Om niet gerechtvaardigd Lezen: Romeinen 3:9-30 In zijn brief aan de Romeinen schetst Paulus een somber beeld van de mensheid. Geen enkele Jood en geen enkele Griek is in staat om aan Gods standaard te voldoen – om in alle opzichten te leven zoals God het heeft bedoeld. O zeker, er zijn brave burgers en boeven, beschaafde mensen en asocialen, eerlijke lieden en oplichters. Maar aan Gods norm voldoet niemand. Want de Here is niet tevreden met een zes en ook niet met een acht voor gedrag. Zelfs een tien min is voor Hem nog niet goed genoeg. Hij eist volmaaktheid, in woord en daad, motief en werk, gevoelens en gedachten (Matth. 5:48). Wie het kleinste van Zijn geboden overtreedt, staat schuldig aan alle (Jak. 2:10). Zelfs een onbeduidend stukje zuurdesem maakt nog het hele deeg zuur (1 Kor. 5:6, Gal. 5:9). De apostel trok de conclusie: “Niemand is rechtvaardig, ook niet één” (Rom. 3:11). Hij voegde eraan toe dat “uit werken der wet geen vlees voor God gerechtvaardigd zal worden”. Met wetten en regels kun je de mensheid niet goed maken. Een wet zal zonde doen kennen (Rom. 3:19-20). “Allen hebben gezondigd” schreef Paulus – door de wet van Mozes of de wet van hun geweten te overtreden – en “derven [= missen] de heerlijkheid Gods” (Rom. 3:23). Alle mensen schieten te kort. Ze bereiken hun doel niet. Oordeel Gelukkig heeft Paulus nog meer gezegd. Want God heeft het er niet bij laten zitten. “Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden” (Rom. 3:21). 17
19 Online Touch Home