113

Menselijke duivels Lezen: 1 Timotheüs 3:1-13 Kunnen mensen zich gedragen als duivels? Of, erger nog: Gedragen wij ons van tijd tot tijd misschien als duivels? Op het eerste gezicht lijkt dit een merkwaardige vraag. Toch moeten we hier volgens de Bijbel over nadenken, want Paulus duidde bepaalde christenen aan als diaboloi, dat wil zeggen: als “duivelen”. In Bijbelvertalingen heeft men dit woord, wanneer het op mensen betrekking heeft, op uiteenlopende manieren weergegeven. Bepaalde verbanden die Paulus wilde leggen zijn daardoor in onze Nederlandse Bijbels niet meer te onderscheiden. In de war gooien De letterlijke betekenis van het woord diabolos is: “in de war gooier”, “door elkaar werper”. We herkennen er het voorzetsel dia (door) en het werkwoord balloo (werpen) in. Wie zijn buurman een diabolos noemt, heeft het over een persoon die er behagen in schept om tussen medemensen een wig te drijven, om anderen te beschuldigen en hen in een kwaad daglicht te stellen. Of over iemand die de zonden, de fouten en tekortkomingen van een ander overal rondbazuint, zodat de relaties van het slachtoffer worden geschaad. Het Nederlands Bijbelgenootschap heeft het woord diabolos daarom soms als “kwaadspreker” weergegeven. Niet kwaadsprekend In de door de apostel Paulus gestichte gemeenten werden sommige taken door vrouwen verricht. Een bekend voorbeeld is Febe, een christin die “dienares” was van de gemeente te Kenchreae. Uit hoofde van haar functie had zij velen “bijstand 112

114 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication