft daarin geïnvesteerd. En een hybride concept met vergadervoorzieningen. In de samenwerking moet je nadenken over hoe je leiding geeft op afstand.’ PRODUCTIEF Thuiswerkonderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen in samenwerking met Binnenlands Bestuur (zie ook pag 4 en 5) laat zien dat het nog een grote uitdaging wordt om een juiste invulling van hybride werken te kunnen formuleren en implementeren. ‘Veel respondenten geven aan thuis productief en geconcentreerd te kunnen werken, maar ook hun collega’s te missen’, constateren de onderzoekers. ‘Het is dan ook niet vreemd dat de meeste respondenten aangeven graag twee tot drie dagen per week naar kantoor te willen gaan, wanneer dat weer mogelijk is. Tegelijkertijd zijn diezelfde collega’s juist ook van plan om minder naar kantoor te komen. Interessant in dit verband is dat de waardering van de thuiswerkplek de enige voorspeller is voor het voornemen van hen om al dan niet vaker op kantoor te werken.’ De onderzoekers bevelen organisaties aan een open dialoog te hebben over wensen en ideeën ten aanzien van het hybride werken voordat men samen tot actie overgaat. De Haarlemse gemeentesecretaris Catrien Lenstra zag in de snelle omwenteling in maart 2020 ook een kans. ‘Het was eigenlijk een onvrijwillige pilot, waarbij moderniseren en eigentijds werken in een versnelling kwamen.’ De gemeente hield al een coronamonitor bij met vragen over hoe de inwoners de coronatijd ervoeren, maar voerde die ook uit in de eigen organisatie: hoe ervaar je het thuiswerken en het conZICHTBAARHEID Volgens Lenstra missen mensen de ontmoeting het meeste en wordt daar dus ruimte voor geboden op kantoor. ‘Je wilt gaan oefenen met vergaderruimtes, hoe werkt het om in te loggen op een groot scherm?’ Er is een projectgroep opgericht die eerst kijkt naar de korte termijn met anderhalve meter afstand. ‘De vraag is hoe we straks het nieuwe werken introduceren. Dat is meer dan de bureaus terugzetten. Het gaat om meer persoonlijke wensen, maar we willen ook meer zichtbaarheid van de organisatie in de stad.’ Het gesprek over wie wanneer thuiswerkt en op kantoor moet je met zijn allen voeren, aldus Lenstra. ‘Daarin heeft de leidinggevende een belangrijke rol. Als je een samenwerkingsopgave hebt als team, dan heb je dat gesprek zeker nodig, want dan ben je echt vaker op kantoor nodig.’ In Leiden werken ze momenteel met inschrijving, want voorlopig is de ruimte met de anderhalve meter afstand beperkt. ‘Er wordt per etage bepaald hoeveel mensen er kunnen zitten. Ook in teams zijn er quota per dag. Als die anderhalve-meterregel eraf gaat, hoeft dat niet meer’, vertelt Van Vliet. De gemeente Leiden hanteert nu nog een flexnorm van 0,7. ‘Bij de verwachting dat mensen 50/50 gaan werken, redden we dat dus sowieso wel op kantoor. Vaak zijn woensdag en vrijdag rustige dagen.’ Daarbij blijven de voordelen van digitaal werken bestaan. ‘Gebruik het kantoor vooral voor overleggen waarbij de ontmoeting belangrijk is. Daarvoor hebben we ook projectruimtes.’ Sommige mensen ervaren het kantoor als ‘eindelijk rust’, voor een ander is dat juist thuis. ‘Ik ben er voorzichtig in. Sommigen zeggen: rustig werken doe je maar thuis, maar dat kan niet altijd.’ In Leiden kunnen medewerkers binnen een team de eigen agenda inrichten. ‘Je moet het samen uitdokteren of met een ander team. Flexibiliteit moet daarbij niet tot starheid leiden. Dat je niet kunt komen, omdat je thuiswerkt. Werk en type werk staat voorop. Ik denk dat dit wel losloopt, maar het vraagt goed samenspel.’ In Haarlem is de flexnorm nu niet meer dan 0,5 en het kantoor gaat niet terug naar 100 procent. ‘We doen het per afdeling en kijken hoe we gaandeweg meer ruimte kunnen bieden, ook voor het transformeren’, aldus Lenstra. ‘Als het maximum is bereikt, komt er wel een schema voor het werken op kantoor.’ De ict-omgeving is nu ingericht op het thuiswerken, maar de verwachting is nog steeds dat na de zomer alles weer zou moeten kunnen. ‘We moeten de kans niet verliezen om het kantoor opnieuw neer te zetten. Van onze medewerkers wil 60 procent (deels) blijven thuiswerken. Daar moeten we ruimte voor bieden. Niemand wil 100 procent thuis zijn, eerder zijn er medewerkers die 100 procent op kantoor willen zijn. Dat percentage moeten we in overleg vaststellen.’ KOUDWATERVREES Beide gemeentesecretarissen bespeuren koudwatervrees bij sommige medewerkers. En dat moet je aandacht geven, vindt Lenstra. Tussen de eerste en tweede lockdown was er ook even meer ruimte, weet ze nog. ‘Toen kwamen andere mensen naar het werk en dan blijkt dat sommige mensen heel erg hechten aan bijvoorbeeld altijd een mondkapje. Anderen zijn daar gemakkelijker in. We zijn een afspiegeling van de maatschappij en die verschillen kunnen ook spanningen oproepen. Daarom moet je duidelijk zijn in de regels.’ Haarlem hanteert de overheidsrichtlijnen. ‘Als mensen angstig zijn, dan voeren we daar een gesprek over. Het kan best zijn dat mensen die kwetsbaar zijn voor het virus wat meer thuiswerken of in een afgeschermde ruimte.’ Van Vliet wijst erop dat Leiden ‘best wat jonge mensen’ heeft en dat veel begin juli hun vaccinatie nog niet hebben gehad. ‘Dan is er ook begrip als ze dat willen afwachten. Er is wel koudwatervrees, maar als het eerste schaap eenmaal over de dam is ...’ Toch kunnen er na corona nog steeds de nodige dilemma’s optreden op de werkvloer. Wat doe je bijvoorbeeld met ‘ Iemand wilde twee weken in een vakantiehuis in Duitsland werken’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 l d h A 16 ACHTERGROND CARRIÈRE LIEVER THUIS Thuiswerkende ambtenaar in Dreumel mensen die verkouden zijn, maar toch naar het werk komen? Lenstra beaamt die spanning. ‘Komt het handen schudden weer terug? Ik weet het niet. Er zijn daarin verschillende stromingen: van “blijf thuis” tot “je bent toch niet van suiker?”. We blijven het in de gaten houden.’ Misschien komen er voor volgende winter wel aanbevelingen, bijvoorbeeld om de griepgolf in te dammen, denkt ze. ‘Je kunt thuiswerken en digitaal overleggen als je verkouden bent. Ik geloof in een eigen verantwoordelijkheid.’ Zolang nog niet een ruime meerderheid van de Nederlanders dubbel gevaccineerd is, blijft het coronaproof kantoor nog bestaan. ‘Looproutes, schermen, alles blijft tot september en daarna kan het weg, was het idee. Maar nu de cijfers weer oplopen, weet ik het nog zo net niet’, zegt Van Vliet. ‘Als je denkt dat je er bijna bent, val je toch weer terug. Het is steeds twee stappen vooruit en één terug.’ Daarbij is het ook zinvol na te denken over de veel bediscussieerde kantoortuin. ‘Als ik voor Leiden spreek: wij zijn nog maar kort voor de coronacrisis begonnen met herhuisvesting en zaten daardoor achteraan in de flexibele kantoorinrichtingen. Dat werkte in ons voordeel. We konden leren van organisaties die ons voorgingen en zeiden toen al: de kantoortuin is niet voor iedereen geschikt. Daar hebben we al rekening mee gehouden. Er zijn verschillende vormen: ‘ De vraag is hoe we straks het nieuwe werken introduceren’ samenwerkingsruimtes, stilteruimtes, kamers met gesloten deur en kantoortuinen.’ TUSSENFASE Lenstra heeft nog geen besluit genomen over wijziging van de inrichting, al kan ze zich voorstellen dat mensen die zich willen concentreren thuiswerken, en de kantoortuin de plek is waar je mensen treft. ‘We experimenteren met ontmoetingsruimten, teamsessies en hybride vergaderen. We willen meer ruimte voor ontmoetingen, maar initiëren nog geen fundamentele verandering.’ Uiteindelijk gaat het volgens Van Vliet om het aanbieden van goede voorzieningen, zowel thuis als op het werk. ‘We zitten nu in een tussenfase en kunnen experimenteren. Kom dus ook echt naar kantoor, je vindt nieuwe apparatuur, je kunt plannen in de agenda, het is één groot experiment. Ik vind het leuk en bere-interessant. Wat doet de mens?’ Goede hybride faciliteiten, leidinggeven op afstand, investeren in devices die medewerkers mee kunnen nemen is allemaal belangrijk. ‘We hebben nu bijna allemaal een mobiele werktelefoon. Dat zijn belangrijke randvoorwaarden.’ Het enige dat nog openstaat in de cao-onderhandelingen is: wat wordt de thuiswerkvergoeding? ‘We wachten in Leiden vooralsnog af wat er landelijk gebeurt.’ Ze stipt nog wel aan dat politici, ‘en ook wij’, moeten uitkijken met enkel de voordelen belichten. ‘Je hebt ook een verantwoordelijkheid voor degenen die thuiswerken niet leuk vinden, maar een sleur. Dat het rustig is, lijkt vooral bedacht door mensen met een ruim huis. Het is niet altijd een groot feest.’ Ook Lenstra ziet dat sommige mensen staan te springen om weer naar kantoor te gaan, waar andere het spannend vinden. ‘Ik hoor daar verschillende verhalen over. Wel belangrijk is dat je onderdeel bent van een team. Te geïsoleerd is niet goed. Voor sommigen is dat misschien een hobbeltje, maar het levert meer werkgeluk op.’ De meeste mensen kijken er erg naar uit, ziet ze. ‘Bij het afbemen van digitale ambtseden merk ik dat nieuwe medewerkers niet kunnen wachten. Ze willen eindelijk eens echte mensen zien in plaats van platte gezichten op het scherm.’

Marcel van den Bergh / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 30 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Een depressieve ambtenaar verscheen enkele IN DE CLINCH weken niet op kantoor, terwijl hij voor vijftig procent geschikt was te werken. Mocht de gemeente Utrecht hem ontslaan? Of kon de amtenaar de ontoelaatbaarheid van zijn afwezigheid zelf niet inzien? VERTROUW NIET ALTIJD OP DE BEDRIJFSARTS Jarenlang gaat het goed met Mark Semmels*, ambtenaar bij de gemeente Utrecht. Maar vanaf 2015 – hij is dan dertien jaar in dienst – is hij geregeld ziek, voornamelijk vanwege psychische klachten. Daarbij overtreedt hij meerdere keren de regels voor ziekteverzuim, wat hem enkele (disciplinaire) straffen oplevert. Als hij in 2017 over een periode van vier weken weigert zijn werk te hervatten, behoudens enkele dagen, volgt strafontslag met onmiddellijke ingang. Volgens de bedrijfsarts kon hij voor vijftig procent werkzaamheden verrichten. Maar was dit plichtsverzuim ook toerekenbaar? Het college erkent de psychische problematiek bij Semmels, maar van de bedrijfsarts en van een psychiater begrijpt het college dat Semmels ten tijde van het plichtsverzuim in staat was de gevolgen van zijn gedragingen (niet op het werk verschijnen) te overzien. Het plichtsverzuim is hem dus toe te rekenen. De rechtbank MiddenNederland is het daar niet mee eens: omdat er al vóór het ontslag aanwijzingen waren die konden duiden op mogelijk verminderde toerekenbaarheid, had het college dit beter moeten onderzoeken. Het straf ontslag wordt vernietigd, het college gaat in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Volgens vaste rechtspraak is sprake van toerekenbaar plichtsverzuim als een ambtenaar de ontoelaatbaarheid van het verweten gedrag heeft kunnen inzien en overeenkomstig dat inzicht heeft kunnen handelen. Zonder dit inzicht of het vermogen ernaar te Psychische problematiek onderschat handelen, kan het verweten gedrag de ambtenaar niet worden toegerekend. Als Semmels niet in staat was om in te zien dat hij die periode moest werken, dan valt het niet-verschijnen hem niet toe te rekenen. Zelfs al zou hij nog wel over (enig) gewetensbesef hebben beschikt en over (enig) vermogen om dienovereenkomstig te handelen, dan nog kan het zo zijn dat er meer aan de hand was dan door de werkgever is aangenomen, vindt de Raad. Dan kan het best zo zijn dat hij (psychisch) te ziek was om voor vijftig procent te kunnen werken. ADVERTENTIE Op advies van de bedrijfsarts werd in april 2016 een psychodiagnostisch onderzoek uitgevoerd. Daaruit bleek de zware problematiek en een of meerdere DSM-diagnoses, waarbij een multidisciplinaire aanpak binnen de specialistische GGZ noodzakelijk is. De werkgever besloot het behandelplan niet te laten uitvoeren: die wilde wel een snel herstel van Semmels, maar behandeling werd gezien als zijn eigen verantwoordelijkheid. De bedrijfsarts die het onderzoek kende, ging niet in op Semmels’ ‘zware problematiek’. De psychiater, die het onderzoek ook had gezien, zag wel de depressieve klachten maar vond dat niet is op te maken in hoeverre Semmels depressief was ten tijde van het niet-verschijnen op het werk, en ook niet of een depressie toen zijn gedrag heeft beïnvloed. Om na te gaan of Semmels in staat was de ontoelaatbaarheid van zijn gedrag in te zien en dienovereenkomstig te handelen, was aanvullend psychiatrisch en neuropsychologisch onderzoek nodig. Volgens de Raad mag een werkgever afgaan op adviezen van de bedrijfsarts. Maar in dit geval viel niet uit te sluiten dat de bedrijfsarts de psychische problematiek van Semmels had onderschat. Nu het college ervoor heeft gekozen het door de psychiater geadviseerde nadere onderzoek niet te laten uitvoeren, is het ontslagbesluit is terecht vernietigd, aldus de Raad (uitspraak 17 juni 2021). * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:1441 DISCOVER • LEARN • GROW MELD JE GRATIS AAN VIA FINANCEEXPO.NL

18 ACHTERGROND FINANCIËN DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN BEELD: SHUTTERSTOCK Gemeenten kampen met structurele financiële tekorten. Toch meldt de ene na de andere gemeente een positief saldo over 2020. Hoe kan dat? ‘Onze jaarrekening geeft een vertekend beeld.’ MEEVALLERS CORONA IN JAARREKENING 2020 GEMEENTEN HEBBEN PLOTS GELD TE VEEL ‘Het is heel raar om met een positief saldo te komen als je tegelijkertijd forse bezuinigingen moet doorvoeren’, zegt Anita Vlam, wethouder van onder meer financiën (VVD) in Woudenberg en lid van de commissie financiën van Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Woudenberg staat onder preventief financieel toezicht van de provincie. Voornamelijk vanwege de kosten in het sociaal domein krijgt de gemeente haar begroting niet sluitend. Terwijl de gemeente met de inwoners een ‘bezuinigingsdialoog’ voerde om mogelijke besparingen in kaart te brengen, bleek dat de jaarrekening over 2020 een positief saldo laat zien van 123.000 euro op een begroting van 40 miljoen. Aanvankelijk hield de gemeente rekening met een tekort van 369.000 euro. Het positieve saldo is – behalve aan het ombuigen van de begroting en het bijsturen van de kosten in het sociaal domein gedurende het jaar – voor een groot deel te danken aan het feit dat vanwege corona allerlei activiteiten niet doorgingen. ‘Zo werd minder gebruik gemaakt van leerlingenvervoer’, zegt Vlam. ‘Omdat kinderen niet naar school gaan, houd je geld over. Dat is een situatie die je niet wilt.’ Het lijkt erop dat heel wat gemeenten over 2020 een positief saldo kunnen laten zien. ‘Het is maar één jaar, dat zegt niets over structurele tekorten’, zegt Victor Everhardt, wethouder financiën en economische zaken (D66) in Amsterdam en voorzitter van de commissie financiën van de VNG. ‘Bovendien is het een coronajaar, dat in alle opzichten anders was dan andere jaren. Er kwamen uitkeringen van het rijk, sommige activiteiten die je wel had begroot konden niet doorgaan. Er spelen allerlei factoren mee. Een positief saldo kan nooit een dekking zijn voor een structureel tekort.’ OPVALLEND Het is opvallend dat veel gemeenten juist in het jaar waarin de coronacrisis uitbrak geld overhouden. Hoe komt dat? Volgens Rein-Aart van Vugt van Deloitte, die als externe accountant betrokken is bij de jaarrekening van veel gemeenten, pakt een jaarrekening doorgaans sowieso positiever uit dan een begroting. ‘Dat is meestal niet bewust, maar er zit wel iets van voorzichtigheid achter.’ In de begroting houden gemeenten rekening met tegenvallers en zijn ze geneigd kosten hoger in te schatten. Ook zijn begrotingen vaak ambitieus. Uiteindelijk worden veel plannen in de praktijk in een lager tempo uitgevoerd, bijvoorbeeld doordat er te weinig mensen beschikbaar zijn of juridische procedures en burgerparticipatie meer tijd vragen. ‘De realisatie in de jaarrekening wijkt hierdoor vrijwel altijd positiever af van de begroting. Tussentijds monitoren en de gemeenteraad informeren zou vaak scherper kunnen’, vindt Van Vugt. ‘Ook meer aandacht voor goede planningen van activiteiten en die meer reBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 19 ‘ Er werd minder gebruik gemaakt van leerlingenvervoer’ alistisch begroten kan helpen om de afwijkingen te verkleinen.’ Wat volgens hem eveneens meespeelt, is dat er gedurende het jaar incidentele financiële meevallers ontstaan, zoals in de laatste maanden van het jaar aanvullende uitkeringen van het rijk. Maar corona is voor 2020 ook een belangrijke verklaring voor al die – vaak onverwachte – positieve saldo’s. Enerzijds konden veel activiteiten niet doorgaan vanwege de coronamaatregelen. ‘Daarnaast heeft het rijk de kosten en de daling van opbrengsten gecompenseerd’, zegt Van Vugt. Ook de Tozo-vergoeding van het rijk – de tijdelijke inkomenssteun voor ondernemers – kan resulteren in een positief resultaat op de jaarrekening. ‘Dat was een incidentele uitkering van het rijk die bij het opstellen van de begroting niet was geidentificeerd’, zegt Ricardo Kok van Exilo, een adviesbureau voor financiën, control en bedrijfsvoering in de publieke sector. ‘Er was lang onduidelijkheid over de hoogte van de uitkering. De voordelen van de Tozo-uitkering zie ik veel terugkomen. Maar dat is ook geld om kosten van te betalen die je in de toekomst maakt, voor het toezicht en de handhaving. Dus reken je zelf niet rijk.’ Volgens Kok heeft ook de teruggave van te veel betaalde btw bij re-integratie voor – soms forse – incidentele inkomsten gezorgd. MINIMA Corona zorgde voor andere inkomsten en uitgaven en dat is aan de jaarrekening te zien. Zo was Woudenberg niet alleen minder geld kwijt aan leerlingenvervoer, er werd ook minder gebruik gemaakt van de regelingen voor minima. Extra inkomsten waren er ook, aldus Vlam. ‘Bij de begrafenisrechten en de leges voor omgevingsvergunningen.’ Amsterdam – met een negatief saldo van 181 miljoen euro – liep juist heel veel inkomsten mis. ‘De gederfde parkeerinkomsten en toeristenbelasting is absoluut een oorzaak’, zegt Everhardt. ‘Het was een raar jaar’, zegt Ad Verbakel, concerncontroller in Eindhoven, waar eveneens sprake is van een positief saldo. ‘De algemene uitkering van het rijk is wat hoger uitgevallen. Een ander voordeel is dat we veel minder overheadkosten hadden. Minder opleidingskosten, minder kopieerkosten, de kachel hoefde niet aan. Ook speelde mee dat allerlei evenementen niet doorgingen.’ Het saldo mag dan positief zijn, Eindhoven heeft vanwege corona 15 miljoen euro uit de algemene reserve ingezet. ‘Dat geld hebben we gebruikt om de maatschappelijke infrastructuur overeind te houden. Naast het geld dat we gecompenseerd kregen van het rijk. Dat laatste was trouwens heel positief. Er werd echt gekeken naar wat we nodig hadden. Zo zou het altijd moeten gaan.’ INGETEERD Een positief saldo zegt niet alles, vindt Verbakel. ‘Het lijkt of er veel geld over is, terwijl je in feite ingeteerd kunt hebben op de financiële positie. Het is het verschil tussen je spaargeld en je lopende rekening. Als ik 50.000 euro spaargeld gebruik om een auto te kopen en ik houd regulier 20.000 over omdat ik niet met vakantie ga, dan zou ik in deze jaarrekeningsystematiek een voordeel hebben van 20.000 euro, terwijl ik er netto 30.000 euro op achteruit ben gegaan.’ Eindhoven kampte een paar jaar geleden met grote structurele tekorten in het sociaal domein. Een van de maatregelen die de gemeente heeft genomen is een volgens Verbakel meer dan gemiddelde verhoging van de gemeentebelastingen. ‘Het helpt dat de arbitragecommissie heeft bepaald dat het rijk gemeenten voor de kosten van jeugdzorg moet compenseren. Daarmee is een deel van het probleem opgelost, maar niet alles.’ Eind mei deed de arbitragecommissie een uitspraak in het geschil tussen VNG en het rijk. Zij oordeelde dat het rijk gemeenten moet compenseren voor het feitelijke tekort voor de jeugdzorg. Verbakel wijst op de groei van de stad en de noodzaak van veel woningbouw in het centrum, wat tot extra mobiliteit leidt en investeringen vraagt op het terrein van verkeer en openbaar vervoer. De stad groeit behoorlijk en ruimte om de gemeentelijke organisatie mee te laten groeien is er nauwelijks. ‘We hebben nagenoeg geen investeringsruimte’, zegt Verbakel. ‘De jaarrekeningen van gemeenten geven het beeld dat het goed gaat, maar ik zie de afgelopen 25 jaar vooral bezuinigingen. Verschraling van het voorzieningenni

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 21 veau, uitstel van onderhoud en verlenging van afschrijvingstermijnen. Dat zit allemaal onder de oppervlakte.’ Ook de vijf gemeenten die in 2022 Land van Cuyk gaan vormen – Boxmeer, Cuijk, Mill en Sint Hubert, Grave en Sint Anthonis – hebben positieve financiële resultaten. ‘Dat is lastig uit te leggen, want iedereen hoort en leest in de media dat gemeenten veel moeite hebben om hun begroting sluitend te krijgen’, zegt Lydia Verheijen, coördinator financiën in Sint Anthonis. ‘Er is een groot verschil tussen je structurele huishoudboekje en je spaarpotje. Wij hebben in Sint Anthonis veel resultaten uit grondexploitaties. Dat is positief voor de jaarrekening, maar het zijn geen structurele inkomsten waarmee je bijvoorbeeld de kosten in het sociaal domein kunt dekken. Opbrengsten van grondexploitaties kunnen enorm fluctueren. Het kan best het ene jaar een halve ton zijn en het jaar erop 3 miljoen. Je kunt daar wel iets eenmaligs mee doen, maar je kunt ze niet regulier inzetten.’ Grondexploitaties en andere incidentele mee- of tegenvallers hebben invloed op het jaarrekeningsaldo, maar gemeenten moeten hun begrotingssaldo corrigeren voor incidentele baten en lasten. De begroting moet structureel sluitend zijn. Het is net als een huishouden, stelt Verheijen. ‘Met je reguliere inkomen moet je je reguliere uitgaven kunnen betalen. Als je elke maand 2.000 euro hebt, moet je daarvan rondkomen. Het moet in balans zijn.’ De inkomsten maandelijks aanvullen met een beetje geld uit de opbrengsten van grondexploitaties werkt niet. ‘Dan kom je uiteindelijk niet uit, want je kunt niet blijvend vertrouwen op de opbrengsten van grondexploitaties. Als er een crisis komt zoals in 2008, ben je die inkomsten kwijt. Maar ondertussen heeft de jeugd wel zorg nodig.’ COMPLEX ‘Vertellen dat je een tekort hebt en vervolgens met een positief rekeningresultaat komen is complex’, zegt Ricardo Kok van Exilo ‘Je moet het duiden. Enerzijds je structurele resultaat, anderzijds je incidentele baten en lasten. Dan komt er per saldo een positief resultaat uit, maar dat is geen waarborg voor komende jaren.’ Volgens Van Vugt is dat soms ook aan de gemeenteraad lastig uit te leggen. ‘Bij de begrotingsbehandeling moet de raad nadenken over bezuinigingen of een verhoging van de on‘ Minder opleidingskosten, minder kopieerkosten, de kachel hoefde niet aan’ roerendezaakbelasting. Dan komt bij een jaarrekening met een positief saldo de vraag naar boven of bezuinigingen en belasting verhogingen wel nodig waren.’ ‘Aan de raad konden we goed uitleggen hoe het zit’, zegt Vlam. ‘We stevenden in de najaarsnota af op een fors tekort en onze jaarrekening laat een positief saldo zien. Maar om het aan de burgers uit te leggen, hebben we een persbericht gemaakt. We moeten bezuinigen, we staan onder preventief toezicht en dan is er opeens een positief resultaat. Dat moet je toelichten.’ Vlam vraagt zich af of corona uiteindelijk niet tot allerlei extra kosten gaat leiden. ‘Vanwege uitgestelde zorg die later terugkomt of door stijgende werkloosheid.’ Ook Verbakel houdt daar rekening mee. ‘Wat gebeurt er als de overheidssteun aan ondernemers wordt afgebouwd? Je ziet nu al veel leegstand. Misschien komen er straks meer faillissementen. Dan komen er ook meer mensen in de bijstand. Daar moeten we op voorbereid zijn en onze armslag is niet groot.’ Vanwege de decentralisatie van de jeugdzorg heeft elke gemeente in de afgelopen jaren keuzes moeten maken, zegt Everhardt. ‘Ze hebben extra bezuinigd of geput uit de algemene reserve. Het moet uit de lengte of uit de breedte. Normaal koers je op een algemene reserve van 1,0 ten opzichte van de risico’s en nu zie je hem terugvallen naar 0,5 of 0,6. Die reserve moet de komende jaren weer worden opgebouwd, zodat je de klap van een eventuele volgende crisis weer kunt opvangen. Daar heb je een algemene reserve voor.’ Hij wijst erop dat gemeenten structureel geld tekort komen voor de uitvoering van hun jeugdzorgtaken. ‘Dat is erkend door de arbitragecommissie. Er is 1,3 miljard euro toegekend. Met het nieuwe kabinet moeten we afspraken maken om dat structureel te maken. Daar hebben we als commissie financiën vertrouwen in.’ Op positieve saldo’s op de jaarrekeningen over 2020 moet men zich vooral niet blindstaren, vindt Vlam. ‘Die zijn niet representatief. Zo’n plusje wekt de indruk dat we geld overhouden en dat dat structureel is. Dat klopt niet. Het heeft voor een groot deel met corona te maken.’

22 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: MARTINE SPRANGERS Met het goedkeuren van de regionale energiestrategieën door gemeenteraden gaat de energietransitie een nieuwe fase in. De raad van Ommen wil dat de gemeente controle houdt. Het windpark ‘de Veenwieken’ zit ze nog steeds niet lekker. OMMEN WORSTELT MET INVULLING RES GEEN TWEEDE VEENWIEKEN In het Klimaatakkoord is afgesproken dat gemeenten moeten streven naar duurzame energieprojecten waaraan de lokale bevolking en direct omwonenden kunnen deelnemen. Maar voor de Ommense raad is die afspraak tijdens een bespreking van de Regionale Energiestrategie (RES) veel te vaag. Wat betekent lokale deelname eigenlijk? ‘Een boer die in zee gaat met een ondernemer in zonnepanelen, dat is dus géén lokaal eigendom’, vindt PvdA-raadslid Hilbert Moerman. Uiteindelijk neemt de raad een motie aan: voor een vergunning aan een nieuw initiatief moet minstens vijftig procent lokaal eigendom zijn. Net als in veel andere gemeenten is de energietransitie in Ommen, die door Bin

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK XX | 2021 ACHTERGROND 23 Hardenberg tien windmolens werden gebouwd. Vijf staan er in Ommen, vijf in Hardenberg. Het project De Veenwieken werd in 2019 in gebruik genomen, maar de turbines werden gebouwd onder het Wind Op Land-programma: de locatie werd eigenlijk door het rijk aangewezen. Het heeft in Ommen voor veel frustratie nenlands Bestuur wordt gevolgd, geen geruisloze oefening. De gemeente wil haar deel in de RES-regio West-Overijssel serieus oppakken. Dat betekent in de praktijk meer energie uit zonne-energie en windmolens. Maar de dilemma’s zijn dezelfde als in veel andere gemeenten. Grote windmolens wekken naast veel stroom ook weerstand op. En zonnevelden zien boeren en landbouworganisaties niet zitten. Bovendien heeft het stroomnet daarvoor voorlopig nog te weinig capaciteit. De besprekingen in de gemeenteraad zijn voor wethouder Bart Jaspers Faijer (duurzaamheid, ChristenUnie) een spannend moment. Want aan de bespreking en stemming over de RES in de raad is al een traject voorafgegaan van zo’n twee jaar van vergaderen, onderhandelen en informeren. De wethouder is bovendien ook voorzitter van de RES-regio. UITSLUITINGSGEBIED Maar waar deze discussies in andere gemeenten regelmatig leiden tot grote tegenstellingen in de raad, lijkt de beraadslaging in Ommen weliswaar kritisch maar toch vooral opbouwend. Het nut van de energietransitie wordt niet betwist. En zonnepanelen ziet iedere partij bij voorkeur op daken, en niet in het weiland. Maar de vraag of er windmolens in de Ommense weilanden moeten worden geplaatst, wordt vooralsnog vermeden. Er zijn nog geen plaatsen aangewezen: de gemeente heeft ervoor gekozen om geen zoekgebieden maar uitsluitingsgebieden aan te wijzen: gebieden waar in ieder geval géén maatregelen worden genomen. Hoewel een grote meerderheid van de gemeenteraad de RES-plannen steunt, is er ook wantrouwen over partijen van buiten de gemeente die straks profiteren van de exploitatie van zon- en windparken op Ommense grond. De raadspartijen vrezen dat dat averechts werkt in het vergaren van lokaal draagvlak. ‘Wij noemen het weleens het PIPgevoel’, verklaart Jaspers Faijer. Hij bedoelt daarmee het provinciaal inpassingsplan dat zorgde dat er op agrarische grond tussen Ommen en de naburige gemeente gezorgd. ‘Het voortraject speelde al voor mijn tijd. Ik was toen nog wethouder in Staphorst, en daar heeft de gemeenteraad gezegd: als het dan toch moet, doen we het zelf. Dat was de aanleiding voor het opzetten van een coöperatie, Wij Duurzaam Staphorst, waar de omwonenden aan konden deelnemen. Dat heeft erg goed gewerkt voor de acceptatie van de windturbines. Maar voor De Veenwieken en Ommen was dat helemaal omgedraaid: uit verontwaardiging over de provinciale aanwijzing heeft de gemeente de handen er helemaal van afgetrokken. Met als gevolg dat het windpark er toch is gekomen en wordt geëxploiteerd door commerciële windbedrijven. Iedere partij in de Ommense raad is er zich heel bewust van dat we dát niet meer willen.’ FALIEKANT TEGEN Raadslid Gerrit de Jonge van de lokale Volkspartij Ommen Vooruit (VOV) houdt spreekuur op de Ommense markt op dinsdag. Een mooie gelegenheid om de mening van de Ommenaar te peilen en om te horen wat er in de gemeente leeft. Zijn Culemborg nog eens terug te kijken. ‘Dat we dat gedonder in Ommen niet krijgen.’ De lokale partij heeft twee zetels in de raad van in totaal zeventien leden, en wilde op de raadsvergadering van 1 juli tijdens de stemming over de RES 1.0 een punt maken. De Jonge stemde voor, maar zijn collega Gerrit Middelkamp tegen. ‘We hebben ermee geworsteld, en ook de achterban was hier verdeeld over. Want we willen wel verder met de energietransitie en dit onderwerp. Maar we wilden ook een signaal geven dat de inwoners van Ommen meer betrokken moeten worden bij de ontwikkelingen. We vinden dat het nu te snel over grote windparken en zonnevelden gaat. Allerlei alternatieven, zoals kleinere windmolens of het benutten van de energie uit stromend water van de Vecht en de Regge komen niet op tafel.’ Volgens De Jonge is er in Ommen geen plek voor nieuwe, grote windturbines. ‘Binnen de RESregio kunnen ze best langs snelwegen. Maar dat zal in een andere gemeente zijn.’ Wethouder Jaspers Faijer wil graag gelegenheid bieden aan lokale initiatieven. ‘Een dorpsmolen waar de direct omwonenden in deelnemen is een mooi idee. Hetzelfde geldt voor initiatieven om daken van bedrijven en stallen te gebruiken voor zonnepanelen. En we scoren in Ommen natuurlijk al best hoog in de hoeveelheid opgewekte duurzame stroom, juist vanwege de windturbines van De Veenwieken.’ Hij weet ook dat er meer nodig is om het ‘ Het RES-proces voelt toch weer als van bovenaf opgelegde maatregelen’ partij is niet tegen de energietransitie, maar vraagt zich af in hoeverre de maatregelen op instemming van de Ommense bevolking kunnen rekenen. De partij is faliekant tegen een nieuw windpark als De Veenwieken. Maar De Jonge vreest dat zoiets er toch van gaat komen. ‘Partijen die eerst tegen waren, hebben door druk uit de regio een ommezwaai gemaakt. Het RES-proces voelt toch weer als van bovenaf opgelegde maatregelen. Veel wordt nu al regionaal afgestemd voordat het in de raad wordt besproken. Dat is niet zoals het hoort. Het hoort van onderaf: afspraken maak je eerst in de gemeenteraad.’ Tijdens de bespreking van de RES vroeg De Jonge zijn collega-raadsleden de uitzending van het BNNVARA-programma Opstandelingen over het verzet tegen windmolens in doel dat nu in de RES is afgesproken te halen. ‘Die doelen staan niet ter discussie, maar nu komt de periode waarin we onderzoeken op welke manier we die opdracht gaan invullen. Dat moeten we binnen onze gemeente doen, maar dat kunnen we niet alleen. Voor grotere projecten hebben we binnen de regio afgesproken om ‘grensontkennend’ te werken. Zonneweides en windmolens worden dus niet zomaar aangelegd aan de gemeentegrens zonder dat de buurgemeente en haar inwoners hierover meepraten. Uiteindelijk gaat de transitie niet alleen om techniek, het gaat ook om samenwerking.’ Maar de wethouder wil ook geen zoete broodjes bakken. ‘Als mensen ernaar vragen zal ik eerlijk zeggen: ja, het landschap zal op bepaalde plekken veranderen.’

24 ACHTERGROND JURIDISCH DOOR: MICHEL KNAPEN BEELD: SHUTTERSTOCK Gemeentejuristen houden zich te veel bezig met ‘brandjes blussen’ en kunnen daarmee belangrijker juridische risico’s uit het oog verliezen. Dat blijkt uit een onlangs verschenen proefschrift. Toch zetten gemeenten de eerste stappen richting juridisch risicomanagement. JURISTEN ONTBEREN HELIKOPTERBLIK GEMEENTELIJKE RISICO’S TE WEINIG IN BEELD Gemeentejuristen doen keurig waarvoor ze zijn aangenomen. Ze gaan na of contracten op orde zijn, behandelen bezwaar- en beroepschriften, bekijken of de organisatie voldoet aan wet- en regelgeving en adviseren het college over juridische aspecten van ruimtelijke ordening, vastgoed en openbare orde. Dat is veel casuïstiek – ze gaan van de ene juridische kwestie naar de andere –, maar een overkoepelend beeld en systematische prioritering van risico’s ontbreekt vaak. Dat is een probleem, vindt onderzoeker Ivar Timmer. In maart promoveerde hij aan de Vrije Universiteit op een onderzoek waarin hij de vraag stelde hoe juridische afdelingen effectief en verantwoord kunnen bijdragen aan het risicomanagement van hun organisatie. Banken zijn, onder invloed van strenge regelgeving, verder op de weg naar volwassen juridisch risicomanagement, concludeerde Timmer, maar bij gemeenten staat het juridisch risicomanagement nog in de kinderschoenen. ‘Juridische afdelingen zouden vaker moeten uitzoomen’, zegt Timmer. ‘Wat komt er op ons af? Welke risico’s zijn daarmee gemoeid? En wat betekent dit voor de organisatie? Om vervolgens goed te prioriteren, moeten ze de feitelijke situatie analyseren en, waar mogelijk, kansen en gevolgen kwantificeren. Dat kunnen juristen niet zo goed.’ ‘Klassieke’ juristen werken volgens hem casuïstisch en kwalitatief. Om meer aan risicomanagement te doen, moeten ze systematisch, procesmatig en kwantitatief te werk gaan. ‘Juristen moeten meer oog krijgen voor risicomanagement, maar het aanwezige risicomanagement ook voor het juridisch perspectief.’ Dat juridisch risicomanagement bij gemeenten nog niet goed van de grond komt, komt volgens Timmer mede door de ‘relatief dun bezette’ juridische afdelingen. ‘Gemeentejuristen zijn druk en vooral bezig met brandjes blussen. Er is daardoor ook weinig tijd voor preventieve activiteiten of de helikopterblik.’ Méér juristen is volgens Timmer echter niet het hele antwoord. ‘Ik denk dat de capaciteit wel wat moet worden vergroot, maar er zijn vooral meer proactieve, organisatorisch sterke juristen nodig.’ Op de werkvloer wordt dit beeld herkend, maar er wordt ook benadrukt dat er al stappen zijn gezet om het juridisch risicomanagement vorm te geven. Neem Enschede, waar Malu Hertzdahl, senior strategisch adviseur en tevens juridisch Juristen worden vaak te laat ingeschakeld controller Timmers bevindingen best wil onderschrijven. En een oorzaak voor het probleem noemt: juristen worden vaak te laat ingeschakeld. ‘Interne afdelingen vinden dat juristen er vooral zijn voor damage control. Maar je kunt ze juist beter vroeg betrekken bij allerlei kwesties. Denk aan contractonderhandelingen, het maken van lokale wetgeving, de voorbereiding van grote projecten, het inschatten van ruimte voor maatwerk bij uitvoering van wetgeving. Dat vraagt om een andere houding van andere afdelingen, maar ook van de jurist.’ RISICO’S INDAMMEN In Enschede wordt dat ook van juristen verwacht, zegt Hertzdahl. ‘Hier wordt door de opdracht Versterken positionering en profilering adviseurs JZ in 2021 extra hard aan gewerkt. Eventuele acties om risico’s in te dammen of om de kwaliteit te verhogen worden opgenomen in een jaarplan JKZ (juridische kwaliteitzorg). Wij worden daarin ook gesterkt door onze organisatiecultuur – een lerende organisatie –, het rapport Ongekend Onrecht en de noties over ambtelijk vakmanschap.’ De juridische organisatie van Enschede telt, exclusief kwaliteitsmedewerkers en ondersteuning, 55 juristen van hbo- en wo-huize, deels centraal georganiseerd in een afdeling juridische zaken en deels decentraal, zoals de omgevingsrechtjuristen en de vastgoedjuristen. De gemeente zelf telt 160.000 inwoners. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 25 2 Intern de boer op, adviezen gaan verkopen, minder reactief.’ Nu ziet hij dat juristen steeds vaker de ‘kritische vriend’ zijn die tegenwicht bieden, maar wat hem betreft mogen ze nog meer autoriteit gaan pakken. afdelingen speelt, wat er op hen af komt, wat de lessen zijn die kunnen worden getrokken uit bezwaar, beroep, klachtbehandeling en Wob-procedures. Bij de gemeente Utrecht (358.000 inwoners) werken twintig juristen die zich bezighouden met bezwaar en beroep, 34 adviseren de gemeente over zaken als staatssteun, vastgoed en privacy en vijftig juristen zitten ‘decentraal’, zoals bij de afdelingen ruimte en publiekszaken. Concernjurist Erik Scholten richt zich vanuit de afdeling concerncontrol vooral op het systeem van juridische kwaliteitszorg, zoals: hebben de juiste juristen meegelezen bij bepaalde documenten en projecten. In Utrecht, zegt Scholten, zijn gemeentejuristen juridisch adviseur én controller, die gevraagd en ongevraagd advies produceren. Het juridisch risicomanagement wordt ingevuld doordat periodiek in kaart wordt gebracht wat er bij de verschillende DE BOER OP ‘Door proactief te adviseren proberen we risico’s te voorkomen’, zegt Scholten. ‘We zijn dus al enige tijd bezig met juridisch risicomanagement, als onderdeel van integraal risicomanagement. Dat laatste was financieel gedreven, nu maken we de slag naar inhoud.’ Maar heel snel gaat dat niet, erkent Scholten. ‘Vroeger’ hadden juristen sterke posities, op strategische functies zoals de directiesecretaris. ‘Een reorganisatie maakte de gemeente meer netwerkgericht, minder hiërarchisch met minder parafenrondes.’ Juristen hebben zich daar wat laat op aangepast, oordeelt Scholten. ‘Juristen werden niet meer automatisch aan tafel gevraagd, dat moesten ze meer gaan verdienen. Volgens Malu Hertzdahl (Enschede) maakt de klassieke rechtsgeleerde, ‘als stereotype’, langzaam plaats voor de ‘T-shaped gemeentejurist’. Het staande stokje van de T ziet op kennis van het recht, het liggende stokje op niet-juridische kennis en vaardigheden. Om dat in te kleuren heeft Enschede in 2020 leerlijnen ontwikkeld voor zes juridische rollen. Die zien enerzijds op vakkennis, organisatiekennis en omgevingskennis en anderzijds op rolvaardigheden, organisatievaardigheden en omgevingsvaardigheden. ‘Het proactief meedoen aan risicoanalyses, in bijvoorbeeld grote projecten of innovatieve technologische ontwikkelingen, vraagt naast kennis ook om bepaalde vaardigheden. Denk aan persoonlijke effectiviteit, multiblik, communicatie en helikopterview. Wij stimuleren de medewerkers binnen onze juridische functie om zich blijvend te ontwikkelen. Een op de leerlijnen aangepast scholingsaanbod is gedaan via onze Enschedese school.’ Het proefschrift van Timmer en aandacht voor juridisch risicomanagement dragen bij aan die ontwikkeling, zegt Hertzdahl.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 26 ACHTERGROND JURIDISCH Spoedeisende casussen gaan altijd voor Risicomanagement is wat anders dan risico’s mijden. ‘Het is belangrijk om de risicobereidheid te schetsen. Soms is het nodig of bestuurlijk gewenst om weloverwogen risico’s te nemen. Daarbij is het wel van belang dat goed wordt ingeschat hoe groot de omvang van het risico is en welke beheersmaatregelen worden genomen.’ HERIJKING Juridisch risicomanagement? Dat begrip is in Zwolle wel bekend, zegt Onno Looijestijn, strategisch juridisch beleidsadviseur. Maar ook hier: het wordt vooral financieel ingestoken, want juridische risico’s worden veelal gezien als financiële risico’s. En die domeinen werken ook vaker samen. Sinds anderhalf jaar heeft Zwolle een apart control-overleg, met daarin financials, interne controle én het hoofd juridische zaken. Op de centrale juridische afdeling van Zwolle (130.000 inwoners) werken 23 juristen die zich bezighouden met bezwaar- en beroepsprocedures, algemeen juridisch advies en belastingen. Op de decentrale afdelingen (vastgoed, fysieke leefomgeving, vergunningen) zijn dat er 44. Het betreft hbo- en wo-juristen. Het juridisch risicomanagement in Zwolle houdt vooral in: het inventariseren van risicovolle projecten en daarbij de risico’s in kaart brengen, met name de financiële risico’s, zegt Looijestijn. ‘Denk daarbij aan vastgoedprojecten: gaan die langer duren dan gepland, vallen ze duurder uit.’ Dat gebeurt ook bij rechtszaken en lopende procedures, waarbij mogelijke schadevergoedingen worden ingeschat. In Zwolle zijn ze bezig met een ‘herijking’ van het juridische kwaliteitsbeleid om daarmee de risico’s verder te beperken. Ook dat wordt gezien als onderdeel van het juridisch risicomanagement. Toegegeven: van de ene juridische casus springen naar de volgende, het zat ook in Zwolle tussen de oren. Het juridisch kwaliteitsbeleid, dat zo’n twintig jaar geleden gestalte kreeg en als een voorloper kan worden gezien van het juridisch risicomanagement, bracht daarin voorzichtig verandering. Het heeft wel de basis gelegd voor juridische kwaliteit, die wijst naar allerlei kaders en andere juridische informatie waar de overige collega’s hun voordeel mee kunnen doen. In Zwolle halen op risicomanagement heeft wel effect.’ Dat heeft ertoe geleid dat ongevraagde adviezen van juristen belangrijker zijn geworden, én die worden gewaardeerd, zegt de Utrechtse concernjurist. En waar volgens hem juristen van de kleinere gemeenten vooral brandjes blussen, kan een grote gemeente als Utrecht vooruitlopen met juridisch risicomanagement. ‘Heb je honderden Wob- verzoeken en duizenden bezwaarschriften, dan zie je eerder een rode draad en kun je beter sturen op risicomanagement. Die rode draden moeten we intern wel nadrukkelijk uitvragen, want doorgaans is ieze veel uit het plan-do-check-act-principe. ‘De bedoeling is dat gemeentejuristen leren van eerdere zaken en dat ze die opgedane kennis vertalen naar de toekomst. Dan krijgen we nieuwe casussen beter in de vingers én we nemen het mee in de juridische inrichting van de gemeente. Zaken als staatssteun, toeslagen en de nieuwe Wet open overheid: we geven al aan de voorkant voorlichting om risico’s te voorkomen. We maken zo steeds meer de slag van individuele gevallen naar het totaalplaatje. De blik op één casus moet een helikopterview worden.’ De uitvoering daarvan is echter niet altijd gemakkelijk, zegt Looijestijn. ‘Het juridisch kwaliteitsbeleid ebt wel eens wat weg. Spoedeisende casussen gaan altijd voor. We hebben geen overcapaciteit aan juristen om altijd het risicomanagement op één te zetten. Maar de samenleving vraagt er wel om; reden dat we erop blijven hameren.’ KNELPUNTEN Of die ontwikkeling naar een krachtiger juridisch risicomanagement goed heeft uitgepakt voor de gemeente, is lastig meetbaar, zegt Erik Scholten (Utrecht). Wel worden problemen nu gesignaleerd vóór het advies al onderweg is naar het college. Daardoor komen knelpunten eerder naar boven. ‘Er is dan wat meer tijd om over een kwestie na te denken of andere wegen te verkennen. Dus sturen dereen bezig om de stapel op zijn bureau kleiner te maken. Je moet zo’n team af en toe in de helikopter zetten: we hebben drie maanden bezwaar, wat hebben we gezien? Of klachten rondom de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) – hebben we cijfermatig wat?’ SCHADECLAIMS Onno Looijestijn kent een belangrijke voorwaarde voor een sterk juridisch risicomanagement: juristen moeten goed contact houden met de controllers van de afdeling financiën: ‘Juist dán vind je de risico’s sneller.’ Het samen optrekken maakt dat ook de juridische risico’s meer in beeld komen. Of deze manier van werken al in de praktijk vruchten heeft afgeworpen in de vorm van minder schadeclaims, is onduidelijk. ‘Ik weet niet of we minder claims krijgen of minder aan schadevergoedingen hoeven te betalen. Op dat punt zie ik niet echt grote verbeteringen omdat we het al goed doen.’ Die verbinding tussen juristen en financials wordt ook in Enschede gezocht. Daar heeft de juridische controller sinds drie jaar een vaste plek aan tafel bij de risicogesprekken in het kader van de jaarrekening, samen met een jurist van de afdeling juridische zaken. Malu Hertzdahl: ‘Ook is de standaardagenda uitgebreid met vragen over risico’s bij onder andere de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming, red), aanbestedingen, staatsteun en integriteit. Sinds begin 2021 werken we aan een breder overzicht van procesrisico’s en aan een meer kwalitatieve analyse van onze verzekeringsportefeuille. Dat is wel een verbeterproces dat tijd nodig heeft.’

DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR ACHTERGROND 27 De Lelystadse gemeenteraad telt niet alleen veel fracties, maar ook bijna een handjevol eenmansfracties. Kunnen zij desondanks het verschil maken, een deuk in een pakje boter slaan? Zeker wel, stellen de eenpitters zelf. Al is dat niet altijd direct zichtbaar in de raadszaal. VIER EENMANSFRACTIES OP DE VIJFTIEN NET ZO L ALLEEN EN Na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 telde de 35-koppige raad van Lelystad veertien fracties. Ruim een jaar later was dat aantal door afsplitsingen gegroeid naar zeventien, waaronder zeven eenmansfracties. Ook na die tijd is een aantal verschuivingen geweest. Geen afsplitsingen meer, maar door samenvoegingen staat de fractieteller nu op vijftien. Vier daarvan zijn eenpitters: CDA, Denk, Forum voor de Ouderen en Forum voor Flevoland. Met drie van de vier sprak Binnenlands Bestuur over hun ‘eenzame’ raadswerk. De fractievoorzitter van Denk heeft niet gereageerd op een interviewverzoek. Het CDA begon in maart 2018 met twee zetels, net zoveel zetels als in de raadsperiode 2014-2018. Raadslid Eric van Luxemburg stapte echter in oktober 2018 uit de fractie en ging in zijn eentje verder als Lokaal Lelystad. CDA-fractievoorzitter Hans Maris bleef over, maar verliet een maand later de raad. De huidige fractievoorzitter Jelle Hijmissen nam in november 2018 het stokje van hem over. ‘Als eenmansfractie kan ik voldoende toevoegen’, stelt hij. ‘Als je er genoeg tijd in stopt, kun je goede voorstellen indienen.’ Hij doelt daarbij niet alleen op initiatiefvoorstellen, maar ook op moties en amendementen. Een groot aantal daarvan is aangenomen. ‘Ik heb me onder meer ingezet om startersleningen ook voor nieuwbouwwoningen te laten gelden.’ Een motie waartoe hij het initiatief nam, is door een raadsmeerderheid aangenomen. Via een amendement heeft hij het, samen met GroenLinks, voor elkaar gekregen dat de gemeente een voorbeeldfunctie gaat vervullen in de energietransitie. ‘Als overheid kun je wel tegen de inwoners zeggen dat ze van het gas af moeten, maar ik vind het belangrijk dat de gemeente zelf het goede voorbeeld geeft.’ Dit jaar moet het college met een plan komen hoe het gemeentelijk vastgoed binnen een redelijke termijn (tien jaar) van het gas gaat. Een initiatiefvoorstel waarbij het college aan de bak moet met een plan om, gezien de toenemende vergrijzing, ervoor te zorgen dat ouderen in Lelystad prettig oud kunnen worden, heeft het ook gehaald. ONVREDE Ferry Grin van Forum voor Flevoland keerde de PVV in juni 2019 de rug toe en begon zijn eigen fractie: Forum voor Flevoland. Onvrede over de koers van de PVV en het feit dat hij zijn ei niet kwijt kon over de aanpak van verkeersknelpunten waren de aanleiding van de overstap. Nu houdt hij zich volop bezig met verkeersknelpunten, waaronder bebording, waar hij zich druk om maakt. ‘Uit gesprekken met boa’s hoor ik dat ze vaak niet kunnen handhaven omdat de bebording niet goed is.’ Ook hij stelt dat een eenmansfractie wel degelijk het verschil kan maken. Is het niet in de raadszaal zelf, via moties en amendementen, dan wel op de achtergrond. Door bijvoorbeeld ambtenaren te overtuigen van fouten in het verkeersbeleid, of wijkagenten aan te spreken die alsnog het gewenste effect weten te bereiken. ‘Hoe langer en dieper je in de materie zit, hoe beter iedereen gaan luisteren’, aldus Grin. ‘Op de achtergrond kun je dingen veranderen, niet altijd in de raad.’ ‘Door aansluiting te zoeken bij andere fracties kun je het verschil maken’, ervaart Koen Dreesman, fractievoorzitter van Forum voor de Ouderen. Niet alleen hijzelf, maar ook zijn partij is sinds 2018 nieuw in de Lelystadse politiek. In het begin was het zoeken hoe hij in de politieke arena moest acteren, erkent Dreesman. Na een tijdje kreeg hij hulp van een fractie-assistent, zodat het raadswerk verdeeld kon worden. In Lelystad worden drie raadsessies tegelijkertijd gehouden. ‘Dat is lastig als eenmansfractie, want je kunt je nu eenmaal niet opsplitsen’, lacht Dreesman. Gaandeweg is hij aansluiting bij andere fracties gaan zoeken, zodat de informatie uit een gemiste raadssessie alsnog tot hem ‘ Als eenmansfractie kan ik voldoende toevoegen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 28 ACHTERGROND BESTUUR ZETELVERDELING VVD Leefbaar Lelystad InwonersPartij PVV PvdA ChristenUnie GroenLinks JongLelystad CDA D66 SP DENK Lelystads Belang* Forum voor de Ouderen Totaal *Heet sinds maart 2020 Mooi Lelystad **Heette tot maart 2020 Lelystads Belang MAART 2018 6 4 3 3 3 3 2 2 2 2 2 1 1 1 35 JULI 2021 ZETELVERDELING 5 VVD 4 PVV 3 InwonersPartij 3 Leefbaar Lelystad 3 PvdA 3 ChristenUnie 2 GroenLinks 2 JongLelystad 2 Mooi Lelystad** 2 D66 2 SP 1 CDA 1 DENK 1 Forum voor de Ouderen 1 Forum voor Flevoland 35 Raadslid Van Luxemburg is toe aan zijn vierde partij ‘Ronde acht in de zeteldans’, twitterde de Lelystadse PvdA-fractievoorzitter Emiel van der Herberg in maart van dit jaar. Sinds de eerste afsplitsing in de raad (oktober 2018) houdt hij een stroomschema bij, waarin Van der Herberg aangeeft waar de stem van de inwoner na de raadsverkiezingen van maart 2018 is beland. Inmiddels zijn er acht afsplitsingen, samenvoegingen en overstappen genoteerd. ‘Dit is echt schadelijk voor het aanzien van het gemeentebestuur.’ Raadslid Eric van Luxemburg spant de kroon. Hij begon in 2018 bij het CDA, maar stapte in oktober van dat jaar uit de partij. Een jaar lang ging hij verder als de eenmansfractie Lokaal Lelystad. In december 2019 sloot hij zich aan bij de InwonersPartij Lelystad. Ook die partij heeft hij inmiddels verlaten, in oktober 2020, en sloot zich aan bij de PVV. Van der Herberg heeft hier geen goed woord voor over. ‘De stem op het CDA in 2018 is na diverse omzwervingen beland bij de PVV; toch een totaal andere partij.’ ‘Ik kan het iedereen uitleggen’, stelt Van Luxemburg in een reactie. Op de vraag of hier geen sprake van kiezersbedrog geeft hij een gemengd antwoord. ‘Aan de ene kant wel, maar ook het CDA pleegt kiezersbedrog.’ Hij kon het onder meer niet verkroppen dat het CDA solidariteit predikt, maar wel instemde met de komst van een asielzoekerscentrum in een wijk. ‘Dat vind ik niet solidair.’ Gedoe op inhoud en rondom samenwerking met de toenmalige CDA-fractievoorzitter, in combinatie met landelijke overwegingen, hebben hem na 20 jaar CDA-lidmaatschap doen besluiten de partij te laten voor wat zij is. ‘Ik vind dat ik dan integer weg mag gaan.’ Over dat besluit heeft hij lang nagedacht, benadrukt Van Luxemburg. Bij de start van zijn eenmansfractie was meteen de intentie om zich bij een andere fractie aan te sluiten. De InwonersPartij (‘fijne mensen’) bleek geen goede keuze. De val van de toenmalige coalitie, ingezet door de InwonersPartij, en onvrede over de inhoudelijke koers die hij wilde, maar niet kon varen, deden hem besluiten naar de PVV over te stappen. ‘Bij de PVV is de sfeer nog beter en mijn politieke ideeën komen zowel landelijk als lokaal zeer goed samen.’ Hij wil graag bij de komende raadsverkiezingen op de kandidatenlijst van PVV Lelystad komen te staan. De PVV is inmiddels de tweede partij in de Lelystadse raad. Dat komt door de meest recente overstap van Jos Erbé, die Leefbaar Lelystad verliet en zich aansloot bij de PVV. De coalitie heeft hiermee ook haar nipte meerderheid verloren. Na Van Luxemburg is ook Bart Schopman een ‘partij-hopper’. In april 2019 werd hij na een tweet uit de VVD- fractie gezet en ging hij verder als Lijst Schopman. In november van dat jaar sloot hij zich aan bij Lelystads Belang, dat vanaf maart vorig jaar Mooi Lelystad heet. De achtste zeteldans (niet in chronologische volgorde) staat op het conto van Freddy Grin. Hij stapte in maart 2019 uit de PVV en gaat sindsdien verder Forum voor Flevoland.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 29 kwam. Voor een initiatief om de huisvesting van ouderen prominenter op de politieke agenda te krijgen, heeft hij flink moeten lobbyen en ‘het zweet op de rug moeten werken’. Maar het is gelukt. Na de coalitiecrisis in 2020 en de komst van een nieuw college, waarvan Forum voor de Ouderen deel uitmaakt, is het politieke leven wel wat makkelijker geworden. ‘Sindsdien wordt er veel intensiever informatie uitgewisseld. Ook kunnen we onderwerpen beter verdelen, waardoor de werkdruk minder wordt.’ OVERSTAPPEN Dreesman heeft wel eens overwogen naar een andere partij over te stappen. ‘Ik heb ook wel informatieve gesprekken gevoerd, maar ik zag er uiteindelijk toch geen heil in. De programmatische verschillen zijn te groot.’ Ondanks het grote aantal fracties vindt hij dat de raad momenteel goed functioneert. ‘Ik zie dat er steeds meer balans komt. Er wordt vaker onderling overlegd, om bijvoorbeeld te proberen steun te krijgen voor een motie of amendement door de tekst iets aan te ‘ Door onderwerpen te verdelen, wordt de werkdruk minder’ passen.’ De afgelopen anderhalf jaar is er volgens hem meer oog voor de samenleving gekomen, in plaats van aandacht voor de fracties an sich. Hij benadrukt meerdere keren het belang van het zoeken van samenwerking en het elkaar niet naar het leven staan. ‘Ik zit niet in de politiek uit eigen belang, maar voor het belang van de inwoners.’ Luisteren is het motto voor Grin. Daardoor redt hij het in zijn eentje, stelt hij. Hij is tegen de inzet van fractie-assistenten, vooral omdat ze geld kosten. ‘Met assistenten breid je de raad uit. Dat vind ik geen goede ontwikkeling.’ Een broertje dood heeft hij aan raadsleden die weigeren zijn kennis, maar ook de kennis van anderen, te benutten. ‘Bij gebrek aan kennis luisteren ze toch vaak naar het advies van het college.’ Hij vindt ook dat raadsleden veel ADVERTENTIE meer op pad moeten en congressen moeten bezoeken om hun kennis op te vijzelen. ‘Als je als raadslid wat wilt betekenen, besteedt er dan tijd en aandacht aan.’ Hijmissen stelt dat er zeker ook voordelen zitten aan een eenmansfractie. ‘Je kunt snel handelen.’ In een grote fractie – al heeft hij daar zelf geen ervaring mee – is veel meer overleg en onderlinge afstemming nodig. Grin sluit zich daarbij aan. ‘Het voordeel is dat je niet door anderen wordt gehinderd om je mening te geven, zoals bij de PVV wel gebeurde.’ Het is als eenpitter wel noodzakelijk om met andere fracties samen te werken, stelt ook Hijmissen. Hij kan immers niet alle raadsbijeenkomsten zelf bijwonen. Wel heeft hij drie jonge fractieleden en een fractie-assistent die hem ondersteunen. ‘Ik kan niet alles in mijn eentje bijhouden.’

30 ACHTERGROND EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: BART MAAT / ANP-HH Auto’s met dieselmotoren zijn vanaf 2025 of 2028 verboden in Straatsburg. De stad gaat meer fietsen en de tram gebruiken. Met investeringen in het klimaat herstelt de stad van de corona-pandemie. FRANSMAN MOET AAN DE FIETS STRAATSBURG WIL NA CORONA VERGROENEN Eurometropoolregio moeten betere spoorverbindingen worden gerealiseerd. Bovendien zal in samenwerking met de regio Grand-Est een snelspoornet worden opgezet. De totale investering in mobiliteit bedraagt 500 miljoen euro. Hoe zal Straatsburg er in de nabije toekomst uitzien? Als het aan locoburgemeester Syamak Agha Babaei ligt, is de toekomst grotendeels vrij van benzine- en dieselauto’s en met sneller en frequenter openbaar vervoer. De dieselauto zal worden verboden. Dat moet ruim vóór 2035 het geval zijn, wanneer de verkoop van alle verbrandingsmotoren in de hele Europese Unie aan banden moet worden gelegd. Straatsburg wil al in 2025 of 2028 van dieselauto’s af. Tegelijk investeert de stad fors in andere vervoersmiddelen. Straatsburg wil een fietsstad worden met bruggen over autowegen en spoorwegen en vrij liggende fietspaden. De Eurometropool – waarin 33 gemeenten samenwerken – investeert 100 miljoen euro in het stimuleren van fietsen. Er zijn plannen om 120 kilometer fietspad aan te leggen. Verwacht wordt dat het fietsgebruik tegen 2030 bijna zal zijn verdubbeld, van 11 procent van de verkeersbewegingen in 2019 tot 20 procent in 2030. Ook het openbaar vervoer moet verder worden ontwikkeld, aldus Syamak Agha Babaei. Drie tramlijnen zullen worden toegevoegd aan de zes lijnen van de stad. Er zijn ook nieuwe overstappunten gepland om het overvolle Homme de Fer in het stadscentrum te ontlasten, waar bijna alle tramlijnen samenkomen. In de hele HERSTELPLAN Door te investeren in een beter openbaar vervoer sluit Straatsburg zich aan bij de prioriteiten die het herstel van Europa moeten sturen. Frankrijk heeft bij Brussel een herstelplan van 40 miljard euro ingediend. Verwacht wordt dat de lidstaten deze zomer over het plan zullen stemmen. Hoeveel geld de stad Straatsburg van Parijs zal ontvangen, weet de gemeente nog niet: het blijft een verrassing. ‘Maar we hebben tenminste ons werk gedaan’, zegt Syamak Agha Babaei. In totaal bedragen de investeringen voor de gemeenten, de Eurometropool en de plaatselijke overheidsbedrijven 3,2 miljard euro. Dit geldt ook voor meer groen, renovatie van gebouwen, isolatie van sociale woningen en andere klimaatinvesteringen. De stad en de eurometropool Straatsburg zullen respectievelijk 850 miljoen euro en 1,5 miljard euro investeren. De regio is – in coronatermen – groen en dus veilig, meldt Syamak Agha Babaei. Het aantal coronabesmettingen neemt halverwege juli al wekenlang af, evenals het aantal ziekenhuisopnames. Ook al baart de deltavariant, die ook in de stad aanwezig is, zorgen. ‘Maar nu is Straatsburg veilig. Iedereen is welkom in onze mooie regio.’ Die oproep is hard nodig. Net na de heropening heeft de stad nog steeds te kampen met een daling van het aantal toeristen. Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten voor de hotels en restaurants. Er zijn in Straatsburg twee keer zoveel horecagelegenheden dan in andere steden van dezelfde omvang, met een bevolking van ongeveer 280.000 inwoners. Maar er wordt nog steeds niet veel gereisd. De Amerikanen, bijvoorbeeld, zijn nog niet aangekomen. ‘Als het mooi weer is, zie je plotseling veel Duitse toeristen, ze komen als mooie bloemen aan, tot wel honderd kilometer over de grens’, lacht een hotelmedewerker. Hun komst is noodzaak. De steunmaatregelen van de Franse regering lopen binnenkort af. Het valt nog te bezien welke bedrijven zullen overleven en welke niet. Dit baart Syamak Agha Babaei zorgen. Naar zijn mening mag de overheidssteun niet te vroeg worden stopgezet. MEER OVERHEID De pandemie heeft ons één ding geleerd, zegt de locoburgemeester. ‘We hebben meer openbare dienstverlening nodig, niet minder. Al degenen die er niet in geloofden of dachten dat het te duur was, hadden het mis. De pandemie heeft ons anders geleerd.’ Dit is ook het geval in Straatsburg, dat net als de rest van Frankrijk te kampen heeft gehad met grote lockdowns, zegt hij. De sociale contacten werden stopgezet, de ambtenaren gingen zoveel mogelijk naar huis om te werken, maar het stadsbestuur stuurde teams de straat op om te zien waar en wie voedselhulp nodig had. Een kwart van de bevolking van de stad, die luxe winkels in het centrum heeft, leeft onder de armoedegrens. Schoolrestaurants waar kinderen konden eten, waren gesloten. De gemeente investeerde in digitale middelen, zodat het thuisonderwijs zoveel mogelijk doorgang kon vinden. Ook werden zoveel mogelijk daklozen opgevangen. Er zijn er ongeveer 500 in de gemeente, legt Syamak Agha Babaei uit, BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 31 ‘ Als het mooi weer is, zie je plotseling veel Duitse toeristen’ Toeristengids zoekt klanten bij Straatsburgs kathedraal en dat betekende, net als in Nederland, hard werken om plaatsen te vinden. Intussen is permanente huisvesting gevonden voor 300 daklozen, en de komende jaren zullen daar nog eens 200 bijkomen. Straatsburg wil eerst werken aan huisvesting om ervoor te zorgen dat daklozen een verblijfplaats hebben, waarna zij verder kunnen gaan met hun leven en een baan kunnen vinden. In Frankrijk is de zorg voor daklozen officieel een taak van de nationale regering, legt Delphine Joly uit, directeur-generaal van de diensten van de stad Straatsburg. De stad neemt haar verantwoordelijkheid vrijwillig. De gemeente heeft ook programma’s van andere autoriteiten ondersteund, zoals die van de staat en het departement. Er werd afstand gedaan van de huur van bedrijven en er werden subsidies verleend aan bedrijven die tijdens de pandemie gesloten moesten blijven. Het moeilijkste deel was te leren hoe men zich moest organiseren, bijvoorbeeld om mondkapjes te kopen om de hele bevolking te bevoorraden. Maar er waren ook juridische obstakels, namelijk de vraag welke overheidsinstantie verantwoordelijk was voor welke taak. Frankrijk kent een groot aantal overheden: de staat, de regio’s, de departementen, de metropolen en de gemeenten. Syamak Agha Babaei zou graag een duidelijker verdeling van de verantwoordelijkheden tussen deze autoriteiten zien. Het moet eenvoudiger. PERMANENT Deze pandemie, met haar gevolgen op gezondheids-, economisch en sociaal gebied, is de grootste en meest langdurige sinds de Tweede Wereldoorlog. Syamak Agha Babaei herinnert zich een storm, jaren geleden, waarbij 13 mensen omkwamen en 200 gewond raakten. Delphine Joly herinnert zich ook de aanslag op de Straatsburgse kerstmarkt van 2018 waarbij 5 mensen omkwamen en 11 gewond raakten. Deze crisis is anders omdat zij permanent is. Het is de eerste keer dat alle sociale contacten moesten worden onderbroken, vertellen ze. Dat betekent ook dat uitzonderlijke middelen nodig zijn. Frankrijk zou ook zijn bestuur verder kunnen moderniseren. ‘De 21e eeuw is de eeuw van de steden’, aldus Syamak Agha Babaei. ‘Maar zij moeten ook bevoegdheden hebben, bijvoorbeeld om ziekenhuisbedden toe te voegen of te schrappen. Er is verder veel ervaring opgedaan die in de toekomst tot een meer proactief beleid zou kunnen leiden. Kwetsbare personen en hun behoeften zijn in kaart gebracht en er is een permanente dialoog tussen de gemeente en de universitaire ziekenhuizen van Straatsburg.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.

32 ZOMERSERIE TOERISME DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO’S: SAKE RIJPKEMA. De zomerse bezoekersstroom had in Domburg in 2019 z’n maximum wel bereikt, vonden de inwoners van het Zeeuwse kustdorp. Sindsdien probeert de gemeente Veere te sturen op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Maar hoe doe je dat in coronatijd en erna? MAXIMUM AANTAL TOERISTEN BEREIKT DOMBURG ZOEKT NAAR EIGEN DNA Probeer je auto eens geparkeerd te krijgen in de buurt van het Domburgse strand. Je rijdt drie, vier rondjes door de smalle dorpsstraten. Langs het weelderige Badpaviljoen op de zeereep en hotels met aanlokkelijke namen als Duinlust en Bosch en Zee. Nergens lonkt ook maar een halve parkeerplek. En dan is het vandaag nog een bewolkte zomerdag met de dreiging van regen in de lucht. Hoe wanhopig wordt de rondrijdende strandganger niet als het volop zomert? ‘Het plafond is bereikt’, zegt burgemeester Rob van der Zwaag onomwonden in het gemeentehuis van Veere, een kilometer verwijderd van het Domburgse strand. ‘We hebben in de gemeente nu ruim vijf miljoen overnachtingen van toeristen per jaar. Er bestaat hier geen behoefte aan verdere uitbreiding. Dat proef je niet alleen onder de Domburgers zelf, maar zelfs onder lokale ondernemers die van het toerisme afhankelijk zijn.’ Een duidelijke waarschuwing sprak eind 2019 uit het onderzoek ‘Leefbaarheid en toerisme, integrale analyse gemeente Veere’. Zeven op de tien inwoners gaven daarin aan dat hun gemeente een ‘toeristische bestemming’ moest blijven, maar niet over hun rug. Drie op de vier misten een gevoel van betrokkenheid bij ontwikkelingen op toeristisch gebied. In het rapport wordt dan ook geadviseerd de zeggenschap van inwoners te vergroten. Er moest een TOERISME NA CORONA Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 2: Domburg. gemeentelijk meldpunt komen voor ervaren overlast. Toerisme en lokale leefbaarheid verdienden een betere balans. MAGISCHE DUIMEN De aanstichter van Domburgs populariteit staat in beeld gehouwen op terrassenplein ’t Groentje: Johann Georg Mezger. De beroemde masseur betrok eind negentiende eeuw een zomervilla in Domburg en hield er praktijk. Vanuit heel Europa treinde de elite naar de kop van Walcheren om zich over te geven aan Mezgers magische duimen. In het voetspoor van die rijke clientèle reisden schilders als Mondriaan en Jan Toorop naar Domburg, ook vanwege het lokale heldere licht en het eikenwoud in het nabijgelegen natuurgebied de Manteling. Het zijn lang vervlogen tijden, maar een tikje chic bleef Domburg wel. Een badplaats van stand. Beeldbepalende gebouwen als het Badpaviljoen en de adellijke villa Carmen Sylva overleefden de oorlog of werden gerestaureerd. Daardoor wordt de toon van het kustdorp met 1.500 inwoners anders dan de gemiddelde Nederlandse badplaats niet gezet door blokkendozen van beton. Van der Zwaag: ‘We spreken hier nog van badgasten in plaats van toeristen.’ Die zichtbare historie is een belangrijke asset in termen van toerisme-marketing. Maar als de badgasten steeds massaler komen, kan de allure van Domburg zomaar uitgroeien tot handicap. Dan geldt ook hier straks de wet van het grootste getal. De afgelopen jaren constateerde Van der Zwaag dat na de Duitsers en de Nederlanders ook de Vlamingen de Walcherse kust in het vizier kregen. ‘Hier heb je nog een natuurlijke duinenkust’, verklaart hij de Vlaamse opmars. ‘Je kunt in Domburg goed eten, dat waarderen Belgen.’ Sinds de opening van de Westerscheldetunnel zag hij het BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ZOMERSERIE 33 ‘Je kunt in Domburg goed eten, dat waarderen Belgen’ ALLURE De Domburgse boulevard met rechts villa Carmen Sylva aantal zuiderburen in Domburg jaarlijks met vijf procent toenemen. Dat betekende nog meer auto’s in het centrum. En ook dat de markt voor verhuur van woningen nog aantrekkelijker werd. Daar bestaan in Domburg strenge regels voor: kamers verhuren mag, een schuur in de achtertuin ook, maar je hele huis in de verhuur gooien is verboden. Zie dat als gemeente echter maar eens te handhaven. ‘De bewijslast is moeilijk’, erkent Van der Zwaag. ‘Het duurt lang om zo veel materiaal te verzamelen dat je het voor de rechter kunt winnen. Er gaan soms jaren overheen.’ SWITCH De toenemende drukte en het toerismerapport leidden in 2019 tot een switch in het toerismebeleid. Van der Zwaag: ‘We staren ons niet langer blind op totale aantallen badgasten, maar streven ernaar de bestedingen per badgast omhoog te krijgen. Daar heb je economisch meer aan. En het heeft minder negatieve consequenties voor de leefbaarheid.’ Leidraad is Domburgs statuur van vroeger, maar dan in een eigentijdse setting. Van der Zwaag somt de vier daarbij horende gemeentelijke speerpunten op: wellness, vitaliteit, zeecultuur en culinair. En zowaar, soms lijken de jaren van Mezger inderdaad weer terug. Trots begint de burgemeester over de club van fysiotherapeuten die Domburg als bestemming koos voor een congres. Ook heeft de badplaats zich aan weten te sluiten bij een Europees verbond van kuuroorden. ‘Dat betekent in Duitsland heel wat, maar in Nederland moeten we de gezonde kracht van badcultuur nog meer bekendheid geven.’ Bij de vier speerpunten bleef het niet. Er werd daarnaast ‘fors geïnvesteerd’ in de openbare ruimte. Er kwamen nieuwe tegels in het dorpscentrum, ook de boulevard ging op de schop, vertelt wethouder Adri Roelse (recreatie, DTV). Zijn burgemeester haakt in met de populaire ‘zeebalkons’: houten banken van zes, zeven meter breed met geweldig zicht op zee. Van der Zwaag: ‘De tegenwoordige toerist is op zoek naar authenticiteit en identiteit. Die wil hier in Domburg niet precies hetzelfde tegenkomen als in andere Zeeuwse kustplaatsen of elders aan de Nederlandse kust. Daarom hebben we een dna-fotoboek samengesteld van elk dorp in de gemeente Veere. Per kern staan er vijf foto’s met lokale kernwoorden erbij. Het dijkwerkersdorpje Westkapelle, het historische Veere en Domburg natuurlijk als moderne b adplaats. De uitdaging is nu om vast te houden aan dat dna.’ CORONAZOMER En toen kwam vorig jaar de coronazomer dwars door dat nieuwe beleid gefietst. De kust werd overstroomd door Nederlanders die niet naar het buitenland konden en dan was het ook nog eens een extreem lange én hete zomer. Her en der aan de Hollandse kust werd de stormbal gehesen, maar in de gemeente Veere vielen

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ZOMERSERIE 35 ‘We streven ernaar de bestedingen per badgast omhoog te krijgen’ de gevolgen wel mee. Mede dankzij een speciale strandapp die razendsnel in eigen huis werd ontwikkeld. Enthousiast legt wethouder Roelse zijn mobiel op tafel. Die vertoont een kaart van de punt van Walcheren, met alle stranden op groen. ‘Vandaag is het niet echt strandweer, maar vorig jaar kleurden onze stranden regelmatig rood. Vaak gebeurde dat bij Vrouwenpolder het laatst. Het strand daar is breed en het ligt wat verder van de grotere kernen. Dat werd door het publiek opgemerkt, want later kleurde ook Vrouwenpolder vaker rood.’ Zo kon de gemeente de bezoekersstroom in coronatijd lichtjes bijsturen en beter verspreiden. Tot nu toe is de app bijna een half miljoen keer geraadpleegd. Nou ja, app, het is eigenlijk gewoon een website, verklapt Roelse. ‘Een app maken als gemeente duurt veel te lang. Tegen de tijd dat je die klaar hebt, is het badseizoen voorbij. We hebben overal strandposten paraat die een aantal keren per dag de drukte aan de beheerder van de site doorgeven. En die past daarop eventueel de kleuren aan.’ Het systeem bevalt inmiddels zo goed dat de website ook na corona in de lucht zal blijven. Een ander voordeel wat de gemeente had: kort voor corona was de Domburgse Weststraat met al zijn kledingwinkels en horeca al autoluw gemaakt. Van der Zwaag: ‘Nu is het een wandelgebied met veel ruimte voor terrassen. Als eerste Nederlandse gemeente hebben we vorig jaar zomer coronacoaches ingezet om mensen op de anderhalve meter te wijzen. Dat zijn geen boa’s die handhaven, maar gastheren en gastvrouwen. Elke maandag evalueerden we het weekend. En dat doen we nu nog steeds. Hoe liep het en waar kan het nog beter? Zo houden we continu de vinger aan de pols.’ Dat geldt ook voor het strand. Voor corona voerde Rijkswaterstaat eens in de vijf jaar zandsuppleties uit, maar het effect daarvan was soms na drie jaar al voorbij. In tijden van corona zijn smalle stranden uit den boze. Vooral tussen Westkapelle en Dishoek was het volgens Van der Zwaag een paar keer spannend of de anderhalve meter te handhaven viel. Inmiddels hebben de Zeeuwse kustgemeenten de koppen bij elkaar gestoken en is er een fonds gecreëerd voor extra suppleties van recreatief zand: niet per se nodig voor de kustwering, wel voor de veiligheid van de badgast. En nuttig voor de horeca. Roelse, lachend: ‘Zonder strand geen klant.’ DUITSERS Hoe zal het deze zomer in Domburg gaan? Medio juli is Duits nog de voertaal in de Weststraat. Maar mocht Nederland op de Europese coronakaart langdurig rood kleuren, dan dreigt een groot aantal Duitse families alsnog te annuleren. Van der Zwaag: ’Nederlanders gaan wat makkelijker met coronaregels om, maar Duitsers niet. Die zouden na een bezoek aan Domburg thuis in quarantaine moeten. Dat is voor hen geen prettig perspectief.’ Zo maakt corona de economische kwetsbaarheid van kustplaatsen zichtbaar. Moet Domburg niet breder inzetten dan alleen op toerisme? Nee, vinden burgemeester en wethouder. ‘We werken heel goed regionaal samen met Middelburg, Vlissingen en de rest van Zeeland’, antwoordt Van der Zwaag. ‘Als er hier een bedrijf aanklopt dat zich met een groot kantoor wil vestigen, dan sturen we het echt door naar een andere gemeente. Onze belangrijkste asset is het landschap. Daarvoor komen de mensen. Dat moet je zo min mogelijk aantasten. En van links tot rechts in de politiek: iedereen is het daarover eens.’ Hij begint over de ‘slimme combinaties’ die Domburg leefbaar moeten houden. Zo is er het samen met andere Zeeuwse gemeenten en het HZ Kenniscentrum Kusttoerisme ontwikkelde concept Bed & Bike, waarbij de toerist een fiets bij zijn hotelkamer geleverd krijgt. Diens auto wordt tijdens het verblijf op een afgelegen parkeerplek geparkeerd. Het zorgt voor minder autoverplaatsingen en vermindert de parkeerdruk in het centrum. Een ander voorbeeld van slim combineren: bij noodzakelijke dijkversterkingen wordt voortaan breder gekeken. Zo kreeg de verhoogde dijk bij Westkapelle een geasfalteerd fietspad: de Panoramaweg. Van der Zwaag: ‘Er was in het begin nogal wat verzet: kom hier in Zeeland niet aan een dijk. Uiteindelijk is iedereen er trots op. Je hebt aan de ene kant de zee en aan de andere kant een schitterend natuurgebied.’ En wat bleek: niet alleen de badgast, ook de lokale bevolking fietst er graag. Zo houdt de dijk niet alleen het water tegen, maar schraagt die ook het draagvlak voor het toerismebeleid. En daar was het de gemeente Veere minstens zozeer om te doen.

36 ACHTERGROND CULTUUR DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: BERT VERHOEFF / ANP-HH. Gemeenten hebben in totaal zo’n 500 miljoen euro van het rijk gekregen om de lokale cultuursector de coronacrisis door te helpen. Kunstinstellingen vrezen dat het geld niet terechtkomt waar het nodig is. ‘De situatie voor kleinere organisaties is het meest zorgelijk.’ GESLOTEN Het Amsterdamse Klederdrachtmuseum sloot definitief de deuren CORONAGELD NIET GEOORMERKT BLINDE VLEKKEN BIJ UITKERING CULTUURSTEUN Aan het begin van de coronacrisis heerste er een alarmerende sfeer in de cultuursector. Sommige poppodia, theatergezelschappen of debathuizen zouden binnen enkele maanden of zelfs weken failliet zijn als de overheid geen noodsteun zou regelen. Ook musea vreesden voor hun leven tijdens de eerste lockdown: volgens de Museumvereniging zouden honderd musea, bijna een kwart van alle leden van de vereniging, het geen jaar uithouden zonder overheidssteun. Inmiddels zijn allerlei steunmaatregelen opgezet en lijkt de schade voor de cultuurinstellingen – tot nu toe, althans – beperkt. Musea konden niet alle contracten van medewerkers verlengen in 2020, maar slechts drie musea sloten noodgedwongen de deuren. ‘Dus dat valt mee’, stelt Janneke Visser, woordvoerder van de Museumvereniging. ‘We zijn heel erkentelijk voor de noodsteun.’ Bastiaan Vinkenburg, sectorleider Kunst & Cultuur bij adviesbureau Berenschot, bevestigt dat beeld. ‘We zien de lokale culturele infrastructuur nog niet massaal instorten. De grote instellingen zijn alle

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 37 maal gesteund en hebben 2020 overleefd.’ Toch maakt hij zich zorgen. De steunmaatregelen lijken namelijk niet alle onderdelen van de cultuursector te bereiken. Jan Brands, directeur van de Cultuurconnectie, de brancheorganisatie voor cultuureducatie en amateurkunst, sluit zich aan bij die conclusie. Vinkenburg en Brands, die zich beide vanuit de Taskforce culturele en creatieve sector bezighouden met de coronasteun voor de sector, zien dat de huidige steunmaatregelen op drie punten tekortschieten. Ten eerste lijkt het erop dat culturele instellingen in kleinere gemeenten minder makkelijk in aanmerking komen voor steun dan in de grotere steden. Ook worden organisaties die nog geen subsidierelatie hadden met de gemeente minder sterk gesteund. Bovendien worden de zzp’ers die afhankelijk zijn van de sector – zoals technici en horecapersoneel, maar ook artiesten – nogal eens uit het oog verloren. STOEPTEGELS Dat heeft veel te maken met de manier waarop de steun is geregeld. De circa 500 miljoen euro [zie kader voor een nadere uitsplitsing] die gemeenten te besteden hebben, is niet geoormerkt. Gemeenten mogen dus zelf beslissen waar het geld naartoe gaat. Niet alle gemeenten gaan daar even voortvarend mee om, vindt de Museumvereniging. Woordvoerder Janneke Visser: ‘Wij hebben in onze corona-enquêtes aan musea gevraagd in hoeverre zij steun krijgen van de gemeente. Dat blijkt nogal verschillend te zijn. Er zijn tientallen gemeenten die de noodsteun van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) daadwerkelijk hebben doorgesluisd naar musea of andere lokale culturele instellingen, zoals OCW dat heeft bedoeld. Tegelijk zien we ook dat lang niet alle gemeenten dat hebben gedaan. We blijven gemeenten daarom oproepen dat wel te doen.’ De angst bestaat zelfs dat gemeenten het geld aan heel andere zaken uitgeven dan kunst en cultuur. Wethouder financiën Alex Langius (ChristenUnie) van Almelo liet in het regionale dagblad Tubantia al doorschemeren dat het cultuurgeld wat hem betreft niet per se naar cultuur hoeft te gaan. Hij schaart het geld onder een breder pakket aan coronasteun dat verdeeld moet worden over ‘cultuur, jeugdzorg en ook onze eigen organisatie, waar net zo goed klappen vallen’. Het ministerie van OCW heeft er bewust voor gekozen om geen eisen aan de besteding van het geld te stellen, legt een woordvoerder uit: ‘Er is niet gekozen voor een specifieke uitkering met specifieke bestedingsvoorwaarden en verantwoordingsverplichtingen, met daarbij ‘Je moet verder kijken dan je gemeentelijke neus lang is’ meer administratieve rompslomp voor gemeenten én culturele instellingen. Gemeenten geven gezamenlijk jaarlijks circa 1,9 miljard euro uit aan cultuur en zijn zich bewust van het belang van cultuur voor de eigen gemeente. Zij weten goed welke culturele instelling de steun het hardst nodig heeft.’ ENORM VERSCHIL Volgens Vinkenburg en Brands was het echter juist makkelijker geweest om het geld aan cultuur te besteden als het wél was geoormerkt. Het komt namelijk terecht in de algemene middelen, waarmee het onderdeel van het politiek debat wordt. De cultuurwethouder moet dus de wethouder financiën en de gemeenteraad meekrijgen. Vinkenburg: ‘Cultuur is altijd onderwerp van discussie: gemeenten kunnen zich erop profileren, maar ze kunnen er ook makkelijk op bezuinigen.’ Daarom zou de volgende tranche van de gedecentraliseerde steun wél geoormerkt moeten worden, vindt Vinkenburg. Ondanks dat er geen harde eisen zijn voor de besteding van de middelen, heeft het ministerie wel in een brief aan alle gemeenten benadrukt dat het geld bestemd is voor cultuur. Minister Van Engelshoven (D66) heeft dan ook beloofd om persoonlijk te bellen met wethouders van gemeenten waarin het geld een andere bestemming lijkt te krijgen. Maar dat is tot nu toe nog niet nodig geweest, laat het ministerie weten. Het idee dat het geld aan ‘stoeptegels’ wordt uitgegeven, noemt de woordvoerder dan ook ‘ongefundeerd’. Brands en Vinkenburg zijn minder optimistisch gestemd. Hoewel er nog geen helder overzicht is van de bestemming van de gelden, zien zij wel signalen dat het niet overal goed gaat. Die signalen komen onder andere uit een enquête die vanuit de eerdergenoemde taskforce is uitgezet. ‘Wij zien een enorm verschil tussen de grote en de kleinere gemeenten’, aldus Brands. ‘Twee derde van de instellingen in grote gemeenten heeft noodsteun ontvangen, tegenover één derde in kleine gemeenten.’ Brands verwacht dat dat te maken heeft met de geringe ambtelijke capaciteit bij kleinere gemeenten op dit domein. ‘De grotere gemeenten hebben gewoon meer kennis en kunde in huis.’ Vinkenburg: ‘Bij sommige gemeenten is er maar één ambtenaar die zich een halve dag per week met de lokale cultuur bezighoudt.’ Bovendien hebben de kleinere instellingen meer moeite om bij het geld te komen dan de grotere. Brands: ‘De situatie voor kleinere organisaties, inclusief het amateurveld, is het meest zorgelijk. Die komen er vaak bekaaid vanaf. Dat zijn vooral de clubs die geen structurele subsidierelatie hebben met de gemeente.’ VERKNIPT BEELD Gemeenten kennen deze instellingen vaak minder goed, verklaart Brands. ‘De gemeente heeft soms een verknipt beeld van het culturele veld omdat ze alleen maar zicht heeft op wat ze subsidieert. Maar er is veel meer dan dat. Ook ongesubsidieerde organisaties behoren tot de cultuursector. Je moet verder kijken dan je gemeentelijke neus lang is.’ Maar de grootste blinde vlek van de regeling, volgens Vinkenburg en Brands, is de groep zzp’ers die hun brood verdient in de cultuursector – of dat in ieder geval voor de crisis deed. Vinkenburg: ‘De zzp’ers, die betalen de rekening van de coronacrisis. Dan gaat het bijvoorbeeld om arties500 MILJOEN VOOR CULTUUR In 2020 kregen gemeenten in totaal 120 miljoen euro via de algemene uitkering van het gemeentefonds om de lokale culturele infrastructuur te ondersteunen. Voor de eerste helft van 2021 kwam daar nog eens 150 miljoen euro bij. Voor het derde kwartaal van 2021 is er weer 51,5 miljoen euro toegevoegd. Daar bovenop is er (verspreid over beide jaren) drie keer 60 miljoen euro beschikbaar gesteld om gemeenten te compenseren voor de inkomstenderving die ze ondervinden door het kwijtschelden van de huur voor lokale cultuurorganisaties of buurthuizen. Alle bedragen bij elkaar tellen op tot ruim 500 miljoen euro. In opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) stelde Bastiaan Vinkenburg met collega’s van Berenschot in februari de informatiegids ‘Corona, cultuur en gemeenten’ op, waarin de verschillende regelingen zijn terug te vinden. De gids bevat ook tips voor gemeenten om het geld goed te besteden. Eén van de belangrijkste adviezen luidt: ga met de sector in gesprek.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 FOTO ROGER DOHMEN / ANPHH 38 ACHTERGROND CULTUUR ten en muzikanten die in cafés en op festivals spelen, maar ook om de technici, de podiumopbouwers en het horecapersoneel.’ Er zijn inmiddels 166.000 zzp’ers die in de cultuursector werken, ze zijn goed voor zo’n 60 procent van de hele sector. CULTUREEL KAPITAAL Hoewel de meeste instellingen zelf overeind zijn gebleven, zijn de zzp’ers die voor hen werken hard geraakt. Tijdens de coronacrisis werd er maar liefst 55 procent ‘bezuinigd’ op zzp’ers, becijferde de Boekmanstichting. De coronasteun heeft die inkomensval dus niet kunnen voorkomen. Dat is zonde, vindt Vinkenburg, want de zzp’ers behoren ook tot het ‘ecosysteem’ van de sector. ‘Als de mensen achter de balie, de bar en de techniek geen werk en dus geen inkomsten hebben, dan lopen ze weg. Ze gaan de bouw, de ict of de zorg in. Dan ben je ze kwijt. Daarmee verlies je cultureel kapitaal.’ En dat heeft consequenties voor de toekomst, schreef Vinkenburg al eerder: als organisaties in ‘winterslaap’ gaan, bestaat het risico dat ‘delen van de sector helemaal niet meer wakker worden.’ Vinkenburg en Brands hopen dat het geld COLUMN JAN VERHAGEN OOK DICHT Het Haagse Humanity House sluit voorgoed dat voor het derde kwartaal van 2021 beschikbaar wordt gesteld wél geoormerkt wordt. Toch zal dat niet alle problemen oplossen. De regeling moet ook makkelijker uitvoerbaar zijn voor de kleinere gemeenten, vindt Brands. ‘Misschien moet je gemeenten met elkaar in een regio laten optrekken’. Ook vindt hij dat het rijk een sterkere rol mag claimen. ‘In Nederland financieren gemeenten het grootste deel van de culturele sector, maar er is geen regie, geen kader waar je naar kunt verwijzen. Ik vind dat de minister haar stelselverantwoordelijkheid wel wat meer mag laten zien. Ze kan het niet zomaar over de heg gooien en zeggen: daar ga ik niet over.’ VERDUBBELEN De provincies willen een nieuwe belasting. Niet om te betalen natuurlijk, maar om te innen. Dat komt omdat de belangrijkste provinciebelasting van nu, dat is de provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting, niet meer geschikt is. Er zijn te veel mensen die die niet hoeven te betalen, omdat ze géén auto hebben, of omdat ze een dure elektrische auto hebben, of een bestelauto. En over een aantal jaar wil het rijk de motorrijtuigenbelasting helemaal afschaffen – dan kun je ook geen opcenten meer vragen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft onderzoek gedaan naar de beste nieuwe provinciale belasting. Daarbij golden drie uitgangspunten. Ten eerste is gelet op de inkomensverdeling, mensen met een hoger inkomen moeten meer provinciale belasting betalen. Ten tweede moeten de opbrengsten stabiel zijn. En ten derde moet de opbrengst ongeveer evenredig over de provincies zijn. Daarnaast waren er nog wat praktische eisen. Ik vind dit wel logische uitgangspunten voor een decentrale belasting. Daarom heb ik ook eens gekeken of de belangrijkste gemeentelijke belasting eraan voldoen. De onroerendezaakbelasting, beter bekend met de afkorting ozb. Met een hoger inkomen woon je vaker in een duurder huis. Dus aan het eerste punt voldoet de ozb. De opbrengsten van de ozb zijn stabiel. Een huis kun je niet eventjes verplaatsen naar een goedkopere buurgemeente. Huizen zijn ook redelijk waardevast. Dus ook aan het tweede punt voldoet de ozb. Maar het derde punt, evenredig verdeeld over de provincies? Nee. De ozb is een Randstadbelasting. Een huis in de Randstad is, puur vanwege de ligging, gemiddeld meer waard dan een identiek huis buiten de Rand‘ De ozb is een Randstadbelasting’ stad. Dat waardeverschil wordt de komende jaren alleen maar groter. In de Randstad woont slechts 46 procent van de bevolking, maar er staat 52 procent van de waarde aan woningen en 51 procent van de waarde aan bedrijven. Een inwoner van de Randstad betaalt hierdoor ozb over gemiddeld 27 procent meer waarde – ik zal u de berekening besparen. En dat verschil neemt de komende jaren alleen maar toe. Bij de ene regionale belasting, die van de provincies, geldt een uitgangspunt dat niet geldt bij de andere regionale belasting, die van de gemeenten. Tijd om daar eens over na te denken voordat we de ozb gaan verdubbelen.

FOTO: ROGER DOHMEN / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 39 BIOGRAFIE HANS VAN MIERLO VERSLAG VAN EEN RUSTELOOS LEVEN Sinds het voorjaar wacht Nederland op de vorming van een nieuw kabinet. Hoewel elke formatie uniek is, kan er toch wel wat worden geleerd van eerdere pogingen, zoals opgetekend in de recente biografie van Hans van Mierlo. Hij en zijn partij speelden al eerder een sleutelrol in voor ‘onmogelijk’ gehouden formatiepogingen. Hubert Smeets heeft ruim duizend bladzijden nodig om het bewogen leven van Van Mierlo te documenteren, wat heeft geresulteerd in een fraai boek, waarin ook veel aandacht is voor de maatschappelijke veranderingen sinds de jaren zestig. Van Mierlo maakte zich los uit een katholiek Brabants bankiersgeslacht en ontplooide zich na een opleiding bij de jezuïeten in Nijmegen tot journalist. Midden jaren ’60 voelde hij de maatschappelijke en persoonlijke behoefte aan democratische vernieuwing en richtte met een kleine groep D66 op. Hoewel de nieuwe partij succesvol begon, kan eigenlijk tot 1994 niet worden gesproken van echte doorbraken, noch onder zijn leiding, noch onder die van zijn meer realistische opvolger Jan Terlouw. Wie iets wil, levert het meeste in Van Mierlo kende een rusteloos leven met regelmatige geldnood, liefde voor de fles, een zwak gestel en ongelukkige relaties met vrouwen en uit die relaties geboren kinderen. Pas in de jaren ’90 bereikte hij een doorbraak met de vorming van het eerste en tweede paarse kabinet, waardoor de christendemocratische partijen buiten het bestuur werden gehouden. Hierdoor konden op een aantal immateriële onderwerpen spijkers met koppen worden geslagen. Tegenover die doorbraak stonden overigens minstens zoveel nederlagen of uitblijvende vernieuwingen, de kroonjuwelen van D66 zoals de gekozen ministerpresident en burgemeester – beide hebben nooit het Staatsblad bereikt. De beschrijving van de formatie in 1994, waarin zonder D66 geen meerderheidscoalitie kon worden gevormd, bevat interessante lessen voor nu. Ook toen waren persoonlijke verhoudingen tussen de sleutelfiguren als Kok en Bolkestein allesbehalve gunstig. Van Mierlo betitelde hen zelfs als ‘communicatiegestoord’. De achterban was verdeeld en de koningin zocht een misschien wel overactief sturende rol. Zijn credo werd: niet weglopen als het moeilijk wordt. Bij elke formatie komt het aan op feitenkennis, tactisch vernuft en strategisch inzicht, tekent Smeets op. Zo werd paars geboren. Degene die echter een coalitie het meest graag wil, moet daarvoor doorgaans ook een prijs betalen en genoegen nemen met minder interessante portefeuilles, leert dit boek. Maar het is ook een prachtig verhaal over een gepassioneerd politicus met heel veel menselijke trekjes. CITAAT UIT HET BOEK ‘Ik realiseer me dat het leven niet vanzelfsprekend is en dat verhoogt de waarde ervan’ EEN WONDERBAARLIJK POLITICUS. HANS VAN MIERLO 1931-2010 Hubert Smeets De Bezige Bij, 2021 Prijs: ¤ 39,99 ADVERTENTIE VERDIEP JE KENNIS IN FINANCE Profi teer van een jaar onbeperkt toegang tot FinanceHub.nl Premium. Vergroot je kennis met ruim 1000 uur aan onmisbare E-learnings, podcasts en artikelen. Nu voor slechts 595 euro. Ga naar FinanceHub.nl/BB 25% korting

KERNTAKENONDERZOEK GEMEENTEN PUBLIC FINANCE/FINANCE & BEDRIJFSVOERING LOKALE OVERHEID Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ EIFFELFinance DUURZAME INZETBAARHEID BETEKENT VRIJHEID ZONDER VRIJBLIJVENDHEID Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ KplusV-sociaal Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Loyalis

WAALWIJK STAP VOOR STAP NAAR DATAGEDREVEN WERKEN RUSTIG OP VAKANTIE DANKZIJ DE ‘VNG-DEAL’ Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/BMC CORONA WAS EEN TRIGGER OM NOG ACTIEVER TE FOCUSSEN OP HYBRIDE WERKEN Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ SASInstitute Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/HEVO

