12

Laten we de situatie in de Hof van Eden eens nader onder de loep nemen. Onze Schepper instrueert de mens in de Hof van Eden als volgt: ‘Je mag van alle bomen eten, maar wanneer je van de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad eet, zul je sterveling worden en doodgaan (letterlijk: stervende sterven).’ Gen.2:16-17 Laten we deze instructie van God, over het eten van de boom met deze ernstige gevolgen, eens nauwkeurig nagaan. God spreekt over: Kennis van goed en kwaad, met de dood als gevolg. Maar kon de eerste mens op dat moment al weten wat God daar nou precies mee bedoelde? Want deze kennis, en daarmee de gevolgen van deze kennis in de praktijk, zou hij pas verkrijgen nádat hij van deze boom gegeten had. Begrijp je de diepe waarheid die hierachter zit? Op dát moment in de Hof van Eden, had het eerste mensenpaar nog helemaal geen ervaring of kennis opgedaan van goed noch kwaad. Zij wisten absoluut niet wat het inhield om te sterven en dood te gaan, want deze ervaring kenden zij niet. Ze hadden nog geen kennis om te beseffen waar God over sprak. Zij zouden zonder deze opgedane kennis van goed en kwaad, nog heel lang in de paradijselijke toestand in de Hof van Eden door hebben kunnen leven. Alleen: zonder enige ervaring van dieptepunten … En dus ook zonder ervaring van hoogtepunten. In een vlak en egaal bestaan … en dus ook zonder diepe dankbaarheid. Ik schrijf bewust zonder dankbaarheid, want ze hadden ook nog geen enkele ervaring van wat het betekent om ondankbaar te zijn. En niet alleen zonder dankbaarheid, maar ook zonder echte vreugde, omdat zij nog niet konden weten wat het is om verdrietig te zijn. En dus ook zonder werkelijke vrede, omdat ze geen enkele notie hadden wat het betekende om in onvrede te leven. 14

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication