tum, waren er geen data over voeding na het ontslag. De uitbreiding van de Newt tot 30 dagen na de geboorte maakt bijgevolg geen onderscheid in voedingstype. Na een vaginale geboorte had 50% van de pasgeborenen het geboortegewicht terug op dag 9. 7% bereikte het geboortegewicht op dag 14 en 5% pas op 3 weken. Na een sectio heeft 50% van de zuigelingen het geboortegewicht terug op dag 10 na de geboorte, terwijl 24% van hen het geboortegewicht terug bereikt op dag 14 en 8% zelfs pas op 3 weken. Het is dus niet zeldzaam dat het geboortegewicht niet terug behaald werd op 14 dagen, maar er is uiteraard wel opvolging en begeleiding bij borstvoeding nodig (zie tabel 1). Dr. Binu Singh, kinderpsychiater en psychotherapeut Het geschenk van een kansrijke start Prof. Singh stemt haar presentatie graag af op de vragen vanuit het publiek, net zoals wij onze zorgverlening moeten afstemmen op de noden van het kind en hun omgeving. In de praktijk komen we vaak angstige ouders tegen, hoe komt het, hoe gaan we daar mee om? Angst en depressie bij jonge moeders waren in het eerste jaar na de start van de coronapandemie dubbel zo hoog in vergelijking met de jaren voordien, voornamelijk door alle onduidelijkheid. Bij de algemene bevolking was dat op dat moment ook het geval. Het is wel zo dat de cijfers voor angst en depressie bij vrouwen tijdens de zwangerschap veel hoger zijn dan in het algemeen. Een Nederlands onderzoek toonde aan dat 1 op 4 vrouwen in de zwangerschap de klinische cut-off van depressie haalden. Slechts 8% van deze vrouwen kreeg hiervoor hulp. De cijfers in België zijn gelijkaardig. Het is dus een frequent probleem, maar weinigen vinden de weg naar de hulpverlening. Om deze vrouwen op te sporen werkt een open vraag zoals “hoe gaat het met je” niet. Je moet gerichte vragen stellen zoals “ervaar je meer stress, voel je je neerslach23 tig”, m.a.w. heel concrete vragen. Alleen informatie geven helpt niet. Wat het meest efficiënt is, is verbinding voelen met de hulpverlener. Hoe meer vertrouwen de cliënt heeft in de hulpverlener, hoe meer vertrouwen hij/zij zal hebben in wat die hulpverlener zegt. Dat bekom je door bij jouw cliënt te zitten en echt te luisteren, met jouw hart, niet met jouw hoofd. Als je te veel luistert met jouw hoofd, vergeet je te verbinden. De gouden vraag is nadien te zeggen “wat heb jij nodig?” in plaats van de positie in te nemen dat jij als hulpverlener weet wat de cliënt nodig heeft. We moeten op maat van de cliënt werken en zien welke interventie die specifieke persoon nodig heeft. Als hulpverlener van ouders met kinderen, moeten de hulpverleners aan de ouders bieden wat de ouders aan het kind moeten kunnen bieden: verbinding, afstemming, emotionele beschikbaarheid, zorgcontinuBVL-TIJDSCHRIFT VOOR LACTATIEKUNDIGEN 2023 JG 14 NR 1 De gouden vraag is nadien te zeggen "Wat heb jij nodig?"
14 Online Touch Home