INTERVIEW ‘Bouwen is wat mij betreft een continu proces van sensemaking. Met elk stapje kom je verder en elk stapje brengt je nieuwe inzichten.’ gedurende een project vaak geen tijd”, stelt ze. “Ook al zegt je intuïtie dat je niet op de juiste weg zit. Voor twijfel is echter geen ruimte, toch!? En dat maakt radicaal omdenken binnen projecten lastig.” Ons binnen een project afvragen of we nog met het juiste bezig zijn, steeds weer de essentie naar boven halen. Het is volgens de hoogleraar een manier om de juiste focus te houden. Zeker in de wereld van de civiele techniek, waarin je vaak te maken hebt met jarenlange trajecten. Ruimte creëren Vervolgens benoemt ze de noodzaak van het houden van slack in je eisen als voorwaarde om die juiste focus te houden. “Je eisen helemaal uitdefiniëren om vervolgens aan te sturen op het laagste niveau van wat je gedefinieerd hebt, is volgens mij de grootste valkuil waar je keer op keer in kunt trappen. Die manier van denken zet een bouwproces compleet vast”, stelt ze. “Het biedt geen enkele mogelijkheid om mee te bewegen met de veranderende wereld om je heen, met nieuwe inzichten. We moeten daarom in de bouw ruimte creëren in onze processen. Bouwen is wat mij betreft een continu proces van sensemaking. Met elk stapje kom je verder, elk stapje brengt je nieuwe inzichten en elk stapje biedt zo ruimte om te bewegen, te veranderen.” Dat die ruimte er in projecten nu vaak niet is, heeft te maken met angst, beaamt Volker. “Juristen zien ruimte binnen een proces als risico’s. Een kenmerk van het Angelsaksische denken. Waar ik ruimte zie als een middel om resilient te zijn, veerkracht te hebben. Daar botsen verschillende werelden.” De goede bestuurder/opdrachtgever kan volgens haar het beste uit deze twee werelden halen door enerzijds aan een jurist te vragen: ‘Oké dit is mijn ambitie, waar moet ik rekening mee houden en verzin voor mij een manier waardoor ik de benodigde ruimte kan behouden’. En anderzijds tegen een projectmanager te zeggen: ‘Oké we hebben dit afgesproken, ik geef je vertrouwen, je hebt deze speelruimte. Kom je daarbuiten dan hoor ik het graag, maar ik ga niet sturen op alle details.’ “Heel lastig, loslaten vinden we nu eenmaal moeilijk omdat we graag in control zijn”, gaat Volker verder. “En binnen de traditionele bouwwereld vertaalt dat in control zijn zich in het op papier wegstrepen van elk risico, maar zo werkt het niet.” De wetenschap zet hier tegenwoordig steeds vaker ‘het systeemdenken tegenover’. “Dit is een andere betekenis van het woord systeem, gebruikelijk vanuit ‘systems engineering’. Het gaat hier om een 3D systeemdenken waarin ketenintegratie, contractintegratie en verschillende projecten worden gebundeld. Programmadenken”, legt ze uit. “Vanuit een programma kijk je nadrukkelijk over projecten heen, waar in het traditionele bouwen elk project juist als een afzonderlijke keten wordt behandeld. Niet erg efficiënt, noch effectief en zeker geen manier om innovatie tot stand te brengen.” Samenwerkingsvormen Het traditionele bouwen associeert Volker grotendeels met de DBFM-contracten die in de laatste decennia populair zijn geworden. Samenwerkingen tussen publieke en private partijen waarbinnen de juristen de 'helden' zijn. Zij stellen de kaders waarbinnen het Angelsaksische denken de boventoon voert. “Contracten waar de opdrachtgevers- en opdrachtnemersrol strikt gescheiden zijn en vastgelegd in vuistdikke contracten om zoveel mogelijk onzekerheden uit te sluiten. Ofwel overeenkomsten gebaseerd op wederzijds wantrouwen.” Meer recent ziet ze een ontwikkeling naar samenwerkings - vormen als bouwteams en allianties waarbinnen juist vertrouwen centraal staat en onzekerheden worden gedeeld. Processen binnen dit soort samenwerkingen zijn in haar woorden ‘informeler’ dan die binnen een DBFM-contract. “Partijen zitten op basis van gelijkwaardigheid, vertrouwen en kennis en kunde sámen om tafel om een project te realiseren met de hoogste gezamenlijke waarde.” Méér waarde mag méér kosten Wat Volker nu hoopt, ze noemt het ‘haar naïviteit’, is dat juist een waarde als innovatie, maar ook waarden als circulariteit en duurzaamheid een veranderingsproces in de bouw in gang zetten, een renovatie of transformatie van het denkproces. Dat we ons steeds vaker realiseren dat méér waarde ook méér mag kosten vanuit de best for project-gedachte. Een gedachtegang die je nu volgens haar bijvoorbeeld ziet binnen raamcontracten, innovatiepartnerships en de genoemde bouwteams. Samenwerkingen waarbinnen puur financiële drijfveren steeds vaker plaatsmaken voor andere waarden: meer inhoudelijke of misschien zelfs nobele waarden. “De problemen waar we nu voor staan zijn immers niet financieel”, betoogt ze. “Ze vragen dus ook om oplossingen waarbinnen niet het budget, maar meer nobele waarden leidend zijn. Maatschappelijke waarde.” Dat bedrijven in deze waardediscussie steeds wijzen naar de overheid noemt ze een probleem. “Bedrijven hebben liever dat de overheid, de wetgever zegt dat iets niet meer mag dan dat ze zelf het voortouw nemen in een verandering.” 00:07
8 Online Touch Home