26

III.12. STOELEN STOELEN AANPASSEN : • Trek aan hendel A • Zet de stoel in de gewenste positie • Laat de knop los HOOFDSTEUNEN AANPASSEN: • Druk op knop B • Zet de hoofdsteunen in de gewenste positie • Laat de knop los LET OP Pas de stand van de stoel nooit aan tijdens het rijden. VEILIGHEID De bestuurdersstoel is uitgerust met een sensor die de motor uitschakelt wanneer de chauffeur niet in de stoel zit. Het voertuig is uitgerust met 3-punts veiligheidsgordels die gedragen moeten worden wanneer het voertuig in beweging is. LET OP Het gebruik van een achterste optie (HP, Watering, Vacuüm, ...) vereist validatie van de rijsequentie (zie p21 “sequentiefout”) minder dan twee uur voor gebruik. 26

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication