17

NICU-LACTATIEKUNDIGEN Lactatiekundigen op een NICU: een meerwaarde ? Ervaringen uit de Neonatal Intensive Care Unit (NICU) van het AZ Sint- Jan te Brugge. Sarah Vandervelpen NICU-verpleegkundige en NICU-lactatiekundige AZ Sint-Jan Brugge Coauteur: Tony Waterschoot hoofdverpleegkundige NICU AZ Sint-Jan Brugge Samenvatting paper PG lactatiekunde “Casuïstiek: Meerwaarde van Lactatiekundigen op de Neonatal Intensive Care Unit”. (De volledige paper vind je terug in het BVL ledendeel via https://www.bvl-borstvoeding. be/nl/inloggen of kan je opvragen via sarahvandervelpen@gmail.com) Moedermelk is de beste voedingsbron voor extreme prematuren en zieke à terme neonaten. Moeders van NICU baby's ondervinden veel hindernissen bij de lactatie die rechtstreeks een gevolg kunnen zijn van hun specifieke situatie. De scheiding van moeder en kind op een NICU bemoeilijkt de opstart en het in stand houden van de melkproductie aanzienlijk (Mercado, Vittner, & McGrath, 2019). Lactatiekundigen zijn opgeleid om op een wetenschappelijk onderbouwde wijze borstvoeding te promoten, te beschermen, te ondersteunen en te verbeteren (Henderson, 2011). NICU-lactatiekundigen staan in voor de educatie van moeders/ouders en het (para) medisch team en zijn tevens verantwoordelijk voor borstvoedingsbevorderende maatregelen op een NICU zoals bijvoorbeeld het opmaken van educatie-documenten over borstvoeding. Zij bevorderen hierdoor de toediening van 31 moedermelk aanzienlijk waardoor de positieve effecten van moedermelk versterkt worden en de negatieve effecten van het toedienen van kunstvoeding verminderd worden. Dit positief effect is niet alleen te zien bij de zieke neonaat maar ook op maatschappelijk en ziekenhuisniveau zoals het verminderen van NICU-gerelateerde kosten door positieve gezondheidseffecten. Om deze lactatiekundige steun optimaal te kunnen aanwenden moet aan bepaalde voorwaarden op de NICU voldaan worden, namelijk het voorzien van voldoende tijd, personeel en kwaliteitsvol materiaal, ruimte en privacy op de afdeling voor de moeder, vrije toegang van ouders en het toepassen en respecteren van een aangepast voedingsbeleid. Ervaringen van de NICU in het AZ Sint-Jan Brugge Uit de telefonische opvolging na ontslag uit de NICU te AZ Sint-Jan te Brugge blijkt dat kinderen 3 dagen na ontslag vanuit de NICU, meer moedermelk krijgen sinds de implementatie van NICU-lactatiekundigen in 2017 en dat minder kinderen uitsluitend kunstvoeding krijgen. Tijdens de Corona pandemie in 2020 en de bijhorende striktere bezoekregelingen kregen kinderen echter minder moedermelk. Het aantal eenlingen die 10 dagen na ontslag uit het ziekenhuis nog exclusief borstvoeding krijgen daalt lichtjes, doch er zijn meer eenlingen die uitsluitend kunstvoeding krijgen. Medische beslissingen alsook de keuze van de moeders zijn mogelijke verklaringen. Verder onderzoek is nodig om deze veranderingen te verklaren. BVL-TIJDSCHRIFT VOOR LACTATIEKUNDIGEN 2021 JG 12 NR 2

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication