110

hem op Christus zouden vertrouwen en het eeuwige leven zouden ontvangen. In andere brieven schreef hij daarom: “Volgt mijn voorbeeld!” (1 Kor. 4:16). “Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg!” (1 Kor. 11:1), en: “Weest allen mijn navolgers, broeders, en ziet op hen, die evenzo wandelen, gelijk gij ons tot voorbeeld hebt” (Fil. 3:17). Hebben wij het voorbeeld van Paulus nagevolgd? Hoe spreken wij over bekering? Leggen we alle nadruk op menselijk berouw en menselijke gehoorzaamheid? Dan wekken we de indruk dat we op eigen initiatief voor Jezus hebben gekozen en verstandiger en beter zijn dan mensen die dat niet hebben gedaan. Dan wandelen we in het voetspoor van Paulus’ tegenstanders. Of beseffen we dat ons behoud uitsluitend aan Gods genade te danken was (Efe. 2:4-9) en spreken we uit dat niet wijzelf hebben gewerkt, maar de genade Gods die met ons was (1 Kor. 15:10)? Dan zijn we navolgers van Paulus. Genade maakt gunnend Doordat de opgestane Heer op de weg naar Damascus aan Paulus verscheen werd Paulus een verkondiger van het goede nieuws van Gods genade (Han. 13:43, 20:24, Rom. 5:15, Gal. 2:21, Kol. 1:6, Titus 2:11, Hebreeën 12:15). De ontmoeting met de opgestane Heer leidde ertoe dat hij aan zijn “geliefd kind”, Timotheüs, schreef: “Ik vermaan u dan allereerst smekingen, gebeden, voorbeden, en dankzeggingen te doen voor alle mensen, voor koningen en alle hooggeplaatsten... Dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, die wil dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen” (1 Tim. 2:1-2a,3). “Als God Zich over zo’n vijand als ik heeft willen ontfermen”, dacht Paulus, “dan kan iedereen worden behouden”. Genade maakt gunnend. De apostel schreef niet dat God alle 109

111 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication