154

“Want ook Christus is eenmaal om de zonden gestorven, als Rechtvaardige voor de onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen” (1 Petr. 3:18) En Paulus schreef in eerdere brieven: “... Er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen” (1 Tim. 2:5-6) “De Here Jezus Christus… heeft zichzelf gegeven voor onze zonden, om ons te trekken uit de tegenwoordige boze wereld” (Gal. 1:4) IJverig in goede werken In verband met “werken” gebruikt Paulus in Tit. 2:14 niet het woord agathos, dat “goed in moreel opzicht” betekent (Hand. 9:36, Rom. 13:3, Efe. 2:10, 1 Tim. 2:10, 1 Tim. 5:10, 2 Tim. 3:17), maar het woord kalos dat als “uitnemend”, “ideaal”, “uitstekend”, of “prachtig” kan worden weergegeven (zie 1 Tim. 5:25, 1 Tim. 6:18, Tit. 2:7, Tit. 3:8, Tit. 3:14, Hebr. 10:24 en 1 Petr. 2:12). De koopman uit een bekende gelijkenis was niet op zoek naar “mooie” parels, maar naar parels die uitzonderlijk mooi waren, “prachtige” parels (Matth. 13:45). De naam van God die over ons is uitgeroepen is “uitnemend”, dat wil zeggen: buitengewoon goed, alles overtreffend (Jak. 2:7). De vrouw die een “goed werk” aan de Here verrichtte, deed iets uitzonderlijks: ze goot een fles parfum ter waarde van een jaarsalaris uit op Zijn hoofd (Matth. 26:10, Mark. 14:6). Wanneer een mens iets doet dat “uitnemend” is, een “goed werk” in Bijbelse zin, dan zegt de omgeving niet: “Wat een prestatie!”, maar dan beseft men dat God aan het werk is. Werkelijk goede daden verwijzen niet naar de handelende persoon, maar naar de Schepper. Daarom kon Jezus zeggen: 153

155 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication