27

Onvergankelijk De redding van de gelovige is hier niet in het geding (:15), wij zijn verzegeld met Zijn geest (Ef.1:13). Wij zijn het ook niet zelf die geoordeeld worden, maar onze werken. Daarvan zal blijken of ze de toets kunnen doorstaan. Alles wat we in vertrouwen op Zijn werk hebben gedaan zal de toets doorstaan: goud, dat spreekt van de onvergankelijke God, zilver dat spreekt van de losprijs die Hij betaald heeft voor allen en kostbare stenen van Zijn veelkleurige wijsheid. Vergankelijk Hout(en delen) staat in een meervoud en spreekt van woorden van menselijke wijsheid (1 Kor.2:13), de zogenaamde “redeneringen van de wijzen” (1 Kor.3:20). Vernuftige constructies, maar net als hooi en stro (1 Petr.1:24) is het vergankelijk en zal het verdwijnen. In het beeld dat Paulus in 1 Korinthe 3 gebruikt, zal het verbranden: dan zal het verbeurd worden. Dat wil zeggen dat we het kwijtraken. Maar het is geen straf om dat te verliezen, ook dat is genade. Slechts wat er echt toe doet, dat is blijvend. Wij allen voor Zijn podium Paulus spreekt ook in Romeinen 14:10 over het podium van God. In dat verband gaat het erom dat wij ons niet zouden aanmeten dat de ander verantwoording aan ons schuldig is. Daarmee verheffen wij ons boven die ander en gaan als het ware op het podium zitten, de plek die alleen Hem toekomt. Maar straks zullen wij allemaal voor het podium van God gesteld worden en daarin zijn we allemaal gelijk. Erekrans Paulus noemt zijn lezers die gelovigen waren geworden doordat hij het evangelie aan hen mocht doorgeven: mijn erekrans (Fil.4:1; 26

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication