In deze column wordt op kritische wijze een beeld geschetst van ontwikkelingen en gebeurtenissen in het werkveld. Risicogestuurd en doelgericht onderhoud. Dat is met geen rood potlood te beschrijven, maar vraagt wel lef. Door die hoge kosten moet er uiteraard in het managementteam besproken en besloten worden dat er bezuinigd moet worden. Op productie wordt zelden bezuinigd, want dát levert geld op. En dan draaien alle hoofden weer naar onderhoud. Want tja, onderhoud kost dubbel geld, de budgetten zijn gigantisch, dus een paar procent kan daar makkelijk vanaf. Nu denkt u wellicht dat dit over een oude fabriek gaat, bijvoorbeeld ergens in Afrika, ofzo. Helaas. Neem bijvoorbeeld het meerjarig Vervangings- en Renovatieprogramma Bruggen en Sluizen waarvan de media regelmatig verslag doen. Recent nog over de Haringvlietbrug. De Rekenkamer constateerde al in 2019 dat er voor dit onderwerp te weinig aandacht is. Een deel van de bruggen en viaducten heeft zelfs hun levensduur al overschreden. Schippers en transporteurs klagen, zij wijden de uitval aan een spinnenweb van diensten en uitvoerende organisaties die allemaal precies in elkaar moeten passen. Deze afspraken zijn het gevolg van zo laag mogelijke kosten en fors geoptimaliseerde efficiëntie. Maar als één radartje hapert, dan loopt het hele uurwerk vast. De schipper ligt stil, de lading wordt te laat geleverd met alle gevolgen van dien voor de rest van de keten. Het bereikte kostenvoordeel en efficiëntie worden in één klap weggevaagd. De ontstane maatschappelijke kosten, veiligheid, de schade, vallen in het niet bij het onderhoudsbudget. Maar deze kosten zijn niet zichtbaar voor de budgethouder en tellen niet mee in zijn of haar ‘Prestatie Indicator’. Vrijdagmiddag Jaren geleden was ik in een fabriek waar ze een machine elke vrijdagmiddag stillegden. Ze planden werk voor vier dagen in, vrijdagochtend was voor eventuele uitloop en ’s middags gingen ze aan de gang: beetje vegen, beetje poetsen, alles smeren, even luisteren of alles nog lekker liep, of er onderdelen beschadigd waren en wat ze tegenkwamen werd vervangen. De rest van de week liep die machine als een zonnetje. Planning was blij want wat werd beloofd, werd ook geleverd. Medewerkers waren relaxt want ze konden vertrouwen op hun machine. Er waren geen situaties dat er halverwege de week gestrest werd omdat er iets af moest en de machine in storing stond. En laten we eerlijk wezen, het is toch heerlijk om op vrijdagmiddag een beetje te rommelen? Rustig het weekend ingaan? Bij mensen zijn we er ondertussen (enigszins) achter, dat als we ze blijven pushen op het maximale, een burn out op de loer ligt. Maar voor machines en installaties hebben we dat besef nog niet. Als kind van een automonteur is mij met de paplepel ingegoten dat ik niet moest wachten tot de lampjes gaan branden, maar regelmatig oliepeil en koelvloeistof moet controleren. Onbegrijpelijk dat we dit principe voor grote machines, installaties en volle fabrieken compleet naast ons neerleggen. En ondertussen zuchten en steunen als er weer eens onverwacht onderhoud plaatsvindt. Durf het ‘alles of niets’ los te laten. Neem die vrijdagmiddag vrij, praat met de mensen die in de fabriek lopen, neem hun zorgen serieus en luister naar hun klachten over machines. Zij hebben het fingerspitzengefühl en zij kunnen beter voorspellen wanneer een machine het dreigt te begeven. Zoek met hen, samen met de Cost en Value Engineers naar de nuance. Risicogestuurd en doelgericht onderhoud. Dat is met geen rood potlood te beschrijven, maar vraagt wel lef. Fry Zinnig 00:27
28 Online Touch Home