18

18 ACHTERGROND JURIDISCH ‘Burgers moeten de overheid kunnen controleren’ buiten. Ambtenaren moeten niet te snel denken dat de Woo hetzelfde is als onder de Wob. Onder de Woo moet bij documenten ouder dan vijf jaar beter worden gemotiveerd waarom deze niet kunnen worden verstrekt. Er moet op worden gelet dat anderen niet onevenredig hard worden geraakt bij een openbaarmaking én – dat is een nieuw criterium – de overheid moet toch goed kunnen blijven functioneren.’ Op dit punt geldt géén overgangsrecht: een verzoek dat binnenkwam als Wob-verzoek gaat eruit als Woo-besluit. Daarover bestaat nog de nodige onduidelijk, zegt Van der Sluis. Daar komt bij dat bestuursorganen nu sneller moeten openbaren: vier weken en vier weken extra wordt vier weken en twee weken extra. En als bepaalde informatie niet meer bij een overheid is maar GROOTSTE UITDAGING: MINDSET VAN AMBTENAREN Donovan Karamat Ali, informatiecommissaris gemeente Utrecht ‘Als – ‘s lands eerste – informatiecommissaris ben ik actief bezig met de open en transparante gemeente. We zijn sinds 2019 met het programma Open Utrecht bezig, voor kleinere gemeenten is het lastig om voor te sorteren op de Woo. Mogelijk realiseren zij zich niet volledig wat er op hun afkomt. En dat is behoorlijk wat. Het is veel meer dat alleen die elf categorieën van documenten die gemeenten verplicht moeten openbaren. De nieuwe wet heeft impact op de totale informatiehuishouding. In de geest van de Woo hebben we enkele pilots uitgevoerd. Zo zijn er al veiligheidsconvenanten openbaar gemaakt. Het kostte vooral veel tijd om de informatiehuishouding die daarachter zit structureel op orde te krijgen. Maar zelfs na deze voorbereiding, ook op G4-niveau, lukt het niet met één druk op de knop voldoende documenten – van de juiste kwaliteit – openbaar te maken. Niet alles blijkt even goed beheerd of gearchiveerd. Daar hebben we nog wel wat aan te doen. De wet stelt eisen maar daarnaast hebben we onze eigen ambities. Bij het Wob-proces publiceren we alle documenten met informatiewaarde. Maar wat de Woo minimaal vraagt is niet altijd de kern wat een burger wil weten. Dat is niet het besluit maar de bijlagen en rapporten daarachter. Juist dát wil je met de stad delen. We willen dus meer doen dan de wet van ons vraagt. Omdat we weten dat daar de informatiebehoefte vanuit de stad ligt. De passieve openbaarmaking, op verzoek van burgers, dat loopt wel, daar hebben we ervaring mee. Op dit moment verkennen we wat we nodig hebben, zoals extra mensen die kennis hebben van informatiebeheer. Het Woo-team zal waarschijnlijk groter zijn dan het Wob-team. De grootste uitdaging: de mindset van alle ambtenaren. Wat wij hebben is niet alleen van de gemeente maar van de hele stad – los van beperkingen als privacy en concurrentiegevoelige informatie. De primaire reactie is toch vaak: spannend als iets naar buiten gaat. En: moeten we dit wel willen. Ja, is mijn antwoord. Zo hebben we een jaar geleden ons algoritmenregister – met 48 algoritmes – vrijgegeven. Dat neemt al veel zorgen bij burgers weg. De grootste omslag wordt van reactief naar proactief openbaar maken. Ook daarvoor is extra capaciteit nodig én die mindset weer. Ook moeten we beter archiveren, dan pas kun je voldoen aan de Woo. Eerdere pilots lieten zien dat we daar nog een slag moeten maken. Desondanks zijn Utrecht en de andere drie grote steden koploper. We hebben een voorbeeldfunctie om de lessons learned door te geven aan de kleinere gemeenten. De Woo gaat diep in de organisatie maar gaat de stad ook veel brengen. Met name het vertrouwen dat burgers in de overheid hebben zal omhoog gaan.’ wel bij een vergunninghouder of adviseur, dan kan deze een last onder dwangsom worden opgelegd zodat hij de documenten afgeeft. Van der Sluis spreekt over ‘stiekem toch veel nuanceverschillen’. PERSOONLIJKE BELEIDSOPVATTINGEN Annemarie Drahmann, universitair hoofddocent staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden wijst op een andere verandering: de stukken ten behoeve van intern beraad. ‘Hoofdregel wordt – en dat is ingevoerd na de toeslagenaffaire – dat alle documenten met persoonlijke beleidsopvattingen die worden gebruikt voor ‘formele bestuurlijke besluitvorming’ in principe altijd geanonimiseerd openbaar worden. Dat betreft alle documenten die hebben geleid tot een beslissing of beleid van een wethouder, burgemeester of het college. Hoewel ze openbaar worden zijn ze niet tot personen herleidbaar. Dat is een omkering met de Wob. Nu zijn persoonlijke beleidsopvattingen geheim, tenzij. Dat wordt dus: openbaar, tenzij. En het ziet ook op documenten gemaakt voor 1 mei 2022.’ Daar kunnen ambtenaren van schrikken, maar Drahmann zegt: ‘Ze zouden niet bang moeten zijn voor de Woo. Deze wet wil zorgen voor een cultuurverandering. Geheimhouding past niet in een democratie, burgers moeten de overheid kunnen controleren. Als je als ambtenaar dat als startpunt neemt en vervolgens nadenkt hoe je de overheid beter kunt maken, dan is het niet erg als jouw visie in een bepaalde kwestie geanonimiseerd openbaar wordt gemaakt. Ambtenaren kunnen er nu al in hun schrijfstijl rekening mee houden. Ze kunnen bijvoorbeeld in een memo een apart kopje maken: persoonlijke beleids opvatting.’ Ook moeten ambtenaren de uitzonderingsgronden anders inkleden, zegt Drahmann. Voorheen konden meerdere uitzonderingsgronden tegelijkertijd worden aangevoerd. Bijvoorbeeld: deze passage mag niet openbaar want dat zou de gemeente onevenredig benadelen én het is bedrijfsvertrouwelijke informatie. Onder de Woo mag je niet meer voor beide ankers liggen. De onevenredige benadeling is een restcategorie en die kan niet meer als een ‘sacrale’ reden worden ingeroepen om openbaarmaking te weigeren. Áls ervoor wordt gekozen, dan mag niet ook een andere uitzonderingsgrond worden gebruikt.’ CONTACTPERSOON In het oorspronkelijke wetsvoorstel stond nog dat alle overheidsdocumenten openbaar of opvraagbaar moesten BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication