9

Een gangbare uitleg is dat Abram als haar broer bereid is om Sarai uit te huwelijken, zodat hij dan zelf kan overleven. De uitdrukking “opdat het met mij goed gaat, vanwege jou, en mijn ziel dankzij jou leeft” (Gen. 12:13), geeft echter aan dat ook Sarai er voordeel van zal hebben. Want Abram zal als broer van de bruid het recht hebben de onderhandelingen te voeren (zoals Laban, de broer van Rebekka in Gen. 24, en de broers van Dina in Gen. 34). Hij kan er dan voor zorgen dat de onderhandelingen voortduren totdat de hongersnood in Kanaän over is. De verwachting is dan dat ze tijdig weg kunnen trekken. In dit plan is echter niet voorzien dat de Farao haar voor zichzelf wil hebben. 14 En het gebeurt wanneer Abram in de buurt van Egypte komt, dat de Egyptenaren zien dat de vrouw heel mooi is, uitermate. 15 En de oversten van Farao zien haar en zij prijzen haar bij Farao aan. En de vrouw wordt meegenomen naar het huis van Farao. 16 En met Abram gaat het goed vanwege haar en er zijn voor hem kleinvee en grootvee en ezels en dienaren en dienaressen en ezelinnen en kamelen. 17 En JAHWEH raakt Farao en zijn huis aan met grote aanrakingen vanwege de zaak met Sarai, de vrouw van Abram. 18 En Farao roept Abram en hij zegt: “Wat is dit dat je mij aandeed? Waarom vertelde jij mij niet dat zij jouw vrouw is? 19 Waarom zei jij: ‘Zij is mijn zuster!’ En ik nam haar bij mij tot vrouw! En nu, aanschouw, neem jouw vrouw en ga!” 20 En Farao geeft mannen instructie over hem, en zij zenden hem en zijn vrouw, en alles wat van hem is, weg. 11

10 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication