145

145 VI. Vrije tijd Visie Leuven staat de volgende jaren voor enkele grote uitdagingen. Zo stellen we vast dat de stad een sterke groei beleeft en dat die trend zich in de toekomst allicht zal verder zetten. Meer mensen wil in principe ook zeggen dat het aanbod en de kwaliteit van dat aanbod op alle vlakken mee moet groeien. Dit geldt ook voor het vrijetijdsaanbod. Het stadsbestuur blijft inzetten op een kwalitatief, ruim en divers cultureel, sportief, evenementen- en erfgoedaanbod. Om dit te kunnen realiseren in een almaar groeiende stad, moeten we voldoende ambitie aan de dag leggen. Zo wil Leuven het sport- en beweegcentrum van Vlaams-Brabant (Vlaanderen) zijn. We willen door een doordacht evenementenbeleid en het verstevigen van samenwerkingsverbanden in de stad de aantrekkingskracht van de stad voor bezoekers uit binnen- en buitenland verhogen, zonder daarbij de eigen bewoners en handelaars uit het oog te verliezen. Op vlak van cultuur willen we de laatste hiaten opvullen en het belang van een stadscultuur benadrukken. We zien cultuur en de beleving ervan als het cement, het bindmiddel van de stadsbeleving. Om in het aanbod te voorzien is er in de eerste plaats voldoende en goed uitgeruste infrastructuur nodig. Het infrastructuurbeleid van de stad Leuven berust enerzijds op renovatie en verbeteren van de bestaande infrastructuur en anderzijds op het opsporen van behoeften aan nieuwe infrastructuur en op basis daarvan het realiseren van deze nieuwe infrastructuur die moet voldoen aan kwalitatieve, publieksgerichte en duurzaamheidstandaarden. Waar mogelijk kunnen gebouwen multifunctioneel zijn en gebruikt worden door diverse groepen. Voor het cultureel infrastructuurbeleid betekent dit dat we specifieke aandacht hebben voor een aantal sectoren die door de veranderende context achterop dreigen te raken, namelijk film, het circus, het historisch patrimonium en de podiumkunsten. De culturele sector legt hierbij zo veel mogelijk de link met de toeristische sector zodat beide sectoren elkaar waar mogelijk versterken en de te renoveren of te bouwen infrastructuur aan meerdere doelstellingen kan voldoen. Het planmatig sportinfrastructuurbeleid dat de stad Leuven wenst te voeren, berust op een tweesporen beleid. We wensen een infrastructuurbeleid te voeren met aandacht voor zowel sport als beweging.. Dit impliceert dat we inzetten op de traditionele sportinfrastructuur (m.n. sporthallen, zwembaden, …), specifieke sportinfrastructuur (m.n. turnhal, topsportinfrastructuur, …), als sportinfrastructuur in de vrije ruimte (m.n. Finse piste, fitocity, buurtterreintjes…). Ook andere beheersvormen (o.a. PPS, DBMO, DBMFO,…) behoren tot de beheersmodaliteiten van de sportinfrastructuur op stedelijk niveau. In de tweede plaats bieden we als stad zelf een ruim vrijetijdsaanbod aan via de eigen instellingen en diensten of organiseren we tal van evenementen en (officiële) plechtigheden die het toeristische, culturele en sportieve imago van de stad versterken of die een belangrijke PR-functie vervullen. Tot slot voeren we als stad ook een doordacht ondersteuningsbeleid naar de sportsector, de culturele en erfgoedsector en de individuele culturele en sportorganisaties op ons grondgebied. Het moet de ambitie van de stad zijn om het vrijetijdsaanbod van alle organisaties, instellingen en clubs te bevorderen, te Bestuursnota Stad Leuven 2013-2018

146 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication