baar en bewoonbaar maken ervan, zoals we dat doen in de Rijnhaven. Daar dempen we deels het water. Er komt een woonwijk en een stadspark dat heel mooi aansluit op het water. Ook ontwikkelen we er Europa’s grootste drijvende park; een eiland dat in het water drijft, waardoor je echt óp het water recreëert. ‘Ik laat deze kans niet meer los.’ De gebiedsontwikkeling van de Rijnhaven is een droomproject. Een prachtige kans voor mij als jonge projectleider die ‘net komt kijken’. Ik heb echt wel getwijfeld of ik zo’n groot project aankon, maar ik kreeg de kans en heb hem met beide handen gepakt. En ik laat hem niet meer los. SCHOUDERS ERONDER Ik ben open, eerlijk én durf op m’n bek te gaan. Dat durf ik, omdat ik weet dat mijn team achter me staat. We zetten echt onze schouders eronder. Vanuit de keet in de Rijnhaven komt iedereen die een rol heeft in het project bij elkaar. Dat verlaagt de drempel om dingen te vragen en zorgt dat afstemming sneller gaat. Het verbinden van al die mensen zie ik als mijn kracht. Om impact te maken hebben we elkaar nodig. Tegenslagen verwerken we samen en de leuke momenten vier je met elkaar. Afgelopen zomer bijvoorbeeld genoten zoveel mensen van zwemmen in de Rijnhaven, dat hadden wij mogelijk gemaakt. Zien dat er zoveel kinderen lachend het water inspringen; dat maakt mijn werk leuk. Ik doe het niet voor mezelf, maar voor de stad.” ARWIN SIERMANS, STADSMARINIER CENTRUM, 41 JAAR “Wil je succesvol zijn in Rotterdam, dan moet je durven. Misschien zelfs een beetje rebels zijn. Daarom is werken voor deze stad niet voor iedereen weggelegd. Hier doen we het gewoon. Als stadsmarinier denk ik in praktische oplossingen. We stappen in, zonder eindeloze besprekingen, beleidsdocumenten en visievorming. We proberen het en als het echt niet werkt, dan draaien we het terug. ‘Werken in deze stad is niet voor iedereen weggelegd.’ Stadsmariniers vallen direct onder de burgemeester. We hebben eigen budget en dragen bij aan een veiliger en fijner Rotterdam, binnen óf buiten de gebaande paden. Het komt erop neer dat ik geen toestemming hoef te vragen voor wat ik doe. Ik ben een soort vliegende keep die zelf moet inschatten of ingrijpen ook bestuurlijk passend is. Dat vraagt om lef vanuit mijzelf en mijn collega’s, maar ook vanuit het bestuur. Door het vertrouwen en de ruimte die we krijgen, kunnen we ons werk goed doen. ‘Ik ben een soort vliegende keep die zelf moet inschatten of ingrijpen bestuurlijk passend is.’ Zo kregen we veel meldingen over een onprettige sfeer bij de onbewaakte fietsenstallingen rondom het centraal station. Van rotzooi en geblokkeerde 39 Foto: Laura-anne Grimbergen
40 Online Touch Home