Paulus schreef, dat mensen op een verkeerde manier op Christus kunnen bouwen. Sommigen bouwen met materialen die niet bestand zijn tegen het vuur van de dag des Heren (1 Kor. 3:14-15). Hoewel ze werk voor de Heer hebben gedaan, zal hun werk niet standhouden en door God niet worden beloond. Van niet voor De apostel schreef niet over werk voor de Heer, maar over het werk van de Heer. Uit zijn brieven blijkt dat hij daarmee bedoelt: het werk dat de Heer in en door ons verricht, met ons als medearbeiders, maar toch helemaal het werk van Hém. Over zijn eigen werk schreef Paulus: “… Ik ben de geringste van de apostelen, niet waard een apostel te heten, omdat ik de gemeente Gods vervolgd heb. Maar door de genade Gods ben ik, wat ik ben, en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest, want ik heb meer gearbeid dan zij allen, doch niet ik, maar de genade Gods, die met mij is” (1 Kor. 15:9-11) Iets dergelijks schreef de apostel ook aan de Galaten: “Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef, leef ik door het geloof van de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft overgegeven” (Gal. 2:20) Over zijn zendingswerk sprak de apostel dus met oprechte bescheidenheid. Hij zei: “Ik heb veel mogen doen, maar ik deed het niet zelf. God deed het door mij”. Aan de Filippenzen gaf hij het advies: “Blijft… uw behoudenis bewerken met vreze en beven, want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt” (Fil. 2:12-13). 37
39 Online Touch Home