28

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 28 ACHTERGROND SOCIAAL ter inkomen wel, verduidelijkt ze. En juist bij die groep zit de groei. ‘Tot twee jaar geleden was het aantal Amsterdammers met hulp bij het huishouden stabiel. Sinds 2019 zien we een enorme groei in het aantal aanvragen in welvarende wijken als centrum, Zuid en Buitenveldert. Voorheen regelden en betaalden deze mensen particuliere hulp. Sinds de invoering van het Wmo-abonnementstarief is het voor hen financieel aantrekkelijk om de hulp via de Wmo te regelen’, aldus Kukenheim. De oorzaak van de toename in aanvragen (1.200 in de afgelopen twee jaar), ligt volgens het gemeentebestuur dan ook hoofdzakelijk of zelfs helemaal in het Wmo-abonnementstarief. Dat is de inkomensonafhankelijke eigen bijdrage van maximaal 19 euro per maand. De groei zorgde vorig jaar in Amsterdam voor een budgetoverschrijding van 4 miljoen euro; zo’n 10 procent van het totaalbudget. Als er niets gebeurt, lopen de overschrijdingen op tot bijna 14 miljoen euro in 2024. Eind dit jaar staan er naar verwachting 1.600 Amsterdammers op de wachtlijst, een jaar later zo’n 2.800. Er is in 2022 10,4 miljoen euro extra nodig om de verwachte wachtlijst weg te werken. ONHOUDBAAR Kukenheim heeft minister Hugo de Jonge (VWS) voor de zomer een indringende brief gestuurd over de situatie in Amsterdam. De hoofdbood‘We zitten in een patstelling die doorbroken moet worden’ schap: de situatie onhoudbaar. Het kabinet moet gemeenten compenseren voor de extra kosten die zij maken sinds de invoering van het abonnementstarief. De Jonge heeft nog niet gereageerd, maar er is sinds de brief wel ambtelijk overleg. ‘De houding van VWS wijzigt echter niet. Het ministerie stelt dat de Wmo een basisvoorziening is, waarbij het inkomen geen rol mag spelen. Het ministerie ziet geen aanleiding om gemeenten extra te compenseren. We zitten in een patstelling die doorbroken moet worden.’ Het Wmo-abonnementstarief is in 2019 voor Wmo-maatwerkvoorzieningen en in 2020 voor algemene Wmo-voorzieningen ingevoerd. Tot die tijd hing de hoogte van de eigen bijdrage af van het inkomen. De maatregel is tegen de zin van gemeenten ingevoerd; zij vreesden een flinke toeloop van Wmo-cliënten. Die vrees is uitgekomen. In 2018 kregen bijna 391.000 Nederlanders huishoudelijke hulp; in 2020 was dat toegenomen tot ruim 496.000, zo blijkt uit de meest actuele CBS-cijfers (mei 2021). Een deel van die groei komt op het conto van mensen met midden- en hoge inkomens, zo blijkt uit die cijfers (zie tabel). Eind november publiceert het CBS nieuwe gegevens over het Wmo-gebruik over de eerste helft van dit jaar, waarbij de nu nog voorlopige cijfers over 2020 worden bijgesteld. Al geruime tijd lobbyt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) voor afschaffing van het Wmo-abonnementstarief of om volledige compensatie door het rijk van de zogeheten aanzuigende werking. VNG-directeur Leonard Geluk hoopt dat dit aan de formatietafel voor een nieuw kabinet wordt geregeld. Over 2019 heeft de VNG een claim van 105 miljoen euro bij het kabinet neergelegd. Dit ter compensatie van minder inkomsten uit eigen bijdragen en meer uitgaven op vooral de huishoudelijke hulp. Een toenemend aantal gemeenten wacht niet af en neemt maatregelen om de groei in toekenningen aan mensen met een middenof hoger inkomen een halt toe te roepen. In Amsterdam is sinds oktober vorig jaar een instroombeperking ingesteld. Alleen de meest kwetsbare cliënten die dringend hulp bij huishouden nodig hebben, krijgen die hulp nog. Anderen, voor wie de hulp wel nodig, maar niet urgent is, komen op een wachtlijst terecht. Kukenheim werkt daarnaast aan een werkwijze om aanvragen van mensen die de hulp zelf zouden kunnen betalen af te wijzen. ‘Schaarse middelen moeten we inzetten voor mensen die het echt nodig hebben.’ MOREEL APPÈL Leusden weegt sinds april het inkomen mee bij de beoordeling van een Wmo-aanvraag, Krimpen aan den IJssel neemt het sinds juli ook mee bij de afweging van de maatwerkvoorziening. In Beesel is de raad medio juni akkoord gegaan met het voorstel een inkomenstoets te hanteren; waarbij een inkomensgrens van 150 procent van het bruto wettelijk minimumloon geldt. Alphen aan den Rijn wil vanaf januari een inkomenstoets invoeren. Verschillende gemeenten doen een moreel appèl op inwoners om de hulp uit eigen zak te betalen als ze dat best kunnen, zoals Voorschoten. Inwoners krijgen daar ook geen huishoudelijke hulp als zij eerder op eigen kosten een hulp hadden. In Goes geldt die regel ook. ‘Gemeenten zijn van nature niet geneigd om de grenzen van de wet op te zoeken. Dat ze dit toch doen, laat de financiële nood zien’, stelt Geluk. Net zoals in Amsterdam nemen ook in Beesel de kosten voor huishoudelijke hulp een ‘flinke hap uit de begroting’, aldus wethouder Bram Jacobs (Wmo, CDA). Hij zag het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp stijgen van 277 in 2018 naar 488 dit jaar. In 2018 bedroegen de uitgaven hiervoor 861.000 euro tegen bijna 1,3 miljoen euro vorig jaar. De totale begroting van de gemeente omvat 36 miljoen euro. Om het tij te keren, heeft ook Beesel eerder dit jaar een inkomenstoets ingevoerd. ‘Tijdens het keukentafelgesprek wijst de Wmo-consulent op de inkomenstoets en legt uit dat we de maatregel nemen om de kosten te beheersen. Met een handvol mensen is sinds de nieuwe maatregel inmiddels een gesprek gevoerd en er is alom begrip voor. Ze vonden het eigenlijk bij nader inzien volstrekt logisch om de hulp zelf te regelen.’ Deze mensen hebben na het keukentafelgesprek geen officiële aanvraag voor een voorziening ingediend. ‘Die mogelijkheid wordt hen wel geboden, zodat ze met een afwijzing in bezwaar kunnen gaan’, verzekert Jacobs. ‘We willen een vangnet kunnen blijven bieden voor de meest kwetsbare inwoners, ook in de toekomst.’

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication