18

in invulling van het uurrooster, het werken in shiften, overuren presteren en daarbij komend de krappe kolftijd. Sommige zwangere vrouwen en moeders zien op tegen het meenemen van het kolfmateriaal. Ook leidinggevenden erkennen deze uitdagingen bij hun werkneemsters. Ondanks de mogelijkheid tot kolfpauzes, bezorgen deze stress bij de lacterende werkneemsters. “Nu zie ik dat niet echt haalbaar want bij ons is in de nabije omgeving van mijn werkplek geen lactatieruimte dus mij lijkt dat praktisch onhaalbaar om voor een half uurtje van de werkvloer te gaan, af te kolven.”– Zw 9, WN "Ja, we hebben vorig jaar, ja Juf X, die heeft dan ook een tijdje hier afgekolfd enzo maar ja, op den duur ging dat toch niet meer, ... Dat bracht eigenlijk een stress op zich mee. Ze wilde dat ook allemaal voor haarzelf op die momenten geregeld krijgen want ze wilde niemand ten laste zijn. Maar uiteindelijk ja, is dat toch niet echt gelukt.” – WG4 Leidinggevenden ervaren voor zichzelf ook praktische en organisatorische belemmeringen op vlak van planning als het gaat over kolfpauzes. Enerzijds zijn hun werkneemsters tijdens een kolfpauze afwezig van de werkvloer waardoor er geen continuïteit is. Deze kortstondige vervanging tijdens de kolfpauzes ervaren de leidinggevenden als een belasting. Anderzijds is het een uitdaging om kolfpauzes praktisch in te roosteren op drukke momenten, zeker als er meerdere werkneemsters zijn die in dezelfde periode gebruik wensen te maken van kolfpauzes. Dit maakt dat leidinggevenden soms beperkt zijn in hun flexibiliteit ondanks hun bereidheid. “Ja bij ons wordt het ne puzzel eh. Elk moment dat er gekolfd moet worden moet daar iemand anders voor gezocht worden om in de klas te gaan staan. [ ] Nu, ik zeg ook, van dat zou voor mij kunnen, ik wil dat mee helpen organiseren enzoverder. [. ] En dus ja, dat zijn zo ja, hier zijn maar vijftien leerkrachten eh dus dat is zo heel anders. [...] dat is misschien op heel mijn carrière dat ik daar drie keer ofzo, allez ja, iets voor moet regelen en dan vind ik dat een klein moeite eigenlijk." – BVL-TIJDSCHRIFT VOOR LACTATIEKUNDIGEN 2022 JG 13 NR 2 22 WG 4 Eén leidinggevende geeft aan dat er nood is aan inzet van extra personeel op momenten dat lacterende werkneemsters kolfpauzes opnemen tijdens de werkdag. “Ja bij ons is dat enkel op te lossen met extra personeel dus. Ja, allez, spijtig genoeg, ja dat is een extra iemand. Het is ook niet mogelijk om zolang ze BV geven een andere functie te geven.” – WG4 Eenmaal terug aan het werk geven lacterende werkneemsters aan dat er weinig tot geen communicatie is met hun direct leidinggevende en voelen ze zich eenzaam in het kolven. “ik voelde mij zo heel eenzaam in die kolfperiode. Ik was alleen maar bezig werken-kolven, werken-kolven, thuiskomen, huishouden, borstvoeding, slapen, zo.” – Mo2, WN Een werkgever benoemt ook deze eenzaamheid in relatie tot de periode van kolven, aangezien de lacterende werkneemsters een deel sociale contacten met hun collega’s missen doordat ze tijdens hun middagpauze gaan kolven. "Maar wat die zelf ook wel aangaf was nog wel heel dikwijls mijn lunchpauze die der aan was en ja dan hebt ge daar alleen uw boterhammekes zitten opeten in da kolflokaal ipv gezellig met uw collega’s in de docentenruimte te kunnen zitten dus." – WG3 2.4 Nood aan borstvoedingsfaciliteiten Werkneemsters hebben nood aan voorzieningen (vb. een kolfruimte) en faciliteiten (vb. kolfpauzes) op de werkvloer om de combinatie borstvoeding en werkhervatting mogelijk te maken. Een kolfruimte die uitgerust is met de nodige voorzieningen om in alle rust en privacy hun moedermelk op een hygiënische manier te kunnen afkolven en te bewaren is noodzakelijk. “Ze zouden zo wel wat kunnen aanbieden […] bedrijven zetten dan zo daar een kolfmachine neer en zo een pakketje om melk in te doen. Dat zou wel fijn zijn. […] daar zijn heel veel moeders mee geholpen.” – Mo6, WN Idealiter ligt deze kolfruimte in de buurt

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication