14

Blik op Zeewolde - 30 juni 2021 3o jaar Poldervroedvrouw Media Vluchtkoffertje in de auto, je weet maar nooit. In de laatste nacht begonnen wat krampen. Meneer sjouwde alle spullen naar de auto, viste zijn oudste kind uit bed met pyamazak en al, gespte hem vast en sommeerde zijn vrouw om in te stappen. ‘Nee,’ zei zij, ‘ik durf niet meer.’ Ze belde de verloskundige eigen dorp. uit haar (Ergens onder de grote Die Sauna-bevalling op dat vakantiepark, hoe kwam dat zo? Wat ik ervan heb geleerd, is hoe je media-aandacht trekt bij een best serene ‘gewone’ thuisbevalling, met een superpraktisch maar komisch staartje. Tegen de laatste journalist verzuchtte ik: ‘Bij ieder krantenbericht zag ik mezelf langer in die sauna staan. Nog even en we waren meteen door gegaan naar de wildwaterbaan.’ Hier het niet zo spectaculaire maar wel goed verlopen bevallingsverhaal van het stel met een midweekje vakantie in ons dorp: Net 37 weken, een tweede kindje, vorige maal flink overtijd gegaan, nog even een break moest kunnen. rivieren.) Die verloskundige googelde de dichtstbijzijnde praktijk, belde, en kreeg mij aan de lijn. ‘Wat!?!’ Ik stond al naast mijn bed. Of ik er snel heen kon, want de barende durfde niet meer in de auto. De verloskundige begon me allerlei details en bijzonderheden door te geven over de zwangerschap en waar het huisje ongeveer stond. Ik onderbrak haar informatiestroom abrupt. ‘Weet u wel hoever het van het centrum van ons dorp naar dat vakantiepark is?’ Ik vroeg haar om zeven minuten later terug te bellen. Mijn geschatte tijdsbestek voor het omgespen van de vroedcape, starten van de vroedmobiel en vroedcity uit te rijden. Zonde om kostbare tijd verloren te laten De Bijenkoningin Een regenachtige sombere dag. Deze ochtend meldt het echtpaar van der Heijden zich voor een poliklinische bevalling. Mevrouw van der Heijden had tijdens de voorweeën nog kans gezien haar kapsel keurig in model te föhnen. Meneer van der Heijden is gekleed voor een gemiddelde dag op kantoor. Donkerbeige colbertje met lichtbeige overhemd. Onwennig zonder stropdas. Aan alles is te zien dat hij liever naar zijn werk was vertrokken. De schoudervullingen in zijn jasje houden hem nog een beetje overeind. Mevrouw draagt een onflatteus enorm wijd T-shirt met een grote zwangerschapsspijkerbroek. Haar keurig geföhnde lok valt er een beetje bij uit de toon. ‘Wilt u wat makkelijks aantrekken?’ ‘Gooi nou niet alles door de war Ton.’ Middels de hulp van een paar bitse aanwijzingen probeert hij de juiste pyjama uit de perfect ingepakte koffer te vissen. ‘Nee, die licht gele.’ Na het standaard ‘scheren-laxeren’ beginnen de serieuze ontsluitingsweeën steeds meer de overhand te krijgen. Meneer bestudeert quasinonchalant alle apparatuur om hem heen. Dankbaar als hij een kopje koffie van me krijgt. Van zijn vrouw krijgt hij de wind van voren. De lucht van koffie maakt haar misselijk. ‘Anton, bakje!’ Meneer van der Heijden is net te laat. Een gelige gal vlek siert nu het borstzakje van zijn beige ensemble. Net niet op de revers van het colbert. Het jasje gaat uit. Hangt hij secuur over een knaapje aan de kapstok. Buiten de spuug-reikwijdte van zijn vrouw. De overhemdvlek draagt hij als een onderscheiding. De mouwen worden opgerold. Meneer van der Heijden groeit langzaam aan in zijn rol. ‘Ton, washandje koud!’ Klungelig probeert hij een washandje uit te wringen. ‘Lekker koud fijn.’ Hij doet goed zijn best. Zij ziet kans om hem tussen de weeën door nog te prijzen. Het washandje is echter iets te nat, van het föhnen is niets meer te zien. In slierten hangt de lok over haar voorhoofd. Mascara blijkt niet waterproof. Mevrouw van der Heijden komt langzaamaan in de bevallingsroes. Het punt waarop uiterlijkheden er niet meer toe doen. We puffen gedrieën het zelfde tempo. De dag duurt lang, de ontsluiting verloopt traag ondanks de heftige weeën. Haar nagels duwt ze in mijn arm. ‘Hou vol mevrouw van der Heijden. Wilt U nog een slokje water mevrouw van der Heijden? Hier is uw spuugbakje mevrouw van der Heijden.’ Mevrouw van der Heijden houdt dapper vol. Aan het eind van mijn lange lange puf-dienst komt de verloskundige van de patiënte binnengevlogen. ‘Oh gelukkig, daar is MIJN verloskundige!’ De vroedvrouw is een onverwacht alles overrompelende aanwezigheid. De hele grauwe, saaie met beige tinten omgeven wee-weg-zucht-dag ziet er opeens weer kleurrijk uit als ze haar rode regenjas tussen de witte schorten en het beige colbertje aan de kapstok hangt. Mevrouw Bom. Nat, kort rechtopstaand zwart haar, geel-zwart gestreept T-shirt, fel rode lippenstift. Grote donkere ogen, extra aangezet met flink wat kohl. Ze kijkt spiedend rond. Overziet de situatie in één ogenblik. The Queen-Bee. Op zoek naar een nieuwe korf. Ik schaar me onmiddellijk aan de zijde van haar volgelingen. Mevrouw Bom neemt de leiding. Noemt mevrouw van der Heijden Els. Els noemt haar Mieke. Els heeft volledige ontsluiting, Els mag persen. Els krijgt haar zoon op haar buik. Els is alle ellende vergeten. Mieke wordt omhelsd. Mieke wordt uitgebreid bedankt en gezoend. Mieke maakt een grap over Ton zijn gevlekte shirt. Ton kan eindelijk weer lachen. Ton doet stoer over zijn rol in het geheel. Mieke geeft Els een groot compliment. Een nieuw bijenvolk is gevormd. Mieke is de Koningin. Mieke is de heldin. De zuster krijgt een slap handje. ‘Zuster, hoe heette U ook alweer?’ Meneer van der Heijden wil mijn naam weten voor in het kraamdagboekje. Een hele dag met mevrouw en meneer mee puffen en washandjes aanreiken. Mijn naam is niet dieper blijven hangen dan de afdrukken van haar nagels in mijn vel. Als eerste mag Mieke een gelukwens voor de pasgeborene opschrijven. Onder het kopje ‘overige aanwezigen’ is een plekje voor mijn felicitatie. Ik kijk nog eens naar die Mieke Bom. Haar lippenstift zit onveranderd goed. Droog staat het haar nog rechtovereind. Ik zie nu dat er flink wat gel aan te pas is gekomen. Enkel een paar zweetdruppels op de bovenlip verraden de geleverde inspanning. Haar optreden was een explosief gebeuren. Geweldige achternaam. ‘Die kreeg ik pas bij mijn trouwen hoor!’ Ze geeft me een knipoog. Geweldig mens. Het was ook bevrijdend om haar binnen te zien komen. Veni, vidi vici. Zij kwam, zij zag, zij overwon! Orde in de chaos, kind bij de moeder, ruzie opgelost. Actie en afwisseling. Bij het begin van je dienst nooit weten hoe je dag zal gaan verlopen. Ik tril ervan. Het is alsof ik na allerlei smalle bospaadjes, bochtige onverharde binnenweggetjes, zachte bermen, drukke kruispunten en verkeersopstoppingen opeens zicht krijg op de oprit naar de snelweg. Verlos-kundige. ‘Dat word ik! gaan, terwijl ik met een telefoon aan mijn oor, met één hand BH, spijkerbroek of sokken probeer aan te wurmen of telefoonnummers probeer op de slaan in mijn brein die toch niet blijven hangen. Op de Spiekweg belde ze weer, de situatie bleek penibeler in verband met persdrang. Ik zei dat ik heus onderweg was en schatte nog 17 minuten, zij besloot dan ook maar een ambulance erheen te sturen. Ik dacht: dat is best slim, want die staat halverwege de polder en is er misschien sneller. Ze had de beveiliging opdracht gegeven om zich strategisch op te stellen met de knipperlichten aan, zodat wij ( Ambu en ik) er als muggen in de nacht op af konden vliegen. Halverwege de Slingerweg zag ik in mijn achteruitkijkspiegeltje de blauwe zwaailichten van de ziekenwagen, en in de verte voor mij oranje lichtjes aan en uit gaan. Dat ging ik winnen. Tegelijk arriveerden we voor het appartementencomplex. Vader liep met peutertje op de arm. Aandoenlijk slaperig in zijn pyamazakje. Moeders lag onder de dekens verstopt, met de telefoon op speaker naast haar oor. Directe verbinding met de vroedvrouw bleek. Ik riep dat ik er was, sloeg het dekbed terug en zeven minuten later werd het kindje geboren. Niks exceptioneels voor een gemiddelde verloskundige. Geweldige prestatie voor de verse moeder die zonder aarzelen de bevelen op had gevolgd van die opgetrommelde, voor haar, wildvreemde vrouw. Kindje lag lekker bij moeder. Vader haalde het vluchtkoffertje uit de koude auto. Kruikjes om de kleertjes te verwarmen hadden we niet en mijn oog viel op de indoorsauna. Toen alles lekker warm was, fabriekte ik een aankleedkussen van een stapel handdoeken, speelde voor kraamverzorgende en vroedvrouw tegelijk en vroeg meneer een leuke foto van mij te maken. De rest is geschiedenis.

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication