115

satan, die van tweedracht gebruik maakt om het christelijk getuigenis te verzwakken. Maar Paulus’ woorden kunnen ook worden opgevat als een waarschuwing tegen de consequenties van overmatige boosheid. Christenen die niet vergevensgezind zijn vervallen gemakkelijk tot kwaadsprekerij. Door vanuit woede en gekwetste gevoelens te gaan roddelen over medechristenen maken ze het kwaad alleen maar erger en veroorzaken ze tweedracht binnen de gemeente. Wie het kwaad van zijn naaste rondbazuint, gedraagt zich als een diabolos. Strik des duivels In verband met het aanstellen van een nieuwe oudste merkte Paulus op: “Hij mag niet een pasbekeerde zijn, opdat hij niet door opgeblazenheid in het oordeel des duivels valle. Hij moet ook gunstig bekend zijn bij de buitenstaanden, opdat hij niet in opspraak kome en in een strik des duivels valle” (1 Timotheüs 3:67). Ook in deze verzen hoeven we niet aan de satan te denken. In elke plaats waar een christelijke gemeente wordt gevestigd zijn sommige mensen erop uit, om de goede naam van leidinggevenden aan te tasten en hen verdacht te maken. Voor “oordeel” gebruikt Paulus het woord krima, dat “beschuldiging” of “veroordeling” betekent. Wanneer een pasbekeerde als oudste wordt aangesteld en hij vanwege een gemis aan levenservaring aan zelfoverschatting begint te lijden, wordt zo iemand het mikpunt van de kwaadspreker. En een oudste die ruzie heeft met zijn ongelovige buren of die in het werk voor zijn baas niet betrouwbaar is zal in opspraak komen. De alomtegenwoordige kwaadspreker zal direct gaan rondbazuinen, dat kerkmensen in geen enkel opzicht deugen. 114

116 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication