De wegrukking Wanneer Paulus refereert aan de opstanding uit de doden van de ecclesia, het lichaam van Christus, dan duidt hij op de gebeurtenis die wij de wegrukking of de opname van de gemeente noemen. Bij deze gebeurtenis vindt er een opstanding plaats van tussen de overige doden uit, dat wil zeggen: met achterlating van de andere doden. We lezen dit bijvoorbeeld in het eerder besproken 1 Thess. 4:1318, waar Paulus de Thessalonicenzen bemoedigt met betrekking tot de ontslapenen (:13). Deze ontslapenen worden verderop in het gedeelte de doden in Christus genoemd (:16). Deze doden zullen als eerste opgewekt worden en bij de wegrukking tezamen met de levend overgebleven gelovigen, de Heer tegemoet gaan in de lucht. Zij staan dus op uit de doden, want de overige doden blijven in het graf. Het extra ‘uit’ Maar sommige gelovigen menen dat het in Filippenzen 3:11 over een andere gebeurtenis gaat. Paulus gebruikt nergens anders de term uit-opstanding uit de doden, dus moet het hier over iets anders gaan, zo concludeert men. Uit het gebruik van het extra uit- in de uitdrukking uit-opstanding, concludeert men dat de leden van het lichaam van Christus direct na het overlijden een “individuele opstanding uit de doden” meemaken en na het sterven direct bij Christus zijn. Naast dat het in tegenspraak is met het gedeelte in 1 Thessalonicenzen 4, zie ik tegen deze visie vanuit de Schrift een aantal bezwaren. 67
69 Online Touch Home