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Alida Francis is benoemd tot regeringscommissaris van Sint Eustatius. Claudia Toeten is benoemd tot plaatsvervangend regeringscommissaris. Francis volgt Marnix van Rij op en was plaatsvervangend regeringscommissaris sinds februari 2020. ASTRID HEIJSTEE Astrid Heijstee-Bolt wordt de nieuwe burgemeester van Kaag en Braassem. De gemeenteraad draagt haar voor benoeming voor. Heijstee is nu nog wethouder (namens de Weesper Stads Partij) en locoburgemeester in Weesp. In Kaag en Braassem wordt zij de opvolger van Marina van der Velde die op 2 november 2021 met pensioen gaat. SANDRA KORTHUIS Sandra Korthuis wordt de nieuwe waarnemend burgemeester van de gemeente Ooststellingwerf. Korthuis (VVD) volgt Harry Oosterman op die na 16 jaar stopt als burgemeester van Ooststellingwerf. Op dit moment is Korthuis nog commissaris bij de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij en Rova NV. Die functies legt ze neer om zich op het burgemeesterschap te kunnen richten. RENSKE HELMER Renske Helmer-Englebert (SP) wordt op 16 augustus 2021 waarnemend burgemeester van Voorst. Ze volgt Jos Penninx (PvdA) op, die na vijftien jaar burgemeesterschap met pensioen gaat. Helmer was van 2014 tot en met 2020 wethouder in Nijmegen waar ze eerder ook raadslid was. Eerder werkte ze voor de Tweede Kamerfractie van de SP in Den Haag. ERIK VAN HEIJNINGEN Met ingang van 1 september is Erik van Heijningen (VVD, 59) benoemd tot waarnemend burgemeester van Bodegraven-Reeuwijk. Hij neemt waar voor Christiaan van der Kamp (CDA), die directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden wordt. Van Heijningen was eerder waarnemend burgemeester in de gemeenten Cromstrijen, Middelburg en Hellevoetsluis. Daarvoor was hij gedeputeerde in Zuid-Holland en wethouder in Dordrecht. KOMEN & GAAN MARIJE ROOS Marije Roos volgt per 1 september Herman Romeijn op als gemeentesecretaris in Leiderdorp. Roos is nu nog gemeentesecretaris in Weesp. Eerder was zij adviseur en uitvoerend secretaris van het college van Amsterdam. CORRIE STEENBERGEN Corrie Steenbergen stopt als raadsgriffier van Almelo. Steenbergen was dertien jaar lang griffier. Ze blijft als adviseur aan de gemeente verbonden. JAN JAKOB BOERSMA Jan Jakob Boersma (CU) is afgetreden als wethouder van Midden-Groningen. Hij is met pensioen gegaan. Boersma begon in 1994 als raadslid voor de ChristenUnie. Vanaf 2006 werd hij wethouder in de voormalige gemeente Slochteren. Sinds de start van de gemeente Midden-Groningen is hij daar ook wethouder. Oud-raadslid en fractievoorzitter van de ChristenUnie in Groningen, David de Jong, vervangt hem per 1 juli. TREES VLOOTHUIS Trees Vloothuis (niet partijgebonden) is benoemd tot wethouder in Tubbergen. Ze volgt de onlangs vertrokken wethouder Ursula Bekhuis op. Vloothuis was van 2002 tot 2018 politiek actief voor de WG (Wij geven om Oldenzaal) in Oldenzaal, waarvan 12 jaar als wethouder.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 PERSONALIA 43 LAURENS IVENS Wethouder Laurens Ivens heeft zijn ontslag aangeboden aan de Amsterdamse gemeenteraad. Hij legt in een brief uit dat hij grensoverschrijdende opmerkingen heeft gemaakt in de richting van vrouwelijke medewerkers. Daarmee heeft hij naar eigen zeggen gehandeld in strijd met de richtlijnen voor integer bestuur. JAAP BORG In Midden-Groningen is wethouder Jaap Borg (VVD) opgestapt. Het vertrouwen in hem werd opgezegd. De VVD verliet daarop de coalitie. Borg had het college niet geinformeerd over een recreatiewoning die hij in bezit heeft. De overgebleven coalitiepartijen, PvdA, CDA, ChristenUnie en SP, gaan met 4 wethouders door. MAUREEN SLUITER Maureen Sluiter is per 23 augustus 2021 benoemd tot gemeentesecretaris van Westervoort en tevens tot adjunct directeur van 1Stroom, de ambtelijke fusieorganisatie van de gemeenten Duiven en Westervoort. Sluiter was eerder onder andere wethouder in Doetinchem en projectmanager in de zorgsector. ALEID WOLFSEN Met ingang van 1 augustus wordt Aleid Wolfsen herbenoemd tot voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) voor een periode van vijf jaar. Wolfsen is sinds 2016 voorzitter van de AP. Wolfsen (PvdA) was eerder onder andere burgemeester van Utrecht en lid van de Tweede Kamer. OVERLEDEN: Voormalig wethouder Joop Linthorst is overleden. De man die door Bram Peper ‘de beste wethouder van het naoorlogse Rotterdam’ werd genoemd, is 72 jaar geworden. Linthorst was dertien jaar lang wethouder in Rotterdam. Na zijn vertrek uit de politiek in 1994 was Linthorst onder meer actief als commissaris bij ECT en bestuursvoorzitter van het UWV. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia RUTGER DEN HAAN Rutger den Haan is per 23 augustus 2021 benoemd tot gemeentesecretaris van Duiven en tevens tot adjunct directeur van 1Stroom, de ambtelijke fusieorganisatie van de gemeenten Duiven en Westervoort. Hij vervulde eerder onder andere directeursfuncties bij het ROC Nijmegen en de Hogeschool Leiden. RUUD BAKKER Ruud Bakker is benoemd tot gemeentesecretaris van Gouda. Hij volgt Martiene Branderhorst op, die algemeen directeur Dienst Stadsbeheer van Den Haag werd. De functie van gemeentesecretaris is de afgelopen periode op interim basis vervuld door Bas van Spréw. Momenteel werkt Bakker nog als directeur Maatschappelijke Ondersteuning bij de gemeente Rotterdam. PATRICK ROSSEN Patrick Rossen is vanaf 1 juni 2021 de nieuwe gemeentesecretaris van Twenterand. Hij volgt Henk ten Brinke op. Rossen was tot 2019 gemeentesecretaris in Staphorst. Daarna werkte hij op interim-basis voor de provincie Overijssel. JESKE LOUER In Waalwijk is Jeske Louer met ingang van 1 augustus de nieuwe griffier. Zij is in Waalwijk momenteel plaatsvervangend griffier en volgt Toon Cornelissen, griffier ad interim op. Cornelissen verving Guus Kocken, die met pensioen is gegaan. ADVERTENTIE HARRIËT TIEMENS Per 1 september start Harriët Tiemens als directeur van de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen. Zij volgt Anne Joustra op. Tiemens (GroenLinks) is sinds 2014 wethouder in Nijmegen. Daarvoor was ze wethouder in Rheden. COMMISSARIS VAN DE KONING VACATURE LIMBURG Het ambt van commissaris van de koning in de provincie Limburg is vacant sinds 19 april 2021. De bezoldiging bedraagt € 12.332,08 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 15 augustus 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 12 juli 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. BURGEMEESTER VACATURE ENSCHEDE Het burgemeesterschap van Enschede is vacant per 1 oktober 2021. De gemeente heeft circa 160.000 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 11.511,73 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 31 augustus 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 16 juli 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant.

Afdelingshoofd Beleid en Leerplicht Verbinder • Daadkrachtig • Integrale visie • Inspirerend leider Manager Regionale Organisatie Zelfstandigen Netwerker • Inspirator • Peoplemanager • Slagvaardig Beleidsadviseur Economie Denker • Doener • Ontwikkelgerichte sparringpartner • Creatief Interim Afdelingsmanager Informatievoorziening Ervaring 100+ gemeente • Visie • Innovator • Bruggenbouwer Coördinator Cluster Servicemanagement Analytisch • Overtuigingskracht • Scherpzinnig • Procescoach Coördinator Cluster Informatie Management Motivator • Sparringpartner • Prioriteren • Bouwer Directeur Beleid en Uitvoering Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl Samen creëren en realiseren in de kop van Overijssel ‘Mooi man!’

INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BMC Certus Groep / Gemeente Bunnik De Buch Gemeente Apeldoorn Gemeente Apeldoorn Gemeente Delft Gemeente Ede Gemeente Ede Gemeente Enschede Gemeente Nissewaard Gemeente Nissewaard Gemeente Noordoostpolder Gemeente Schagen JS Consultancy JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Zaanstad Omgevingsdienst Midden-Holland Provincie Limburg Publiek Netwerk / Gemeente Steenwijkerland Publiek Netwerk / Provincie Utrecht Publiek Netwerk / Provincie Utrecht Publiek Netwerk / ROZ Rijksoverheid STAB Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland Certus Groep / Gemeente Bunnik Certus Groep / Gemeente Sluis Publiek Netwerk / Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Publiek Netwerk manager leefomgeving senior medewerker backoffice burgerzaken bestuursadviseur juridisch adviseur commissievoorzitter algemeen lid voor de adviescommissie voor bezwaarschriften beleidsregisseur participatie, werk & inkomen hoofd hr verandermanager/coördinator fysiek domein senior medewerker burgerzaken klantmanager poort adviseur statistiek & onderzoek 2 teamleiders sociaal domein adviseurs en recruiters voor interim en werving en selectie teamleider wijk- gebieds- en accountmanagement teamleider handhaving, markten en brugbediening adviseur strategie en innovatie programmamanager mobiliteit teamleider internal financial auditor directeur beleid en uitvoering coördinator cluster servicemanagement coördinator cluster informatie management manager regionale organisatie zelfstandigen privacy officer team secretaresse teamleider personeel en organisatie / managementondersteuning twee beleidsmedewerkers financiën teamleider financiën beleidsadviseur economie interim afdelingsmanager informatievoorziening ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 pagina 44 pagina 44 pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 pagina 46 pagina 44 pagina 44 ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021

46 INDEX Provincie Utrecht BIJ12 BIJ12 De Huurcommissie Omgevingsdienst Midden-Holland BMC Gemeente De Bilt Gemeente Voorschoten Gemeente Voorschoten Publiek Netwerk / SED juridisch beleidsmedewerker natuur (proces)coördinator acsg commissielid adviescommissie schade grondwater zittingsleden vergunninverlener wabo medewerker frontoffice jeugd junior beleidsadviseur onderwijshuisvesting beleidsmedewerker jeugd beleidsmedewerker preventie jeugd afdelingshoofd beleid en leerplicht OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 zittingsleden (m/v) Senior Medewerker Backoffice Burgerzaken 32-36 uur | Schaal 9 of 10 Twee Beleidsmedewerkers Financiën 20-36 uur | Schaal 10 • Bewaakt de kwaliteit van de BRP en voert mutaties uit. • Verricht de naturalisaties en inschrijvingen uit het buitenland. • Voert de zelfevaluatie BRP en PNIK uit. • Organiseert de aankomende gemeenteraadsverkiezingen. Matthijs van Dam | 06-43844726 matthijsvandam@certusgroep.nl • Geeft advies en stelt beleidsstukken op. • Eerste aanspreekpunt op financieel gebied. • Naast adviserende ook uitvoerende taken. • Sparringpartner voor bestuur, management en collega’s. Bas Auckel | 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl www.certusgroep.nl • Verantwoordelijk voor de aansturing van team Financiën. • Aansturen op processen en teamleden faciliteren op de inhoud. • Verantwoordelijk voor het operationele personeelsbeleid. • Grote rol in ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvoering en grootschalige projecten. Mieke Metz | 06-38164589 miekemetz@certusgroep.nl Teamleider Financiën 36 uur | Schaal 12 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021

Kom het verschil maken bij BMC Greep uit onze vacatures: • Financieel adviseur • (Senior) adviseur beschermd wonen en zorg • (Senior) adviseur privacy • (Senior) adviseur informatiebeveiliging • (Senior) gedragswetenschapper jeugdhulp • (Senior) adviseur energietransitie • Strategisch adviseur gebiedsontwikkeling • Bestuursadviseur • HRM-adviseur • Verhuurmakelaar • Interim-directeur onderwijs Wil jij je carrière verdiepen en ben je op zoek naar een organisatie die hiervoor volop kansen biedt? Wij zijn op zoek naar nieuwe, betrokken collega’s die impact willen maken met hun bijdrage aan het oplossen van vraagstukken binnen de complexe context van de publieke sector. Oplossingen die ertoe doen voor inwoners, leerlingen en cliënten. Als BMC’er heb je een ondernemende mentaliteit, een nuchtere aanpak en wil je elke dag beter worden. Al 35 jaar zetten wij onze expertise en innovatiekracht in voor een maximaal maatschappelijk resultaat en om van toegevoegde waarde te zijn, in ideeën én uitvoeringskracht. Doe jij met ons mee? Meer weten of zelf aan de slag met een opdracht waarmee jij écht impact maakt? Kijk dan op www.bmc.nl/vacatures-loopbaan Of neem direct contact op voor een kennismaking met: Annemieke Hoefakker Senior consultant Annemieke.hoefakker@bmc.nl +31 (0)6 51 69 64 94 Partners in verbetering www.bmc.nl/vacatures-loopbaan

Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsProgrammamanager Mobiliteit 36 uur | max. € 90.000,- bruto per jaar (incl. IKB) Hoe houd je in 2040 de stad bereikbaar en leefbaar en hoe verdeel je de ruimte voor voetgangers, fietsers en auto’s? Als Programmamanager vertaal je het ambitieuze Zaans Mobiliteitsplan naar programmaplan en coördineer je de stap van beleid naar realisatie. Externe rol met functionele aansturing van team. Netwerker. Besluitvaardig. Uitstekende politiek bestuurlijke sensitiviteit. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Adviseurs en Recruiters voor Interim en Werving en Selectie 32 - 40 uur | uitstekende arbeidsvoorwaarden Het gaat goed met JS Consultancy! Daarom zoeken we versterking voor onze eigen organisatie. Ben jij commercieel, resultaat-, en zeker ook samenwerkingsgericht en breng jij kennis mee van de publieke sector? Dan gaan we graag met je in gesprek over de verschillende rollen bij onze mooie organisatie zowel voor starters als voor (zeer) ervaren adviseurs. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teamleider Wijk- Gebieds- en Accountmanagement 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Nieuwsgierig, energiek en vooruitkijkend zet je je als ervaren manager in voor leefbare, veilige en economisch sterke wijken. Vanuit een verbindende rol breng je het team verder in ontwikkeling. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Teamleider Handhaving, Markten en Brugbediening 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren met moderne stijl van leidinggeven. Je staat stevig in de schoenen en weet op goede wijze verbinding met anderen te maken, zowel intern als extern. Je bent een samenwerker Pur Sang. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Adviseur Strategie en Innovatie 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Adviseur die met lef en durf tot innovatieve en duurzame veranderingen komt. Je bent makkelijk benaderbaar, communicatief sterk en hebt een gezond empathisch vermogen. Je hebt een brede interesse, bent nieuwsgierig, ambitieus en enthousiast. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
Home


You need flash player to view this online publication