21

En Abram noemt De naamgeving van kinderen gebeurt in het boek Genesis vaak door de moeder. Opvallend is dat Abram zijn zoon de naam geeft die Hagar van de bode van JAHWEH gehoord heeft. Abram accepteert blijkbaar dat God ook via een slavin kan spreken. Aan Driemaal wordt ons door de schrijver meegedeeld dat Ismaël de zoon van Abram is. Genesis 16 16 En Abram is een zoon van zes en tachtig jaren bij het baren van Hagar van Ismaël voor Abram. Dit vers begint en eindigt met de naam Abram. Zowel het eerste als het laatste vers van dit hoofdstuk bevat de naam van Abram. De nadruk valt dus op hem. Maar het verschil tussen beide verzen is opmerkelijk. In vers 1 lijkt Abram klem te zitten tussen twee vrouwen. Hier staat hij als het ware beschermend om Hagar en hun kind. Abram: vers 1 van dit hoofdstuk begon met de naam Sarai, de onvruchtbare vrouw. Vers 16 eindigt met de naam Abram, de vader. 23

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication