37

37 III. Veiligheid en preventie Visie De stad Leuven wil volop inzetten op een veilig en leefbaar Leuven. Dit streven naar maatschappelijke veiligheid vertrekt van de premisse dat veiligheid ontstaat door enerzijds een allesomvattende aanpak waarbij veiligheid, leefbaarheid en criminaliteit vanuit diverse elkaar aanvullende invalshoeken worden benaderd, en anderzijds door de gezamenlijke werking van alle mogelijke belanghebbenden (de bestuurlijke en gerechtelijke overheden, de bevolking, de veiligheids- en politiediensten, de bedrijven, de organisaties, de instellingen, de media, ...) die in het netwerk van de maatschappelijke veiligheid een rol (kunnen) spelen. Veiligheid kan en mag in die context niet enkel benaderd worden vanuit een politionele invalshoek. Het leveren van een bijdrage aan de maatschappelijke veiligheid is dus ook een doelstelling in andere beleidsdomeinen van het lokaal bestuur. De veiligheidsdiensten (politie, brandweer) zijn hierin een noodzakelijke en bevoorrechte partner maar daarom niet noodzakelijk de centrale partner. De politie staat, met haar specifieke bevoegdheden, eerder aan het eind van de veiligheidsketen. Het is daarom noodzakelijk dat de bijdrage van de lokale politie in de andere beleidsdomeinen duidelijk wordt afgebakend. De stad Leuven kiest voor een wijk- en buurtgerichte dienstverlening op het vlak van veiligheid en leefbaarheid. Hierbij wil de stad, samen met politie en andere professionele organisaties, uitvoering geven aan een gebiedsgebonden manier van werken die gericht is op de directe leefomgeving, die afgestemd is op de behoeften van haar inwoners en die aansluit bij de specifieke kenmerken van de wijk, de buurt of de doelgroep. Dit moet ervoor zorgen dat vanuit verschillende beleidsdomeinen snel en adequaat ingespeeld wordt op lokale veiligheids- en leefbaarheidsproblemen, dit door een aaneenschakeling van maatregelen en initiatieven, gaande van proactie en preventie, over voorbereiding, reactie/repressie tot en met nazorg. Een lokaal veiligheidsbeleid wordt bepaald door een samenspel van de bestuurlijke en gerechtelijke overheden. Hierbij moet rekening gehouden worden met onder meer het bestuurlijk beleidsplan, het nationaal veiligheidsplan, het beleidsplan van het parket, het zonaal veiligheidsplan, het strategisch veiligheids- en preventieplan, … . Een maximale synergie tussen deze beleidsplannen moet de basis leggen voor een integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid. Een adequaat veiligheidsbeleid is geen statisch gegeven maar moet constant inspelen op actuele veiligheids- en leefbaarheidsproblemen. Een bijzondere krachtinspanning moet in ieder geval worden gericht op drie fenomenen die een permanente aandacht vragen van alle beleidsactoren : • verkeersonveilig gedrag : de daling in de ongevallenstatistieken toont aan dat het gevoerde beleid inzake verkeersveiligheid in Leuven zijn vruchten afwerpt. Niettemin moet verkeersonveilig gedrag (thema waar de Leuvenaar volgens de grootschalige buurtbevraging het meest van wakker ligt) verder worden teruggedrongen door een gericht preventief en sanctionerend beleid (o.m. Bestuursnota Stad Leuven 2013-2018

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication