155

“Ik heb u vele goede werken doen zien vanwege mijn Vader” (Joh. 10:32) In de Griekse tekst van het Johannesevangelie staat hier het voorzetsel ek, dat “uit” betekent. De werken die Jezus deed, kwamen “uit” Zijn Vader, niet uit Hemzelf voort. Om diezelfde reden kon Hij tegen Zijn discipelen zeggen: “Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader die in de hemelen is, verheerlijken” (Matth. 5:16) En de apostel Petrus kon aan zijn Joodse lezers schrijven: “Geliefden, ik vermaan u als bijwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerten die strijd voeren tegen uw ziel, en dat gij een goede wandel leidt onder de heidenen, opdat zij, nader toeziende op datgene, waarin zij u als boosdoeners belasteren, op grond van uw goede werken God mogen verheerlijken ten dage der bezoeking” (1 Petr. 2:10-11) Wie onbaatzuchtig, rijkelijk en mild geeft omdat God hem daartoe aanzet, verricht een “prachtig” werk (1 Tim. 6:18, Tit. 3:14). Wie het woord van God vrijmoedig doorgeeft, zonder er iets aan toe te voegen of ervan af te doen, en wie van dat woord geen menselijke interpretatie geeft maar het zó uitlegt als God het heeft bedoeld, is met een “prachtig” werk bezig (Tit. 2:7). En wie onder alle omstandigheden betrouwbaar en integer is, versiert de leer van God onze Redder met “prachtige” werken die door buitenstaanders worden opgemerkt (Tit. 2:9-11, 1 Petr. 2:12). Zulke goede werken brengt Gods genade in gelovigen tot stand. 154

156 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication