BREASTFEEDING@WORK van de werkplaats in tegenstelling tot wat meestal gangbaar is dat er maar op één centrale plaats op het werk ergens een ruimte is. Daarnaast hebben ze nood aan voldoende tijd om af te kolven. “dat klinkt heel onnozel maar dit is ne super grote campus, ik heb hier een fantastisch kolflokaal gekregen, dat is beneden het EHBO lokaal, […] maar dat is geen lokaaltje waar ik gewoon effe snel naartoe kan lopen, […] dan zou ik bijna tien minuten aan het lopen zijn om daar te geraken, dan moet ik nog beginnen en dan moet ik helemaal terug.” – Zw 7, WN Werkneemsters botsen echter op de afwezigheid van een geschikt kolflokaal of waarbij er minimaal aandacht was voor hun nood aan privacy en hygiëne. “Er was niet echt een kolfruimte voorzien, maar terwijl dat eigenlijk wel zou moeten. En ze gaven aan, ge kunt daar gaan zitten, daar is wel plaats, en ja ... Uiteindelijk hebben dan een aantal collega's, die zijn naar de Action gegaan en ja, anti-doorkijkfolie op de ramen geplakt en de collega's hebben dan wel de ruimte gemaakt eigenlijk. Dat vond ik wel heel fijn, maar ja, vanuit de directie zelf was dat zo helemaal niet het geval.” – Mo 3, WN Bovendien erkennen werkgevers de nood aan de toegankelijkheid van een kolflokaal. Op de werkvloer trachten zij een ruimte te voorzien waar werkneemsters kunnen kolven hoewel een standaard kolflokaal niet altijd voorzien wordt. "Zij had ook de vraag rond ergens een afkolfruimte, dat is niet standaard voorzien en dan hebben we samen wat zitten nadenken over een oplossing waar ze zich comfortabel mee voelde en waar ze met voldoende privacy kon zitten dus dat hebben we dan voor haar ook wel mee in orde gebracht..." – WG 3 Werkneemsters vinden dat hun leidinggevende kennis nodig heeft over borstvoedingsfaciliteiten en dat ze het kolven op het werk moeten faciliteren. “Ik denk dat als de werkgever daar al positief tegenover staat. Uiteraard is het uw eigen keuze of ge borstvoeding geeft of niet, maar weet dat als ge terug komt werken, wanneer 23 dat ook is ja, dat ge deze mogelijkheden hebt.” – Mo 2, WN 2.5 Nood aan begrip en ondersteuning Voorgaande thema’s maken reeds duidelijk dat de werkhervatting in combinatie met borstvoeding en kolven als uitdagend worden ervaren. Vrouwen beschouwen echter het verderzetten van borstvoeding als prioritair ondanks de genoemde uitdagingen. Steun, begrip en empathie van collega’s en leidinggevenden, spelen een belangrijke rol om de combinatie borstvoeding en werkhervatting te kunnen behouden. “Ik vond dat totaal niet erg om op het werk te kolven. Ik had daar ook niet echt gène over. Ik deed gewoon een ruime pull aan en stak dat eronder. Wat ik wel vond, als de vergadering uitliep, kolfde ik wel in de vergadering […] omdat ik dacht ja, dat moet gebeuren en dat gaat nu efkes voor op het werk.” – Mo 7, WN Een aantal werkneemsters geven echter aan dat ze een gebrek aan steun ervaren van hun collega’s. Een mogelijke verklaring die ze hiervoor geven is het gebrek aan kennis of eigen ervaring met borstvoeding en werkhervatting. “Mijn collega’s wel, maar, niet allemaal met evenveel begrip ofzo. Omdat ze dat zelf nooit gedaan hebben. Maar het is niet dat die zeggen, allez, de ene is al steunender dan de andere, maar ze begrijpen het niet allemaal” – Mo8, WN Werkneemsters ervaren soms ook negatieve opmerkingen van collega’s en uit de omgeving over hun borstvoeding op het werk. “En daar zijn soms echt wel venijnige opmerkingen over gemaakt. Zo 'ge gaat uw melk nu toch niet in de diepvries of in de frigo zetten waar ons eten ook staat?' Nee, daar zijn echt venijnige opmerkingen rond gemaakt vooral door de mannen dan. De vrouwen bij ons hadden zoiets van ah ja Als ze mij dan over de gang zagen lopen met mijn tas, dan 'ah ja, gaat ge weer produceren?'” – Mo4, WN Leidinggevenden geven aan dat zij deze empathische houding op de werkvloer door collega’s en leidinggevende erkennen, en BVL-TIJDSCHRIFT VOOR LACTATIEKUNDIGEN 2022 JG 13 NR 2 foto: Cleo Schelfaut
20 Online Touch Home