Zaaien en oogsten Lezen: Galaten 6:1-10 In de brief aan de Galaten waarschuwt Paulus voor “zaaien in eigen vlees” (Gal. 6:8). In sommige Bijbelvertalingen staat: “Wie voor zijn eigen vlees zaait” (Telos), en in andere: “wie op de akker van zijn eigen vlees zaait” (NBG51), maar in de oorspronkelijke Griekse tekst staat: “Wie in (Gr. eis) zijn eigen vlees zaait”. De apostel vergelijkt “vlees” met een grondsoort of een kweekbak waarin een mens zaad kan uitstrooien, maar dat behoort men niet te doen. Want de oogst die er uit die grond zal opschieten, is ondeugdelijk. De oude Statenvertaling is nauwkeurig, want die geeft Gal. 6:8 als volgt weer: “Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien, maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien”. Natuurlijk rijst dan de vraag, wat Paulus bedoelde met “zaaien in eigen vlees”. Een waarschuwing tegen zelfzucht? Volgens de kanttekeningen van de Statenvertaling zou Paulus met “zaaien” hebben bedoeld: weggeven, of uitdelen. In 2 Kor. 9:6 lezen we immers: “Wie karig zaait, zal ook karig oogsten; en wie mildelijk zaait, zal ook mildelijk oogsten”. De apostel schreef dit naar aanleiding van een collecte, die er in Korinthe werd gehouden. De opbrengst van die collecte was 45
47 Online Touch Home