27

JONG&AMBTENAAR voor’, vertelt Jorine. ‘Daarnaast hielp ik bij het ontwerp van de natuurzoom. Dat is een verbinding voor dieren, met als doelsoort de ringslang. Die loopt van het Diemerpark naar het Abcoudemeer. We stelden 46 knelpunten vast om de ringslang van A naar B te krijgen. Hoe leg je een poel aan? Hoe maak je dwars door een dijk een faunapassage? Dat soort vraagstukken geven mij enorm veel energie. Anderen met wie ik samenwerkte merkten dat op.’ Toen na twee jaar haar contract afliep, wilde de gemeente haar niet kwijt. ‘De teamleider Water, Groen en Milieu van het Ingenieursbureau nodigde me uit om te solliciteren. Nu mag ik me specialist Natuurinclusief bouwen noemen, een titel die voorheen niet eens bestond.’ NATUUR MAAKT GELUKKIGER Jorines grote passie is ‘iedereen die maar wil luisteren’ voor haar specialisme te winnen. Inmiddels al drie jaar. Ze tekent én praat veel. ‘Met collega’s, maar ook ontwikkelaars, buurtbewoners, ecologen en biologen, het onderwijs en wetenschappers.’ Met als doel meer natuur in de stad. ‘Die is rommelig, maar biedt ook veiligheid, voedsel en verstopplekken waar roofdieren niet bij kunnen. In onze gemeente hebben we 10.000 diersoorten tegenover 45.000 in heel Nederland. Dat is echt veel!’ Maakt groen gelukkiger? ‘100 procent zeker!’, beweert Jorine. ‘Zonder groen geen leefbaarheid. Maar daar moet je dan wel op sturen.’ De coronapandemie liet dat zien: iedereen wilde het park of bos in. ‘De verbinding met de natuur is zo belangrijk voor ons hoofd, nu we het allen stinkend druk hebben. Het ontstresst ons in een chaotische wereld en houdt ons zowel psychisch als lichamelijk overeind. Daarnaast verkoelt groen en helpt het tegen droogte, wateroverlast en plaagdiersoorten.’ Over het verdwijnen van soorten en de aantasting door opwarming lezen we dagelijks in de media. Vijf voor twaalf, maar voor Jorine is dat een aanmoediging. ‘We zitten in een transitieperiode. Het besef dat het anders moet wordt steeds sterker, gelukkig. In Amsterdam doen we er alles aan om die transitie de goede richting te geven. Ik vind het fantastisch om daar een steentje aan bij te dragen.’ ‘ EEN STAGE IS EEN MEGA-AANRADER OM IN DE KEUKEN TE KIJKEN’ A lan Dekker heeft in Amsterdam een dubbelfunctie: als duurzaamheidsadviseur en als planoloog in het strategische team van de directie Ruimte en Duurzaamheid. Alan studeerde sociale geografie (bachelor) en planologie (master). Wat hij daarmee in zijn beroepsleven zou willen en kunnen, had hij niet scherp voor ogen. Tijdens een meewerkstage bij de gemeente werden de contouren duidelijker. ‘De tekortkoming van de universiteit is dat je de praktijk niet leert. Zeker vakgebieden als planologie en duurzaamheid leer je in doen en ontdekken. Een stage is een mega-aanrader om in de keuken te kijken. Ik denk dat ik in die tijd meer leerde dan op de universiteit!’ GROTE STEDELIJKE OPGAVEN Zes thema’s kleuren nu Alans beroepspraktijk. Niet toevallig dé grote stedelijke opgaven van dit moment. ‘Kijkend naar duurzaamheid zien we dat er op zes thema’s veel verandert. Allereerst is er de giga-operatie van de energietransitie: naar goede alternatieven voor fossiele brandstoffen. In Amsterdam willen we circulair bouwen: beschikbare materialen moeten in een cirkel door de stad gaan, in plaats van ze continu aan te voeren en eruit gooien. Mogelijkheden 27

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication