7

bij kinderen, werden slaaproutines, -veiligheid en -omgeving bevraagd (Paul et al., 2017). 60% van de ondervraagden startte met borstvoeding, 50% gaf nog steeds voornamelijk borstvoeding aan de leeftijd van 4 maanden en 33% aan de leeftijd van 9 maanden. De gezinnen konden verdeeld worden in 3 groepen: de vroege onafhankelijke slapers (die op een eigen kamer slapen op een leeftijd jonger dan 4 maanden), de late onafhankelijke slapers (die op een eigen kamer slapen op een leeftijd tussen 4 en 9 maanden) en de kamerdelers ( op de leeftijd van 9 maanden) . Op de leeftijd van 4 maanden, was het aantal uren slaap van de baby’s bij de drie groepen gelijkaardig. Op de leeftijd van 9 maanden sliepen de vroege onafhankelijke slapers 40 minuten langer dan de kamerdelers en 26 minuten langer dan de late onafhankelijke slapers. Op de leeftijd van 1 jaar was er opnieuw geen verschil tussen de drie groepen. Op 2,5 jaar zien we dat de groep van vroege onafhankelijke slapers 45 minuten langer slaapt dan de kinderen die de kamer delen. Bovendien werd vastgesteld dat de vroege onafhankelijke slapers een meer consequente slaaproutine hadden, een langere slaapduur, minder nachtvoedingen en minder kans om voedend terug in slaap gebracht te worden. Vroege onafhankelijke slapers hadden ook een veiligere slaapomgeving zonder bvb. kussens, knuffels of troostdekentje; en belandden minder vaak in het bed van hun ouders. Bij kamer delen werden ook andere negatieve gevolgen gerapporteerd zoals minder efficiënte slaap bij de ouders, minder goede relatie tussen partners en meer depressie. Slaaptekort van de ouders wordt ook geassocieerd met meer postpartumdepressie, hoofdtrauma’s door mishandeling, kindermishandeling en ongelukken met gemotoriseerde voertuigen. Goede slaappatronen in de vroege kindertijd zijn geassocieerd met goede slaappatronen in het latere leven. Slechte slaap kan dan weer geassocieerd worden met obesitas in het verdere leven. 17 Prof. Paul kon daaruit concluderen dat gedurende lange tijd de kamer delen met de baby negatieve gevolgen kan hebben zoals minder slaap op korte en langere termijn, minder slaapconsolidatie en meer onveilige slaappraktijken. Hij adviseert de kamer delen met het kind tot de leeftijd van 6 maanden. De aanbevelingen naar ouders zijn om de kinderen tussen de leeftijd van 4 en 6 maanden in de eigen kamer te laten slapen, consequente slaaprituelen te zoeken, een bedtijd tussen 19u-20u, de baby in bed leggen wanneer hij slaperig maar nog steeds wakker is en baby’s de kans geven om zichzelf te kalmeren en tot rust te komen. Baby’s langer wakker houden om hen langer te doen slapen werkt niet. Kan een borstgevoede baby overvoed worden? Prof. Paul ondersteunt borstvoeding op vraag, op voorwaarde dat het correct gedaan wordt. Wat betekent “op vraag voeden”? Hoe leg je dit uit aan ouders? In de eerste 2 à 3 weken kan een baby niet overvoed worden aan de borst. Om de melkproductie op gang te brengen moet je vroeg aanleggen en 8 tot 12 voedingen per etmaal geven. BVL-TIJDSCHRIFT VOOR LACTATIEKUNDIGEN 2023 JG 14 NR 1

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication