20

Het oude leven? “Alles goed en wel” zeggen we misschien, “maar zulke teksten hebben betrekking op ons verleden. Vóór onze bekering waren wij inderdaad zondaars die slechts om genade konden smeken. Maar sindsdien is alles anders geworden. Nú zijn we kinderen van God, die hun hemelse Vader kunnen behagen. De Bijbel roept ons immers op om goede werken te doen?” Zo gemakkelijk kunnen we echter niet aan Paulus ontsnappen. Wie erkent dat hij door genade is behouden, maar meent dat hij sindsdien met wat inzet van zijn kant wel een goed werk kan doen, staat niet met beide benen op de grond. Hoe komen die goede werken van ons tot stand? Wanneer beschouwt God ze als goed? Op zulke vragen geeft Paulus antwoord: “... Zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen” (Efe. 2:10). Zijn “maaksel” betekent: Zijn werkstuk, Zijn kunstwerk. De topprestatie van een groot Kunstenaar 5. Alle eer komt de Maker toe. Als de klei waaruit een prachtige vaas is gebakken zou menen dat de schoonheid van de vaas aan haarzelf te danken was, zou dat volstrekte dwaasheid zijn. Even dwaas is het wanneer christenen zich op hun toewijding, hun inzicht, hun nauwgezetheid of hun plichtsbetrachting beroemen. Er is niets dat wij niet ontvangen hebben (1 Kor. 4:7). Goede werken verdienen die naam alleen wanneer ze van God afkomstig zijn (vgl. Matth. 19:17). Wij zijn er door Hem voor geschapen en Hij 5 De Griekse tekst van Efe. 2:10 gebruikt het woord poieema: een product van vakmanschap. Ons woord poëem (een fraai gedicht) is van dit Griekse woord afgeleid. 19

21 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication