gezondheid is borstvoeding bevorderlijk. Borstvoeding vermindert het voorkomen van malocclusie in het melkgebit en is protectief tegenover tandbederf tot 12 maanden. Literatuur toont wel aan dat het risico op tandcariës toeneemt bij borstvoeding na de leeftijd van 12 maanden. Frequente voedingen en nachtvoedingen na 12 maanden verhogen het risico op tandcariës aanzienlijk. Dit betekent zeker niet dat borstvoeding moet stoppen. Wel moeten ouders tijdig geïnformeerd worden over het effect van frequente en nachtelijke voedingen op de mondgezondheid en over het belang van preventieve maatregelen. Om een gezond gebit te behouden, ook bij borstvoeding na 12 maanden, pleit Prof. Declerck er voor om nachtvoedingen tijdig af te bouwen en om extra aandacht te besteden aan gezonde voedingsgewoonten en mondhygiëne. Basisregels zijn hierbij een goede reiniging met fluorhoudende tandpasta 2x per dag, een gezond voedingspatroon bestaande uit 3 hoofdmaaltijden en 2 tussendoortjes en het vermijden van suikerrijke en zure tussendoortjes. Prof. Declerck raadt volgende website aan: https://gezondemond.be. Maternaal druggebruik, neonataal abstinentiesyndroom en gevolgen voor de borstvoeding Dr Ann Verschelde, kinderarts, diensthoofd pediatrie AZ St. Jan Brugge Oostende campus Serruys In België gebruikt tot ongeveer 20% van de bevolking cannabis. De groep met het hoogste risico zijn de kinderen bij wie de moeder geen prenatale zorg volgden. Daarnaast moet ook bij preterme geboorte en intrauteriene groeiretardatie (IUGR) zonder duidelijke oorzaak en bij cardiovasculaire incidenten bij moeder of kind rekening gehouden worden met druggebruik als mogelijke oorzaak. Het neonataal abstinentie syndroom (NAS) is het ontwikkelen van ontwenningsverschijnselen na de geboorte bij een neonaat die in utero werd blootgesteld aan drugs. Het gaat over een combinatie van neurovegetatieve, cardiorespiratoire en gastrointestinale symptomen. Om te weten welke drug een moeder gebruikt, levert een anamnese bij de moeder vaak niet de juist informatie. Urine onderzoek toont niet alle substanties. Daarom is follow-up tijdens de zwangerschap essentieel, zodat kan doorverwezen worden naar gespecialiseerde centra en indien nodig 7 methadon kan opgestart worden. Betere prenatale zorgen geven een betere postnatale uitkomst. Bij de baby kunnen ook bepaalde substanties opgespoord worden, maar ook dit levert niet altijd resultaat op. NAS kan problemen geven met het centraal zenuwstelsel (prikkelbaar, hoge schrei, tremor, hypertoon, myoclonieen, convulsies), metabool (zweten, koorts), respiratoir (tachypnoe, neusvleugelen, apnoe, verstopte neus, niezen, geeuwen), gastro-intestinaal (braken, diarree, slechte drinkgewoontes door excessief zuigen, hyperphagia). Naast druggebruik kunnen ook infecties, hypoglycemie, elektrolytenstoornissen of hyperthyroïdie tot bovenstaande symptomen leiden en moeten als differentiaal diagnose overwogen worden. Er bestaan scoring systemen om te beslissen of bij NAS behandeling moet opgestart worden. De meest gebruikte en gekende is de Finnigan score. Hoewel dit instrument BVL-TIJDSCHRIFT VOOR LACTATIEKUNDIGEN 2021 JG 12 NR 2
8 Online Touch Home