De kern Wie aan de “holle klanken” van Hymeneüs en Filetus geloof hechtten, zagen niet langer uit naar een lichamelijke opstanding van de gelovigen bij de komst van de Here Jezus. En dat is nu juist de hoop, die de Schriften ons voorhouden. In het Nieuwe Testament lezen we immers: “De Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen” (1 Thess. 4:16-17). “Want evenals in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij Zijn komst” (1 Kor. 15:22-23). “Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan Zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen” (Fil. 3:20-21). “Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; maar wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen [d.w.z. onsterfelijk, en zondeloos]; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is” (1 Joh. 3:2). “Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid” (Kol. 3:4). 129
131 Online Touch Home