20

apostel van Christus Jezus door de wil van God 1Kor.1:1; 2Kor.1:1; Ef.1:1; Kol.1:1; 2Tim.1:1 Het belang ervan blijkt ook uit zijn voorbeeldgebed om vervuld te worden met de erkenning van Zijn wil Kol.1:9-12 en zijn lofprijzing daarvoor: in alle wijsheid en bezonnenheid ons bekendmakend het geheimenis van Zijn wil … Die alles bewerkt in overeenstemming met de raad van Zijn wil. Ef.1:9,11 Sommigen vragen zich wellicht af hoe het komt dat in de wereld zoveel gebeurt dat tegenstrijdig aan de wil van God is, wanneer Hij het toch is, Die alles bewerkt. Laat Mijn volk gaan! De apostel Paulus schrijft: dan is Hij dus voor wie Hij wil barmhartig, wie Hij echter wil verhardt Hij Rom.9:18 Hij verhardde het hart van Farao. Dit was verzwegen in de dagen van Mozes, een geheimenis. Niettemin was de geopenbaarde wil van God: laat Mijn volk gaan! Ex.7:16 Uit deze woorden concludeert men natuurlijk, dat het Gods wil was dat het volk meteen uit Egypte moest vertrekken. Het leek erop, dat Farao de geopenbaarde wil van God zou 21

21 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication