11

BREASTFEEDING@WORK BREASTFEEDING@WORK Kwalitatief onderzoek naar de ervaringen en noden van werknemers en werkgevers voor een veerkrachtige werkhervatting na moederschapsrust in combinatie met borstvoeding Geuten Evi, vroedvrouw, lactatiekundige, MSc Verpleeg-en vroedkunde, lector en junior onderzoeker Resilient People UCLL. Van Haeken Sarah, MSc Klinische psychologie, MSc Management en Beleid van de gezondheidszorg, PhD-student REALIFE Research Group (KU Leuven), onderzoeker Resilient People UCLL. Dejaeger Ilse, vroedvrouw, MSc Verpleeg-en vroedkunde, lector en junior onderzoeker Resilient People UCLL. Goele Jans, vroedvrouw, MSc Gezondheidsvoorlichting en -bevordering, PhD, lector en senior onderzoeker UCLL. Samenvatting Werkhervatting na moederschapsrust is een belangrijke oorzaak van vroegtijdig stoppen met borstvoeding. Aan de hand van kwalitatief onderzoek wordt getracht meer inzicht te verkrijgen in de noden en barrières bij borstvoeding en werkhervatting na moederschapsrust. Zeven werkgevers en negentien werkneemsters tewerkgesteld in het onderwijs, de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening namen hiervoor deel aan focusgroepen en individuele interviews. Twee thema’s komen naar voren uit de thematische analyse. Bij het eerste thema 'Werkhervatting na moederschapsrust' komen de subthema’s wetgeving en gemengde gevoelens aan bod. Het tweede thema 'Borstvoeding na werkhervatting', een extra uitdaging beschrijft de volgende subthema’s: 1) gebrek aan kennis, informatie en een borstvoedingsbeleid op de werkvloer, 2) bezorgdheden, 3) barrières, 4) nood aan borstvoedingsfaciliteiten, 5) nood aan begrip en ondersteuning en tot slot 6) facetten van werkhervatting. 15 Inleiding De transitie naar het ouderschap vormt een uitdaging voor jonge gezinnen. Werkhervatting na moederschapsrust zorgt voor bijkomende druk tijdens dit transitieproces (Dejaeger et al, 2021). Het verderzetten van borstvoeding tijdens de werkhervatting zorgt voor een extra dimensie. Gezien de korte periode van moederschapsrust is het voor vrouwen een uitdaging om de aanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO), om zes maanden uitsluitend borstvoeding te geven, na te komen. Ongeveer één vierde van de Europese kinderen krijgen zes maanden uitsluitend borstvoeding. In Vlaanderen is dat slechts 13%. (WHO, 2019; Theurich et al, 2019; Kind en Gezin, 2019). Werkhervatting na moederschapsrust is een onmiskenbare oorzaak van het vroegtijdig stoppen met borstvoeding. Bijgevolg krijgt in België nog slechts 34.4% van de baby’s borstvoeding op een leeftijd van 12 weken postpartum; het tijdstip waarop veel vrouwen het werk hervatten (Kind en Gezin, 2019). Een groot aantal Belgische gezinnen (33%) ervaren uitdagingen in het vinden van een aanvaardbare work-life balance. Factoren die de combinatie werk en gezin bemoeilijken zijn: lange werktijden, onvoorspelbare of moeilijkere uurroosters, lange verplaatsing van en naar het werk, een veeleisende of vermoeiende job en tot slot een gebrek aan ondersteuning van werkgevers en collega’s (Statbel, 2018). Deze werkgerelateerde factoren zijn niet bevorderlijk voor het verderzetten van borstvoeding tijdens BVL-TIJDSCHRIFT VOOR LACTATIEKUNDIGEN 2022 JG 13 NR 2

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication